Pagina 1
EOS 1300D (W) Camera Draadloze functie Basisinstructiehandleiding Instructiehandleidingen (PDF-bestanden) en de software kunnen worden gedownload van de Canon-website (pag. 4, 103). www.canon.com/icpd NEDERLANDS...
Pagina 3
EOS 1300D (W) Basisinstructiehandleiding voor de camera In de basisinstructiehandleiding voor de camera worden de meeste basisprincipes en -functies behandeld.
Pagina 4
Inleiding De EOS 1300D (W) is een digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor met circa 18,0 effectieve megapixels, DIGIC 4+, zeer accurate en snelle scherpstelling met 9 AF-punten, continu-opnamen met circa 3,0 fps, Live View-opnamen, filmopnamen in Full High-Definition (Full HD) en draadloze functies (Wi-Fi/NFC).
Pagina 5
Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig. Wanneer u lensinstructiehandleidingen nodig hebt, downloadt u deze van de Canon-website (pag. 4). De lensinstructiehandleidingen (PDF) zijn voor lenzen die afzonderlijk worden verkocht. Als u de lenzenset koopt, moet u er rekening mee houden dat sommige onderdelen die me de lens worden meegeleverd, mogelijk niet overeenkomen met de onderdelen die in de lensinstructiehandleiding worden weergegeven.
Pagina 6
Meer gedetailleerde instructiehandleidingen (PDF-bestanden) vindt u op de Canon-website. De instructiehandleidingen (PDF-bestanden) downloaden en bekijken Download de instructiehandleidingen (PDF-bestanden). Maak verbinding met internet en ga naar de volgende Canon- website. www.canon.com/icpd Selecteer het land of de regio van uw verblijfplaats en download ...
Pagina 7
Compatibele geheugenkaarten De volgende kaarten kunnen met de camera worden gebruikt, ongeacht de capaciteit: Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, wordt het aanbevolen dat u de kaart met deze camera formatteert (pag. 44). •...
Pagina 8
Verkorte handleiding Plaats de accu (pag. 28). Zie pagina 26 voor meer informatie over het opladen van de accu. Plaats de kaart (pag. 28). Plaats de kaart in de kaartsleuf met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht. Bevestig de lens (pag.
Pagina 9
Verkorte handleiding Zet het programmakeuzewiel op <A> (Scene Intelligent Auto) (pag. 50) Alle camera-instellingen worden automatisch ingesteld. Stel scherp op het onderwerp (pag. 39). Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp op het onderwerp.
Pagina 10
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding <6> : Het hoofdinstelwiel. <W><X><Y><Z> : Geeft de pijltjestoetsen <S> boven, onder, links en rechts aan. <0> : De instelknop. : Hiermee wordt aangeduid dat elke functie, nadat 0, 9, 7, 8 u de knop hebt losgelaten, respectievelijk 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft.
Pagina 11
Hoofdstukken Inleiding Aan de slag Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen Opnamen maken met het LCD-scherm (Live View-opnamen) Movies opnemen Opnamen weergeven Verkorte softwarehandleiding / Opnamen downloaden naar een computer...
Pagina 12
Inhoudsopgave Inleiding Controlelijst onderdelen..............3 Instructiehandleidingen ..............4 Compatibele geheugenkaarten ............5 Verkorte handleiding................. 6 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ..8 Hoofdstukken ................... 9 Veiligheidsmaatregelen ..............13 Tips en waarschuwingen voor het gebruik ........16 Nomenclatuur .................
Pagina 13
Inhoudsopgave Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)..50 A Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) ....53 7 De flitser uitschakelen ............... 55 C Creatieve automatische opnamen ..........56 2 Portretfoto’s maken ..............59 3 Landschapsfoto’s maken ............60 4 Close-ups maken ...............61 5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen......62...
Pagina 14
Opnamen downloaden naar een computer ........105 Index....................111 Voor Problemen oplossen en Specificaties raadpleegt u de instructiehandleiding die u kunt downloaden van de Canon-website. Voor meer informatie over het downloaden van de instructiehandleiding raadpleegt u pagina 4. Certificaatlogo Als u op het tabblad [53] de optie [Certificaatlogo weergeven] selecteert en op <0>...
Pagina 15
Als u te maken hebt met storingen, problemen of schade aan het product, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center of de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Pagina 16
Veiligheidsmaatregelen Wanneer de camera of de accessoires niet in gebruik zijn, verwijder de accu dan en haal de stekker en verbindingskabels uit de apparatuur voordat u deze opbergt. Zo voorkomt u elektrische schokken, oververhitting, brand en corrosie. Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een ...
Pagina 17
Veiligheidsmaatregelen Neem de onderstaande aandachtspunten in Aandachtspunten: acht. Als u dit niet doet, kan dat leiden tot fysiek letsel of schade aan eigendommen. Zorg dat u het product niet gebruikt of laat liggen op een plaats waar de temperatuur hoog is, zoals in een auto die in de zon staat.
Pagina 18
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen.
Pagina 19
Canon Service Center of zelf te controleren of de camera goed functioneert. Als u lange tijd achtereen continue opnamen, Live View-opnamen of movie- ...
Pagina 20
Als er vlekken op de opname zichtbaar zijn, raden wij u aan de sensor te laten reinigen door een Canon Service Center.
Pagina 25
Nomenclatuur Programmakeuzewiel Op het programmakeuzewiel vindt u de basismodi, de creatieve modi en de movie-opnamemodus. Creatieve modi Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen naar wens vast te leggen. : AE-programma s : AE met sluitertijdvoorkeuze f : AE met diafragmavoorkeuze : Handmatige belichting Basismodi U hoeft alleen maar de...
Pagina 26
Nomenclatuur Acculader LC-E10 Lader voor accu LP-E10 (pag. 26). Stekker Laadlampje Lampje ‘volledig opgeladen’ Accucompartiment BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES – BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR – VOLG DEZE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. Voor aansluiting van een accessoire buiten de Verenigde Staten: gebruik zo nodig een stekkeradapter met de juiste configuratie voor aansluiting op het stopcontact.
Pagina 27
Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd. De riem bevestigen Haal het uiteinde van de riem van onderaf door het oog van het riembevestigingspunt. Haal het uiteinde daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie.
Pagina 28
De accu opladen Verwijder het beschermdeksel. Verwijder het beschermdeksel van de accu. Plaats de accu. Plaats de accu op de juiste manier in de lader zoals afgebeeld in de illustratie. Om de accu te verwijderen, herhaalt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
Pagina 29
3 seconden niet aan te raken. Laad geen andere accu op dan een accu van het type LP-E10. Accu LP-E10 is uitsluitend geschikt voor producten van Canon. Wanneer u deze oplaadt met een niet-compatibele acculader of een ander product dat niet compatibel is, kunnen zich defecten of ongelukken voordoen waarvoor Canon geen aansprakelijkheid aanvaardt.
Pagina 30
De accu en kaart plaatsen en verwijderen Plaats een volledig opgeladen accu LP-E10 in de camera. U kunt in de camera een SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar). De opnamen worden opgeslagen op de kaart. Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart omhoog staat, zodat schrijven en wissen mogelijk is.
Pagina 31
De accu en kaart plaatsen en verwijderen Let erop dat u het klepje van de kaartsleuf en het accucompartiment bij het openen niet te ver naar achteren drukt. Het scharnier zou anders kunnen breken. Het maximum aantal mogelijke opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit ...
Pagina 32
De accu en kaart plaatsen en verwijderen Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit dat opnamen op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgedragen. Maak het klepje van de kaartsleuf/het accucompartiment niet open. Voer ook niet de volgende handelingen uit wanneer de lees-/ schrijfindicator brandt of knippert.
Pagina 33
De camera inschakelen Als na het aanzetten van de camera het scherm met de datum/tijd/ zone wordt weergegeven, raadpleegt u pagina 33 voor het instellen van de datum/tijd/zone. <1> : De camera is ingeschakeld. <2> : De camera is uitgeschakeld en werkt niet.
Pagina 34
De camera inschakelen z Accuniveau-indicator Wanneer de camera wordt ingeschakeld, heeft het accuniveau een van de volgende vier niveaus. z : De accu is vol. x : Het accuniveau is laag, maar de camera kan nog worden gebruikt. c : De accu is bijna leeg. (Knippert) n : Laad de accu op.
Pagina 35
Datum, tijd en tijdzone instellen Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld of als de datum/tijd/zone- instellingen zijn gereset, wordt het instelscherm datum/tijd/zone weergegeven. Volg de stappen hieronder om eerst de tijdzone in te stellen. Stel de tijdzone in waarin u zich op dit moment bevindt.
Pagina 36
3 Datum, tijd en tijdzone instellen Stel de datum en de tijd in. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om het cijfer te selecteren. Druk op <0> zodat <a> wordt weergegeven. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om ...
Pagina 37
De interfacetaal selecteren Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer op het tabblad [52] de optie [TaalK]. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om het tabblad [52] te selecteren.
Pagina 38
Een lens bevestigen en verwijderen De camera is compatibel met alle Canon EF- en EF-S-lenzen. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M-lenzen. Een lens bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven.
Pagina 39
Een lens bevestigen en verwijderen In- en uitzoomen Draai de zoomring op de lens met uw vingers. Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de scherpstelling verloren gaan. De lens verwijderen Druk op de lensontgrendelingsknop en draai de lens in de richting van de...
Pagina 40
Basisbediening De scherpte van de zoeker aanpassen Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de AF-punten (negen vakjes) in de zoeker het scherpst zijn. Als het lastig is om de knop te ...
Pagina 41
Basisbediening Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en het diafragma instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt in de zoeker weergegeven (0).
Pagina 42
Q Snel instellen voor opnamefuncties U kunt de opnamefuncties die worden weergegeven op het LCD- scherm, rechtstreeks selecteren en instellen. Dit heet Quick Control (Snel instellen). Druk op de knop <Q>. Het scherm Snel instellen wordt weergegeven (7). Stel de gewenste functie in. Druk op de pijltjestoetsen <S>...
Pagina 43
Q Snel instellen voor opnamefuncties Voorbeeld van het scherm Snel instellen Sluitertijd Diafragma Lichte tonen prioriteit* Opnamemodus* (pag. 23) ISO-snelheid Flitsbelichtingscorrectie Belichtingscorrectie/ AEB-instelling Ingebouwde flitser Beeldstijl Auto Lighting Optimizer (Auto AF-bediening optimalisatie helderheid) Witbalans Opnamekwaliteit Transport/zelfontspanner Meetmethode Met een sterretje (*) gemarkeerde functies kunnen niet in het scherm ...
Pagina 44
Menugebruik U kunt verschillende instellingen opgeven via de menu’s, zoals de opnamekwaliteit, datum en tijd, enzovoort. Knop <0> Pijltjestoetsen LCD-scherm <S> Knop <M> Menuscherm De weergegeven menutabbladen en menu-items kunnen per opnamemodus verschillen. Basismodi Movie-opnamemodus Creatieve modi Instellingen Weergave Opname My Menu Tabblad Menu-...
Pagina 45
3 Menugebruik Procedure voor het instellen van het menu Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer een tabblad. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om een tabblad (een groep functies) te selecteren. In deze handleiding verwijst ‘het tabblad [z3]’...
Pagina 46
De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met deze camera formatteren. Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle opnamen en gegevens van de kaart gewist. Zelfs beveiligde opnamen worden gewist;...
Pagina 47
3 De kaart formatteren Formatteer de kaart in de volgende gevallen: De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met opnamen of gegevens. Er wordt een kaartfout weergegeven. ...
Pagina 48
Wisselen van scherm op het LCD-scherm Op het LCD-scherm kunnen de opname-instellingen, het menuscherm, opnamen, enzovoort worden weergegeven. Instellingen voor de opnamefunctie Wanneer u de camera inschakelt, worden de opname-instellingen weergegeven. Wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt het scherm uitgeschakeld.
Pagina 49
Uitleg De Uitleg verschijnt wanneer u van opnamemodus wisselt of een opnamefunctie instelt, overschakelt op Live View-opnamen of movie- opname, of wanneer u Snel instellen voor weergave gebruikt. De Uitleg geeft een korte beschrijving van de desbetreffende modus, functie of optie.
Pagina 51
Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de basismodi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten en hoe u opnamen kunt weergeven. In de basismodi hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken;...
Pagina 52
A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) <A> is een volautomatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien past de camera de scherpstelling automatisch aan door te meten of het onderwerp beweegt of niet (pag. 53). Stel het programmakeuzewiel in op <A>.
Pagina 53
A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken. De opname wordt ongeveer 2 seconden op het LCD-scherm weergegeven. Nadat u klaar bent met fotograferen, duwt u de ingebouwde flitser weer omlaag.
Pagina 54
A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) De flitser is afgegaan terwijl er daglicht is. Bij een onderwerp met tegenlicht kan de flitser afgaan om donkere schaduwen op het onderwerp lichter te maken. Als u de opname zonder flits wilt maken, stelt u de flitser in op Flitser uit (pag. 55). Op de flitsinstellingen na zijn de instellingen hetzelfde als bij <A>.
Pagina 55
A Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) De compositie opnieuw bepalen Positioneer het onderwerp afhankelijk van de scène links of rechts in beeld, zodat er een uitgebalanceerde achtergrond en een goed perspectief wordt bereikt. In de modus <A> wordt om scherp te stellen op een stilstaand onderwerp door de ontspanknop half in te drukken de scherpstelling op dat onderwerp vergrendeld.
Pagina 56
A Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) A Live View-opnamen U kunt opnamen maken terwijl het zoekerbeeld op het LCD-scherm wordt weergegeven. Dit heet ‘Live View-opnamen’. Zie pagina 69 voor meer informatie. Geef het Live View-beeld op het LCD-scherm weer. Druk op de knop <A>. ...
Pagina 57
7 De flitser uitschakelen De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Op plaatsen waar het gebruik van een flitser niet is toegestaan, zoals in musea of een aquarium, gebruikt u de modus <7> (Flitser uit). Deze modus is ook geschikt om sfeer vast te leggen, bijvoorbeeld in situaties met kaarslicht.
Pagina 58
C Creatieve automatische opnamen In de modus <C> kunt u op eenvoudige wijze de scherptediepte, transportmodus/zelfontspanner en flitser wijzigen. U kunt ook de gewenste sfeer selecteren en daarmee uw opnamen maken. De standaardinstellingen zijn hetzelfde als in de modus <A>. * CA staat voor Creative Auto.
Pagina 59
C Creatieve automatische opnamen Sluitertijd Diafragma ISO-snelheid Accuniveau Maximum aantal opnamen Opnamekwaliteit U kunt op de knop <Q> drukken om het volgende in te stellen: (1) Sfeeropnamen U kunt de gewenste sfeer selecteren en daarmee uw opnamen maken. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> of draai aan het instelwiel <6>...
Pagina 60
C Creatieve automatische opnamen (3) Transport/zelfontspanner: Druk op <0> en geef de instelling op met de toetsen <Y> en <Z> of het instelwiel <6>. <u> Enkelbeeld: Een opname tegelijk maken. <i> Continue opname: Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden er continu opnamen gemaakt. U kunt circa 3 opnamen per seconde maken.
Pagina 61
2 Portretfoto’s maken De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar zachter gemaakt. Opnametips Selecteer de locatie waar de afstand tussen het onderwerp en ...
Pagina 62
3 Landschapsfoto’s maken Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto’s of om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen. Opnametips Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde. ...
Pagina 63
4 Close-ups maken Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen, gebruikt u de modus <4> (Close-up). Gebruik een macrolens (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Met een simpele achtergrond komen kleine objecten zoals bloemen beter tot hun recht.
Pagina 64
5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen Gebruik de modus <5> (Sport) om bewegende onderwerpen te fotograferen, bijvoorbeeld rennende mensen of een rijdende auto. Opnametips Gebruik een telelens. Voor opnamen vanaf een afstand wordt het gebruik van een telelens aanbevolen. Gebruik het middelste AF-punt om scherp te stellen.
Pagina 65
P Voedsel fotograferen Gebruik voor het fotograferen van voedsel de modus <P> (Voedsel). De foto wordt scherp en aantrekkelijk. Afhankelijk van de lichtbron wordt bovendien de roodachtige tint onderdrukt in opnamen die bij kunstlicht enzovoort worden gemaakt. Opnametips Pas de kleurtoon aan. ...
Pagina 66
6 Nachtportretten maken Gebruik de modus <6> (Nachtportret) als u ’s avonds mensen wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende achtergrond wilt hebben. U wordt aangeraden een statief te gebruiken. Opnametips Gebruik een groothoeklens en een statief. Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde om in het donker een panorama-effect te verkrijgen.
Pagina 67
6 Nachtportretten maken Tijdens Live View-opnamen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op lichtpunten zoals in een avondopname. In dergelijke gevallen wordt aanbevolen dat u de AF-methode op [Quick-modus] instelt. Als het nog steeds moeilijk is om scherp te stellen, zet u de scherpstelmodusknop op de lens op <MF>...
Pagina 68
Q Snel instellen Wanneer in de basismodi de instellingen voor de opnamefunctie wordt weergegeven, kunt u op de knop <Q> drukken om het scherm Snel instellen weer te geven. In de tabellen op de volgende pagina ziet u de functies die in de diverse basismodi kunnen worden ingesteld vanuit het scherm Snel instellen.
Pagina 69
Q Snel instellen Functies die in de basismodi kunnen worden ingesteld o: standaardinstelling k: door gebruiker in te stellen : niet in te stellen Functie A 7 C u: Enkelbeeld i: Continue opname Transport/ zelfontspan- j: 10 sec. q: Continue opname* a: Automatisch flitsen...
Pagina 70
x Opnamen weergeven Hieronder wordt beschreven hoe u opnamen het eenvoudigst kunt weergeven. Zie pagina 93 voor meer informatie over de weergaveprocedure. Geef de opname weer. Druk op de knop <x>. De laatst gemaakte of laatst bekeken opname wordt weergegeven. Selecteer een opname.
Pagina 71
Opnamen maken met het LCD-scherm (Live View-opnamen) U kunt opnamen maken terwijl het beeld op het LCD- scherm van de camera wordt weergegeven. Dit heet ‘Live View-opnamen’. Live View-opnamen zijn geschikt voor niet-bewegende onderwerpen. Wanneer u de camera in de hand houdt en opnamen maakt terwijl u op het LCD-scherm kijkt, kan cameratrilling onscherpe opnamen tot gevolg hebben.
Pagina 72
A Opnamen maken met het LCD-scherm Geef het Live View-beeld weer. Druk op de knop <A>. Het Live View-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. In het Live View-beeld wordt het helderheidsniveau van de daadwerkelijk te maken opname nauwkeurig benaderd. Stel scherp op het onderwerp.
Pagina 73
A Opnamen maken met het LCD-scherm Live View-opname inschakelen Stel [Live view-opname.] in op [Inschakelen]. De Live View-menuopties worden in de basismodi onder [z2] weergegeven en in de creatieve modi onder [z4]. Maximum aantal Live View-opnamen (Aantal opnamen (circa)) Kamertemperatuur Lage temperaturen Temperatuur (23 °C)
Pagina 74
A Opnamen maken met het LCD-scherm Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. AF-methode AF-punt (Quick-modus) • d : FlexiZone - Single Vergrotingskader • c : u Live-modus • f : Quick-modus Opnamemodus Histogram Transport/ zelfontspanner...
Pagina 75
Scherpstellen met AF (AF-methode) De AF-methode selecteren U kunt een AF-methode selecteren die bij de opnamesituatie en bij uw onderwerp past. De volgende AF-methoden zijn beschikbaar: [FlexiZone - Single], [u Live- modus] (met gezichtsherkenning, pag. 74) en [Quick-modus] (pag. 79). Wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen, zet u de scherpstelmodusknop op de lens op <MF>, vergroot u de opname en stelt u handmatig scherp.
Pagina 76
Scherpstellen met AF (AF-methode) Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon. Als de scherpstelling niet wordt bereikt, wordt het AF-punt oranje.
Pagina 77
Scherpstellen met AF (AF-methode) Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp op het gezicht dat door het kader <p> wordt bedekt. Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon. ...
Pagina 78
Scherpstellen met AF (AF-methode) Opmerkingen bij [FlexiZone - Single] en [u Live-modus] AF-bediening Scherpstellen duurt langer dan met de [Quick-modus]. Zelfs als er al is scherpgesteld, wordt er nogmaals scherpgesteld wanneer u de ontspanknop half indrukt. U kunt niet ononderbroken scherpstellen op een bewegend ...
Pagina 79
Scherpstellen met AF (AF-methode) Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld Onderwerpen met weinig contrast, zoals een blauwe lucht en effen, platte oppervlakken of wanneer lichte tinten of schaduwpartijen niet zichtbaar zijn. Onderwerpen bij weinig licht. Strepen en andere patronen met alleen een horizontaal contrast. ...
Pagina 80
EF50mm f/1.4 USM, EF50mm f/1.8 II, EF50mm f/2.5 Compact Macro, EF100mm f/2.8 Macro USM, EF75-300mm f/4-5.6 III, EF75-300mm f/4-5.6 III USM Voor informatie over andere lenzen gaat u naar de Canon-website. Als u wilt scherpstellen op een onderwerp dat zich meer naar de rand ...
Pagina 81
Scherpstellen met AF (AF-methode) Quick-modus: f De speciale AF-sensor wordt gebruikt om in de modus 1-beeld AF met dezelfde AF-methode scherp te stellen als bij het maken van opnamen door de zoeker. Hoewel u snel kunt scherpstellen op het gewenste gebied, wordt het Live View-beeld tijdens het automatisch scherpstellen even onderbroken.
Pagina 82
Scherpstellen met AF (AF-methode) Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. Het Live View-beeld wordt uitgeschakeld, de reflexspiegel wordt neergeklapt en er wordt automatisch scherpgesteld. (Er is geen opname gemaakt.) ...
Pagina 83
Algemene aandachtspunten bij het maken van Live View-opnamen Beeldkwaliteit Wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, kan er ruis (zoals lichte puntjes en strepen) op de opname zichtbaar zijn. Opnamen bij hoge temperaturen kunnen ruis en afwijkende kleuren in de ...
Pagina 84
Algemene aandachtspunten bij het maken van Live View-opnamen Live View-beeld Bij weinig of juist heel fel licht wordt in het Live View-beeld mogelijk niet de helderheid van de daadwerkelijke opname weergegeven. Ook wanneer er een lage ISO-snelheid is ingesteld, kan er ruis zichtbaar zijn op ...
Pagina 85
Movies opnemen U kunt movie-opnamen inschakelen door het programmakeuzewiel in te stellen op < >. De opname- indeling voor movies is MOV. Zie pagina 5 voor kaarten waarop films kunnen worden opgeslagen. Full HD 1080 Full HD 1080 duidt op compatibiliteit met High- Definition met 1080 verticale pixels (scanlijnen).
Pagina 86
k Movies opnemen U wordt aangeraden de camera op een televisie aan te sluiten als u opgenomen movies wilt afspelen. Opnamen maken met automatische belichting Stel het programmakeuzewiel in op <k>. De reflexspiegel maakt een geluid en de opname verschijnt op het LCD- scherm.
Pagina 87
k Movies opnemen Algemene aandachtspunten bij het maken van filmopnamen zijn te vinden op pagina 91-92. Lees indien nodig ook de algemene aandachtspunten bij het maken van Live View-opnamen op pagina 81-82. De ISO-snelheid (ISO 100 – ISO 6400), de sluitertijd en het diafragma ...
Pagina 88
k Movies opnemen Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. AF-methode • d : FlexiZone - Single • c : u Live-modus Beeldstijl • f : Quick-modus Resterende tijd/verstreken tijd voor movie-opnamen Movie-opnamemodus AF-punt (Quick-modus) Movie-opname Witbalans...
Pagina 89
k Movies opnemen Opmerkingen over movie-opnamen Houd de camera niet lange tijd in dezelfde positie vast. Ook al voelt de camera niet heet aan, toch kan langdurig contact met hetzelfde lichaamsdeel een rode huid of blaren als gevolg van eerstegraads brandwonden veroorzaken.
Pagina 90
k Movies opnemen Instellingen voor movie-opnamen staan op de menutabbladen [k1], [k2] en [k3]. Telkens wanneer u een film opneemt, wordt er een moviebestand gemaakt (pag. 90). Het weergaveoppervlak van de movie-opname is circa 100% (waarbij het movie-opnameformaat is ingesteld op [A]). Het geluid wordt door de ingebouwde microfoon van de camera in mono ...
Pagina 91
Het movie-opnameformaat instellen Met de menuoptie [k2: Movie- opn.formaat] kunt u het opnameformaat van de movie [****x****] en de framerate [9] (aantal opgenomen frames per seconde) selecteren. De 9 (framerate) schakelt automatisch over, afhankelijk van de instelling van [k2: Videosysteem]. Beeldformaat ...
Pagina 92
3 Het movie-opnameformaat instellen Totale opnameduur voor movie en bestandsgrootte per minuut (bij benadering) Totale opnameduur op kaart Movie-opname- Bestands- formaat grootte 4 GB 16 GB 64 GB [1920x1080] 11 min. 44 min. 2 uur 59 min. 340 MB/min. [1280x720] 11 min.
Pagina 93
Algemene aandachtspunten bij het maken van movie-opnamen Rood <E> waarschuwingspictogrammen voor interne temperatuur Als de interne temperatuur van de camera oploopt vanwege langdurig gebruik van movie-opnamen of bij een hoge omgevingstemperatuur, verschijnt er een rood pictogram <E>. Het rode pictogram <E> geeft aan dat de movie-opname binnenkort ...
Pagina 94
Algemene aandachtspunten bij het maken van movie-opnamen Opname- en beeldkwaliteit Als u een kaart met een lage schrijfsnelheid gebruikt, wordt tijdens movie-opnamen rechts in het scherm mogelijk een indicator met vijf niveaus weergegeven. Deze geeft aan hoeveel gegevens nog niet naar de kaart zijn geschreven (beschikbare capaciteit van het interne buffergeheugen).
Pagina 95
Opnamen weergeven In dit hoofdstuk worden de basisfuncties voor het weergeven van opnamen en movies beschreven. Opnamen die zijn gemaakt en opgeslagen met een ander toestel Mogelijk geeft de camera opnamen die met een andere camera zijn vastgelegd of met een computer zijn bewerkt, of waarvan de bestandsnaam is gewijzigd niet goed weer.
Pagina 96
x Snel opnamen zoeken H Meerdere opnamen weergeven op één scherm (indexweergave) Zoek snel naar opnamen met de indexweergave waarbij 4 of 9 opnamen op 1 scherm worden weergegeven. Geef de opname weer. Als u op de knop <x> drukt, wordt ...
Pagina 97
u/y Vergrote weergave Opnamen kunnen op het LCD-scherm circa 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot. Vergroot het beeld. Druk tijdens opnameweergave op de knop <u>. De opname wordt vergroot. Als u de knop <u> ingedrukt houdt, wordt de opname verder vergroot tot de maximale vergroting is bereikt.
Pagina 98
k Movies afspelen Geef de opname weer. Druk op de knop <x> om een opname weer te geven. Selecteer een movie. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om een movie te selecteren. Bij de weergave van één opname geeft ...
Pagina 99
k Movies afspelen Movieweergavepaneel Bewerking Beschrijving van weergave 2 Afsluiten Hiermee keert u terug naar de weergave van één opname. Door op <0> te drukken, kunt u schakelen tussen 7 Afspelen weergeven en stoppen. Wijzig de vertragingssnelheid met behulp van de 8 Vertraagd pijltjestoetsen <Y>...
Pagina 100
L Opnamen wissen U kunt overbodige opnamen één voor één selecteren en wissen, of in een batch. Beveiligde opnamen worden niet gewist. Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden teruggehaald. Wis een opname pas als u zeker weet dat u deze niet meer nodig hebt.
Pagina 101
B Weergave met opname-informatie Voorbeeld van een foto gemaakt in een creatieve modus Belichtingscorrectiewaarde Beveilig beelden Waarde Classificatie flitsbelichtingscorrectie Mapnummer – bestandsnummer Diafragma Histogram Sluitertijd (Helderheid/RGB) Beeldstijl/Instellingen Meetmethode Opnamemodus ISO-snelheid Lichte tonen prioriteit Witbalans Opnamekwaliteit Kleurruimte Opnamedatum en -tijd Nummer van de Witbalanscorrectie opname/Totaal aantal opgenomen beelden...
Pagina 102
B Weergave met opname-informatie Voorbeeld van een foto gemaakt in een basismodus Sfeer en Opnamemodus sfeereffecten Licht of scène * Bij opnamen die zijn gemaakt in een basismodus kan het zijn dat de weergegeven informatie verschilt, afhankelijk van de opnamemodus. Voorbeeld van de filminformatieweergave Opnameduur Film/Weergave...
Pagina 103
Verkorte softwarehandleiding / Opnamen downloaden naar een computer In dit hoofdstuk wordt het volgende uitgelegd: Overzicht van de software voor EOS-camera’s De software downloaden en op een computer installeren De software-instructiehandleidingen (PDF-bestanden) downloaden en bekijken Beelden van de camera naar een computer downloaden ...
Pagina 104
Verkorte softwarehandleiding Informatie over de software In dit gedeelte wordt een overzicht gegeven van de verschillende softwaretoepassingen voor EOS-camera’s. Een internetverbinding is vereist om de software te downloaden en te installeren. Downloaden en installeren van de software is niet mogelijk zonder internetverbinding. EOS Utility Wanneer de camera op een computer is aangesloten, kunt u EOS Utility gebruiken om foto’s en movies die met de camera zijn...
Pagina 105
(De vorige versie wordt overschreven.) Download de software. Maak vanaf een computer verbinding met internet en ga naar de volgende Canon-website. www.canon.com/icpd Selecteer het land of de regio van uw verblijfplaats en download de software.
Pagina 106
U hebt een internetverbinding nodig om de software- instructiehandleidingen (PDF-bestanden) te downloaden. Downloaden is niet mogelijk zonder internetverbinding. Download de software-instructiehandleidingen (PDF-bestanden). Maak verbinding met internet en ga naar de volgende Canon- website. www.canon.com/icpd Selecteer het land of de regio van uw verblijfplaats en download ...
Pagina 107
Opnamen downloaden naar een computer U kunt de EOS-software gebruiken om de opnamen op de camera naar een computer te downloaden. Dit kan op twee manieren. Downloaden door de camera op de computer aan te sluiten Installeer de software (pag. 103) Gebruik de meegeleverde interfacekabel om de camera op een computer aan te sluiten.
Pagina 108
Opnamen downloaden naar een computer Opnamen downloaden met een kaartlezer U kunt ook een kaartlezer gebruiken om opnamen naar een computer te downloaden. Installeer de software (pag. 103) Plaats de kaart in de kaartlezer. Gebruik Digital Photo Professional om de opnamen te downloaden.
Pagina 109
Handelsmerken Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Pagina 110
Canon is niet verantwoordelijk voor enige schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door accessoires die niet van Canon zijn (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een accu). Deze garantie is niet van toepassing op reparaties die het gevolg zijn van defecten in accessoires die niet van Canon zijn.
Pagina 111
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon-europe.com/weee, of www.canon-europe.com/battery.
Pagina 112
VOORZICHTIG ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJEN WORDEN VERVANGEN DOOR EEN ONJUIST TYPE. HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN AAN DE LOKALE VOORSCHRIFTEN HIERVOOR.
Pagina 113
Index Nummers Filmopnameformaat ....89 Framesnelheid ......89 1280x720 (film) .......89 Handmatige scherpstelling..84 1920x1080 (film) ......89 Informatiedisplay......86 640x480 (film) .........89 Opnametijd......... 90 Weergave........96 Films in High-Definition (HD)..89 A (Automatisch/scène) ....50 Flitser (Speedlite) C (Automatisch/creatief)....56 Contactpunten voor Accu ........26, 28, 32 flitssynchronisatie.......
Pagina 114
Index C (Automatisch/creatief)..56 A (Automatisch/scène) ... 50 Lader.........24, 26 4 (Close-up)......61 Landschap ........60 7 (Flitser uit)......55 LCD-scherm........17 3 (Landschap)......60 Menuweergave......42 6 (Nacht portret)....... 64 Opname-instellingen ....21, 46 2 (Portret)......... 59 Opnamen weergeven ...68, 93 5 (Sport)........62 Lees-/schrijfindicator.......30 P (Voedsel) .......
Pagina 115
Index SD-, SDHC-, SDXC-kaarten 9 Kaarten Snel instellen........66 Sport ..........62 Standaardmodi........23 Statiefbevestigingspunt ....20 Taalselectie ........35 Temperatuurwaarschuwing ..81, 91 Transport/zelfontspanner ..21, 58 Tijdzone ..........33 Uitleg..........47 USB-aansluiting (digitaal) .....105 Veiligheidsmaatregelen....13 Vergroting........95 Videosysteem .........89 Voeding Accugegevens ......32 Maximumaantal opnamen ..32, 71 Opladen ........26 Voedsel ...........63 Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) .......50...
Pagina 117
EOS 1300D (W) Basisinstructiehandleiding voor de draadloze functie In de basisinstructiehandleiding voor de draadloze functie worden de basisbedieningsprocedures voor “Verbinding maken met een smartphone” en “Opnamen opslaan op Connect Station” uitgelegd.
Pagina 118
Canon Connect (3) Opnamen naar een Station* webservice versturen * Gebruik de nieuwste firmware. De CANON iMAGE GATEWAY-webservices worden niet in alle landen en gebieden ondersteund. Voor informatie over de ondersteunde landen en gebieden raadpleegt u de website van Canon (www.canon.com/cig).
Pagina 119
(3) m Opnamen opslaan op Connect Station Deel opnamen met vrienden en familie of deel opnamen met behulp van een reeks webservices via CANON iMAGE GATEWAY, een online fotoservice voor Canon-gebruikers (gratis registratie is vereist).
Pagina 120
Zorg bij het gebruik van draadloze functies voor adequate beveiliging, naar uw eigen inzicht en op uw eigen risico. Canon is niet aansprakelijk voor eventueel verlies of schade als gevolg van onbevoegde toegang of andere schendingen.
