2-42
Stoelen en veiligheidssystemen
De achterbank heeft vijf ISOFIX-
bevestigingen.
.
Gebruik bevestiging 1 en 2 bij
het monteren van een ISOFIX-
kinderzitje op zitplaats A.
.
Gebruik bevestiging 3 en 4 bij
het monteren van een ISOFIX-
kinderzitje op zitplaats B.
.
Gebruik bevestiging 4 en 5 bij
het monteren van een ISOFIX-
kinderzitje op zitplaats C.
Het is niet toegestaan twee
ISOFIX-kinderzitjes tegelijkertijd op
zitplaats B en C te monteren.
Bevestigingsogen boven
De afdekkingen van de bevesti-
gingsogen boven zijn voorzien van
I
het symbool
voor een kinder-
zitje.
Behalve aan de ISOFIX-bevestiging
bevestigt u de bovenste riem(en)
ook aan de bevestigingsogen
boven.
Tussen de twee geleidestangen van
de hoofdsteun dient één enkele riem
te lopen.
Haal een dubbele riem langs de
zijkanten van de hoofdsteun.
Zorg dat het kinderzitje stevig vastzit
voordat u er een kind in zet.
Raadpleeg de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje.