Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Na afloop van de inrijdperiode
kunnen het motortoerental en de
belasting geleidelijk worden
opgevoerd.
Contactstanden (contact-

sleutel)

De contactschakelaar heeft vier
verschillende standen.
Let op!: Als gereedschap wordt
gebruikt om de sleutel in het
contact te verdraaien, kan de
contactschakelaar kapot gaan of
de sleutel afbreken. Gebruik de
juiste contactsleutel, zorg ervoor
dat deze helemaal in het slot
steekt en verdraai de sleutel
alleen met uw hand. Roep de hulp
in van uw dealer als u de sleutel
niet met de hand kunt verdraaien.
De sleutel moet geheel zijn
ingestoken om de auto te kunnen
starten.
Om uit de parkeerstand (P) te
schakelen zet u het contactslot in
de stand ON/RUN en trapt u het
rempedaal in.
A (MOTOR UITSCHAKELEN/
LOCK/OFF): Als de auto stilstaat,
moet u de contactschakelaar naar
LOCK/OFF (vergrendel/uit) draaien
om de motor uit te schakelen. De
accessoirevoeding (RAP) blijft
ingeschakeld. Zie Permanente
accessoirevoeding (RAP) op
pagina 8‑23 voor meer informatie.
Dit is de enige stand van waaruit
de sleutel kan worden verwijderd.
Hiermee worden het stuurwiel, het
contactslot en de automatische
versnellingsbak geblokkeerd.
Rijden en bedienen
Schakel de motor niet uit als de auto
nog in beweging is. De bekrachti-
ging van het remsysteem en de
stuurinrichting werkt dan niet meer
en de airbags worden dan gedeacti-
veerd.
Als de auto moet worden uitgescha-
keld in een noodgeval:
1. Trap stevig en aanhoudend
op de rem. Ga niet pompend
remmen. De rembekrachtiging
verliest dan aan kracht,
waardoor u harder op het rempe-
daal moet trappen.
2. Schakel de auto in de neutraal-
stand (N). Dit kan worden
gedaan terwijl de auto in
beweging is. Nadat u naar
N (Neutraal) bent geschakeld,
moet u het rempedaal stevig
intrappen en de auto naar een
veilige plaats sturen.
8-15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave