Inhoudsopgave
Advertenties
8-30
Rijden en bedienen
{
WAARSCHUWING
Het is gevaarlijk om de auto te
verlaten als de schakelhendel niet
volledig in de parkeerstand (P)
staat en de handrem niet stevig is
aangetrokken. De auto kan dan
wegrollen.
Verlaat de auto niet terwijl de
motor loopt, tenzij dit noodzakelijk
is. Als de motor nog draait, kan
de auto plotseling gaan rijden.
Voor u en anderen bestaat dan
gevaar voor persoonlijk letsel. Om
ervoor te zorgen dat de auto, ook
op een tamelijk vlakke onder-
grond, niet kan gaan rijden, moet
u de handrem aantrekken en de
schakelhendel naar parkeerstand
(P) bewegen. Zie Schakelen naar
stand Park op pagina 8‑23.
Zorg ervoor dat de schakelhendel
volledig in parkeerstand (P) staat
voordat u de motor start. De auto
heeft een automatische versnel-
lingsbak met schakelblokkeringssys-
teem. Bedien eerst het rempedaal
en druk vervolgens de schakelhen-
delknop in, voordat u uit de
parkeerstand (P) schakelt met de
contactsleutel in de stand ON/RUN.
Wanneer u niet uit de parkeerstand
(P) kunt schakelen, verlaag dan de
druk op de schakelhendel en duw
de schakelhendel volledig in de
parkeerstand (P) terwijl u het
rempedaal ingetrapt houdt. Zet de
schakelhendel vervolgens in een
andere stand. Zie Schakelen uit
parkeerstand op pagina 8‑24.
R (Reverse, Achteruit): Gebruik
deze versnelling om achteruit te
rijden.
Let op!: De versnellingsbak kan
beschadigd raken als naar
R (Reverse, Achteruit) wordt
geschakeld terwijl de auto vooruit
rijdt. De reparatiekosten hiervoor
worden niet gedekt door de
voertuiggarantie. Schakel pas
naar R (Reverse, Achteruit) als de
auto stilstaat.
Om de auto heen en weer te laten
schommelen, teneinde los te raken
uit sneeuw, ijs of zand, zonder
hierbij de versnellingsbak te bescha-
digen, zie Als de auto vastgeraakt is
op pagina 8‑10.
N (Neutraal): In deze stand is de
motor niet gekoppeld met de wielen.
Gebruik uitsluitend N (Neutraal) om
de motor opnieuw te starten, als de
auto al in beweging is.
{
WAARSCHUWING
Het is gevaarlijk om naar een
aandrijfversnelling te schakelen
als de motor met hoog toerental
draait. De auto kan dan vooruit
schieten, tenzij u het rempedaal
stevig hebt ingetrapt. U kunt dan
de macht over het stuur verliezen
en personen of obstakels raken.
Schakel daarom niet naar een
aandrijfversnelling als de motor
met hoog toerental draait.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
