De camera inschakelen
Als na het aanzetten van de camera het scherm met datum-/tijd-/
zone-instelling wordt weergegeven, raadpleeg dan pagina 40 voor
het instellen van de datum, tijd en zone.
De zelfreinigende sensor
Als u met de aan-uitschakelaar snel achter elkaar tussen <1/
R> en <2> wisselt, wordt het pictogram <f> mogelijk
niet weergegeven. Dit is normaal en is geen defect.
3 Automatisch uitschakelen
Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld
nadat deze ongeveer 1 minuut niet is gebruikt. Om de camera weer in
te schakelen, drukt u gewoon de ontspanknop half in (pag. 46).
U kunt de automatische uitschakeltijd veranderen met [52: Uitschakelen] (pag. 57).
Als u de aan-uitschakelaar op <2> zet terwijl een opname op de kaart
wordt opgeslagen, wordt [Opslaan...] weergegeven en wordt de camera
uitgeschakeld nadat de opname op de kaart is opgeslagen.
38
<1>
: De camera is ingeschakeld.
<R>: De camera is ingeschakeld.
De Multifunctievergrendeling
wordt ingeschakeld (pag. 50).
<2> : De camera is uitgeschakeld en
werkt niet. Zet de aan-
uitschakelaar op deze positie
wanneer u de camera niet gebruikt.
Wanneer u de aan-uitschakelaar op
<1/R> of <2> zet, wordt de
sensorreiniging automatisch uitgevoerd.
(Mogelijk hoort u een zacht, kort geluid.)
Tijdens het reinigen van de sensor wordt
<f> op het LCD-scherm weergegeven.
Zelfs tijdens het reinigen van de sensor kunt u
opnamen maken. Door de ontspanknop half in
te drukken (pag. 46), stopt u het reinigen van
de sensor en kunt u een opname maken.