Inhoudsopgave
Advertenties
8-38
Rijden en bedienen
Automatische EPB-uitscha-
keling
De EPB wordt automatisch uitge-
schakeld wanneer de motor draait,
een versnelling ingeschakeld is en
er een poging wordt ondernomen
om weg te rijden. Voorkom snel
optrekken wanneer de EPB is
aangetrokken, om de remvoering
van de handrem te sparen.
De EPB kan ook worden gebruikt
om het achteruitrollen te voorkomen
van auto's met een handgescha-
kelde versnellingsbak die op een
heuvel willen wegrijden. In een
situatie waarin achteruitrollen niet
gewenst is, kunnen met een
ingeschakelde EPB beide voeten
worden gebruikt voor het koppe-
lings- en het gaspedaal als voorbe-
reiding om de auto in de gewenste
richting te laten rijden. In deze
situatie voert u de normale koppe-
lings- en/of gaspedaalhandelingen
uit die nodig zijn om met de auto
weg te rijden. De schakelaar hoeft
niet te worden ingedrukt om de EPB
uit te schakelen.
Remondersteuning
Deze auto is uitgerust met een
remondersteuningsfunctie die
ontworpen is om de bestuurder te
helpen stoppen of de snelheid van
de auto in noodomstandigheden te
vertragen. Deze functie gebruikt de
hydraulische remregelmodule van
het stabiliteitssysteem om het
rembekrachtigingssysteem te
helpen wanneer de bestuurder snel
en krachtig op het rempedaal drukt
in een poging om de auto snel te
stoppen of te vertragen. De hydrau-
lische regelmodule van het stabili-
teitssysteem verhoogt de remdruk
op elke hoek van de auto tot de
ABS geactiveerd wordt. Het is
normaal dat het rempedaal lichtjes
trilt of beweegt en de bestuurder
moet, als de rijsituatie dat vereist,
gewoon verder remmen. De remon-
dersteuningsfunctie wordt automa-
tisch uitgezet wanneer u het
rempedaal loslaat of als de druk op
het rempedaal snel vermindert.
Rijregelsystemen
Traction Control-
systeem (TCS)
De auto is voorzien van Traction
Control (TCS) dat doorslippen van
de wielen tegengaat. Dat is in het
bijzonder nuttig op gladde wegen.
Het systeem werkt als het
registreert dat een van de
voorwielen doordraait of tractie
verliest of beide voorwielen.
Wanneer dat gebeurt, remt het
systeem het/de doorslippende
wiel(en) en/of vermindert het motor-
vermogen om doorslippen te
beperken.
Het is mogelijk dat u het systeem
hoort of voelt wanneer het werkt,
maar dat is normaal.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
