4-6
Instrumenten en knoppen
b
g
/
(Indrukken om te
spreken): Druk bij auto's met
Bluetooth® op deze knop om
het systeem te gebruiken. Zie
"Bluetooth" in de index van de
aparte handleiding voor het Infotain-
mentsysteem voor meer informatie.
$
i
/
(dempen/oproep beëin-
digen): Druk op deze knop om een
inkomende oproep te weigeren of
uw huidige oproep te beëindigen.
Druk op deze knop om het geluid uit
de luidsprekers te dempen terwijl u
het infotainmentsysteem gebruikt.
Druk deze toets opnieuw in om de
klank aan te zetten.
_
^
SRC
(schakelaar): Druk hierop
om een audiobron te kiezen.
Beweeg deze knop omhoog of naar
beneden om de volgende of vorige
favoriete radiozender of track op
een cd/mp3 te kiezen.
+
- (Volume): Druk op + of - om
het volume harder of zachter te
zetten.
Claxon
a
Druk op
op het stuurwielelement
om de claxon te laten klinken.
Wis-/wasinstallatie
voorruit
De hendel voor de ruitenwissers
bevindt zich naast de stuurkolom.
Zet het contact in ACC/ACCES-
SORY of ON/RUN en verplaats de
ruitenwisserhendel om de wisser-
snelheid te kiezen.
2: Gebruikt voor snelle wisbewe-
gingen.
1: Gebruikt voor langzame wisbe-
wegingen.
3
(Wisbeurten met verstelbaar
interval): Voor een korter of langer
interval draait u de strook omhoog
resp. omlaag.
9
(uit): Hiermee kunt u de ruiten-
wissers van de voorruit uitscha-
kelen.
3
(Mist): Beweeg de wisser-
hendel even naar beneden voor een
enkele wisbeweging. Houd de
wisserhendel naar beneden voor
meerdere wisbewegingen.
Ontdoe de ruitenwisserbladen vóór
gebruik van ijs en sneeuw. Als de
ruitenwisserbladen aan de voorruit
zijn vastgevroren, maak ze dan
voorzichtig los of ontdooi ze.
Vervang beschadigde ruitenwisser-
bladen. Zie Ruitenwisserblad
vervangen op pagina 9‑30.