Pagina 121
Opnamen opslaan..............W-36 Aandachtspunten bij Wi-Fi (Wireless LAN)........ W-39 Index ..................W-41 Voor Problemen oplossen en Specificaties raadpleegt u de instructiehandleiding die u kunt downloaden van de Canon-website. Voor meer informatie over het downloaden van de instructiehandleiding raadpleegt u pagina 4.
Pagina 123
Voorbereiding en basisbediening In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een bijnaam opgeeft (ten behoeve van identificatie) die noodzakelijk is voor het gebruik van de draadloze functies en de basisbediening van de camera.
Pagina 124
Een bijnaam opgeven Stel eerst een bijnaam voor de camera in (ten behoeve van identificatie). Wanneer de camera draadloos op een ander apparaat is aangesloten, wordt de bijnaam op dat apparaat weergegeven. U kunt pas de draadloze functies instellen als u een bijnaam hebt ingevoerd. Selecteer [Wi-Fi/NFC].
Pagina 125
Een bijnaam opgeven Voer een bijnaam in. Voor instructies over het invoeren van tekens raadpleegt u de volgende pagina. U kunt 1 tot 10 willekeurige tekens gebruiken. Verlaat de instelling. Wanneer u klaar bent, drukt u op de ...
Pagina 126
Een bijnaam opgeven Het virtuele toetsenbord gebruiken Het invoergebied wijzigen Druk op de knop <Q> om tussen het bovenste en onderste invoergebied te wisselen. De cursor verplaatsen Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> in het bovenste gebied om de cursor te verplaatsen.
Pagina 127
Basisprincipes en -instellingen De basisprincipes voor het gebruik van de draadloze functies van de camera worden hier beschreven. Volg de procedures hieronder. Selecteer [Wi-Fi/NFC]. Selecteer op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen]. Druk op de knop <Z>...
Pagina 128
Basisprincipes en -instellingen Selecteer de Wi-Fi-functie waarmee u verbinding wilt maken. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om een item te selecteren. Als u de verbindingsinstellingen niet hebt vastgelegd, wordt het instelscherm weergegeven. Als u de verbindingsinstellingen al hebt vastgelegd, wordt het scherm voor opnieuw verbinden weergegeven.
Pagina 129
Basisprincipes en -instellingen Status draadloze verbinding U kunt de status van de draadloze verbinding controleren op het <k>-lampje van de camera. Verbindingsstatus <k>-lampje Verbonden Gegevens verzenden Knippert snel Wacht op verbinding/ Knippert wacht op nieuwe langzaam verbinding <k>-lampje Knippert vrij Verbindingsfout snel Aandachtspunten bij kabelverbindingen...
Pagina 130
NFC-functie Als u een smartphone met NFC-ondersteuning of Connect Station gebruikt, kunt u het volgende doen: Houd een smartphone tegen de camera om deze gemakkelijk draadloos met elkaar te verbinden (pag. W-19). Tijdens het afspelen van opnamen op de camera kunt u een ...
Pagina 131
NFC-functie Als u draadloze communicatie tot stand brengt met de NFC-functie, raadpleegt u de volgende pagina’s. Draadloos verbinden met een smartphone: pagina W-19* Opnamen naar een smartphone versturen: pagina W-30 Verbinden met Connect Station: pagina W-36 * Raadpleeg pagina’s W-16 en W-18 wanneer u verbinding maakt met een smartphone.
Pagina 132
Voorbereiding voor smartphones Om [q] (Verbinden met smartphone) te gebruiken, hebt u een smartphone met iOS of Android nodig. Daarnaast moet de toepassing Camera Connect (gratis) op de smartphone zijn geïnstalleerd. U kunt Camera Connect downloaden van de App Store of van ...
Pagina 133
Gemakkelijke verbinding met een smartphone Als u de camera met een smartphone verbindt, kunt u het volgende doen: • Bekijk opnamen die op de camera zijn opgeslagen, op een smartphone of sla bekeken opnamen op een smartphone op. • Bedien de camera om opnamen te maken of camera- instellingen te wijzigen met behulp van een smartphone.
Pagina 134
Verbindingsmethode Als de smartphone NFC ondersteunt: Zie pagina W-19. U kunt gemakkelijk verbinding maken via de NFC-functie. Als de smartphone NFC niet ondersteunt: Zie pagina W-22. Breng een verbinding tot stand door [Gemakkelijke verbinding] te selecteren. Smartphones die zijn voorzien van het symbool p, bieden ondersteuning voor NFC.
Pagina 135
Automatisch verbinding maken via de NFC-functie Gebruik de NFC-functie om verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een smartphone. De procedure voor verbinding via NFC is als volgt. (1) Schakel de camera en de smartphone in. (2) Schakel de NFC-functie in op de camera en de smartphone. (3) Houd de smartphone tegen de camera om de verbinding tot stand te brengen.
Pagina 136
Automatisch verbinding maken via de NFC-functie Maak verbinding met de camera. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het hier links weergegeven scherm op het LCD- scherm van de camera. Wanneer u verbinding maakt met dezelfde smartphone, wordt dit scherm niet opnieuw weergegeven.
Pagina 137
Automatisch verbinding maken via de NFC-functie Zo nodig kunt u ook “Aandachtspunten bij de NFC-functie” (pag. W-15) doornemen. Let goed op dat u de smartphone of de camera niet laat vallen wanneer u ze tegen elkaar houdt. Duw de smartphone niet met kracht tegen de camera. Hierdoor kunnen ...
Pagina 138
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding De camera en een smartphone kunnen rechtstreeks met elkaar worden verbonden via een draadloze verbinding. Er is geen toegangspunt nodig, zodat u gemakkelijk een draadloze verbinding tot stand kunt brengen. Om de verbinding tot stand te kunnen brengen, moet u een aantal handelingen op de smartphone uitvoeren.
