Inhoudsopgave
Advertenties
8-48
Rijden en bedienen
Leeggereden tank
Bij een leeggereden dieseltank moet
u na het tanken eerst brandstof
oppompen.
Draai, met de motor afgezet, de
contactsleutel naar ON, wacht ca.
vijf seconden en draai de sleutel
naar LOCK om brandstof op te
voeren. Doe dit minstens driemaal
achtereen met de motor afgezet om
te voorkomen dat er lucht in de
brandstofleiding dringt.
Probeer maximaal 40 seconden
lang de motor te starten. Herhaal
deze procedure na vijf seconden
wachten. Bezoek uw dealer, als de
motor niet start.
De tank vullen
{
WAARSCHUWING
Brandstofdampen branden fel en
een brandstofbrand kan zware
letsels veroorzaken. Om letsels
van uzelf en anderen te
vermijden, moet u alle instructies
in het tankstation lezen en volgen.
Zet de motor uit wanneer u tankt.
Rook niet in de nabijheid van
brandstof of wanneer u de auto
bijtankt. Gebruik geen mobiele
telefoons. Houd vonken, vlammen
en rookgerei uit de buurt van
brandstof. Verlaat de brandstof-
pomp niet wanneer u de auto
bijtankt. Dit is in sommige landen
verboden door de wet. Stap niet
in uw auto wanneer u brandstof
tankt. Houd kinderen uit de buurt
van de brandstofpomp; laat
kinderen nooit tanken.
De tankdop zit achter de tankvulklep
aan de passagierszijde van de auto.
De tankvulklep is alleen te openen
of te sluiten, terwijl de auto stilstaat.
Op de tankvulklep te openen, drukt
u kort op de achterkant van de klep.
Draai de tankdop met vangketting
linksom om hem te verwijderen.
Hang de met een ketting vastge-
maakte tankdop aan het haakje aan
de tankvulklep terwijl u tankt. Plaats
de tankdop terug door deze
rechtsom te draaien totdat de dop
klikt.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
