Er zijn minder AF-punten.
Het aantal bruikbare AF-punten en -patronen kan variëren, afhankelijk van
het gebruikte objectief. De objectieven zijn per categorie onderverdeeld in
acht groepen, van A tot H. Ga na tot welke groep uw objectief behoort. Een
objectief uit groep F tot H levert minder bruikbare AF-punten op (pag. 76).
De AF-punten knipperen.
Wanneer u op de knop <S> drukt, zijn de knipperende AF-punten de punten die
geen AF-punten voor kruismetingen zijn en alleen gevoelig zijn voor horizontale
lijnen. De AF-punten die oplichten, zijn AF-punten voor kruismetingen (pag. 71).
Het AF-punt bij het vastgelegde gebied knippert (pag. 342).
Ik kan de scherpstelling niet vergrendelen en
geen nieuwe beeldcompositie maken.
Stel de AF-modus in op One-Shot AF. Let op: de focusvergrendeling
(pag. 67) werkt niet in de AI Servo AF-modus.
De snelheid van continu-opnamen neemt af.
Wanneer <o> is ingesteld, is de maximale opnamesnelheid circa 10 opnamen/
seconde wanneer de ISO-snelheid is ingesteld op een van de volgende opties:
• ISO 32000 of hoger wordt handmatig ingesteld.
• Het [Maximum] van [Auto ISO-bereik] wordt ingesteld op [51200]
en bij AUTO ISO wordt automatisch ISO 32000 of hoger ingesteld.
• [81: Veiligheidsshift] wordt ingesteld op [ISO-snelheid] en de
veiligheidsshift wordt automatisch ingesteld op ISO 32000 of hoger.
Wanneer de interne temperatuur van de camera laag is en wanneer
handmatig of automatisch ISO 20000 of hoger is ingesteld, is de maximale
snelheid bij continu-opnamen voor <o> circa 10 frames per seconde.
Afhankelijk van ISO-snelheid, de sluitertijd, het diafragma, de
opnameomstandigheden, de helderheid, het type objectief enzovoort
kan de snelheid van continu-opnamen afnemen.
Indien [Aut. AF-pt.sel.: EOS iTR AF] is ingesteld op [Inschakelen] (pag. 96)
en u opnamen maakt bij weinig licht, neemt de snelheid van de continu-opnamen af.
Problemen oplossen
379