Pagina 139
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Handelingen op de smartphone-1 Maak vanuit de smartphone Scherm van smartphone (voorbeeld) verbinding met de camera. Schakel de Wi-Fi-functie van de smartphone in en selecteer de SSID (netwerknaam) die op het LCD- scherm van de camera wordt weergegeven.
Pagina 140
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Selecteer de camera waarmee u verbinding wilt maken op de smartphone. Selecteer en raak de camera waarmee u verbinding wilt maken aan bij [Camera’s] in Camera Connect. Handelingen op de camera-2 Maak verbinding met de camera. Wanneer de verbinding tot stand is ...
Pagina 141
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Handelingen op de smartphone-2 Bedien de camera met Camera Connect. Voer verdere handelingen uit via Camera Connect. Zie pagina W-26. De instellingen voor verbinding met een smartphone zijn nu geconfigureerd. Op het instellingenscherm van Camera Connect kunt u de ...
Pagina 142
De camera met een smartphone bedienen Met een smartphone waarop Camera Connect is geïnstalleerd, kunt u opnamen bekijken die op de camera zijn opgeslagen en de camera op afstand bedienen om foto’s te maken. Het hoofdvenster van Camera Connect Hier volgt een beschrijving van de belangrijkste functies van Camera Connect.
Pagina 143
De camera met een smartphone bedienen De verbinding verbreken U kunt de verbinding op een van de volgende manieren verbreken. Tik op het Camera Connect- scherm van de smartphone op [t]. Zet de camera op <2>. Tijdens de verbinding kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt ...
Pagina 144
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een smartphone waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met ...
Pagina 145
Opnieuw verbinding maken Activeer de Wi-Fi-functie van de smartphone. Als de bestemmingsinstelling is gewijzigd, herstelt u deze om verbinding te kunnen maken met de camera. Start Camera Connect op de smartphone. Er wordt verbinding tot stand gebracht. Als u de SSID van de camera niet weet wanneer u opnieuw verbinding ...
Pagina 146
Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie Tijdens het afspelen van opnamen op de camera kunt u een smartphone die ondersteuning biedt voor NFC tegen de camera houden om een vastgelegde opname naar de smartphone te verzenden. Als er al een draadloze verbinding tot stand is gebracht, beëindigt ...
Pagina 147
Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie Selecteer de opnamen die u wilt verzenden. U kunt opnamen selecteren en verzenden. Wanneer de indexweergave is geselecteerd in stap 2, verschijnt het selectiescherm voor meerdere beelden. Zie stap 3 op pagina W-32. Afzonderlijke opnamen overbrengen U kunt opnamen afzonderlijk selecteren en verzenden.
Pagina 148
Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie Geselecteerde opnamen overbrengen U kunt meerdere opnamen tegelijk selecteren en verzenden. Als het selectiescherm voor meerdere beelden al wordt weergegeven, voert u de bewerking uit vanaf stap 3. Druk op <0>. Selecteer [Gesel. verz.]. Als u het formaat voor de te ...
Pagina 149
Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel deze in als dit nodig is. Selecteer op het weergegeven scherm een formaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.]. De geselecteerde opnamen worden verzonden. Wanneer de overdracht is voltooid, wordt het scherm van stap 1 weer weergegeven.
Pagina 150
Gemakkelijke beeldoverdracht via de NFC-functie De verbinding verbreken Om de beeldoverdracht te beëindigen, drukt u op de knop <M> op het scherm voor beeldoverdracht. Selecteer [OK] in het bevestigingsdialoogvenster om de verbinding te verbreken. Zo nodig kunt u ook “Aandachtspunten bij de NFC-functie” ...
Pagina 151
Gemakkelijke verbinding met Connect Station Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) is een apparaat waarmee u foto’s en films kunt importeren om ze te bekijken op uw televisie, smartphone, enzovoort of om ze via een netwerk te delen. U kunt foto’s en films makkelijk op Connect Station opslaan door deze camera tegen Connect Station te houden.
Pagina 152
Opnamen opslaan In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een draadloze verbinding tussen de camera en Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) tot stand kunt brengen. Als u opnamen op een andere manier wilt opslaan, raadpleegt u de instructiehandleiding voor Connect Station. Stel de camera van tevoren in op gebruik van de NFC-functie (pag.
Pagina 153
Opnamen opslaan Zo nodig kunt u ook “Aandachtspunten bij de NFC-functie” (pag. W-15) doornemen. Tijdens het opslaan van beelden kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Laat de camera niet op Connect Station vallen en duw de camera niet ...
Pagina 155
Het gebruik van Wireless LAN is in bepaalde landen en regio’s aan restricties gebonden en illegaal gebruik kan volgens landelijke of lokale wetgeving strafbaar zijn. Kijk op de website van Canon waar het gebruik van Wireless LAN is toegestaan, zodat u de regelgeving hieromtrent niet overtreedt.
Pagina 156
Handelsmerken Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi Protected Setup-symbool zijn ...
Pagina 157
Index Android........W-16 Bijnaam ........W-8 Camera Connect..... W-16, W-26 Connect Station......W-35 Eye-Fi-kaart ....... W-13 iOS ..........W-16 Kabel.......... W-13 NFC.... W-14, W-18, W-19, W-36 Opnamen versturen....W-30 Opnameformaat verkleinen..W-33 Opnamen maken op afstand..W-26 Opnamen versturen ....W-30 Opnamen weergeven....
Pagina 164
De beschrijvingen in deze Instructiehandleiding zijn in februari 2017 geactualiseerd. Voor informatie over de compatibiliteit met producten van na deze datum, kunt u zich wenden tot een Canon Service Center. Raadpleeg de website van Canon voor de meest recente instructiehandleiding.