Banden controleren
U wordt geadviseerd regelmatig,
ten minste eenmaal per maand,
de banden en het reservewiel
(als de auto een reservewiel
heeft) op tekenen van slijtage of
schade te controleren.
Vervang de band als:
.
De indicatoren op drie of
meer plekken op de band
zichtbaar zijn.
.
Er is dan een koord of
weefsel zichtbaar in het
rubber van de band.
.
Het profiel of de zijkant is
gebarsten, ingesneden of
diep genoeg ingescheurd
zodat koordlaag of karkas
zichtbaar is.
.
De band heeft een bult,
uitstulping of breuk.
.
De band heeft een gat,
snede of andere beschadi-
ging die niet goed kan
worden gerepareerd
vanwege de grootte of de
locatie van de beschadiging.
Banden rouleren
De banden moeten worden
gerouleerd met de intervallen
die in het onderhoudsschema
staan aangegeven. Zie Perio-
diek onderhoud op pagina 10‑2.
Banden worden gerouleerd om
ervoor te zorgen dat de banden
gelijkmatig slijten. De eerste
rotatie is het belangrijkst.
Zodra abnormale slijtage wordt
opgemerkt, moet u de banden
zo spoedig mogelijk rouleren en
de wieluitlijning controleren.
Controleer tevens op bescha-
digde banden of wielen. Zie
Verzorging van de auto
Wanneer het tijd is voor nieuwe
banden op pagina 9‑56 en Wiel
vervangen op pagina 9‑56.
Gebruik dit rouleerschema om
de banden te rouleren.
Het compacte reservewiel mag
niet met de andere banden
worden gerouleerd.
9-51