Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NEDERLANDS
INSTRUCTIEHANDLEIDING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon EOS-1D Mark II Digital

  • Pagina 1 NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING...
  • Pagina 2: Camera Testen Voor Gebruik

    De EOS-1D Mark II is een hoogwaardige digitale AF-spiegelreflexcamera met een grote CMOS-sensor met 8,20 megapixels voor superscherpe details. De camera s compatibel met alle EF-lenzen van Canon (behalve de EF-S-lens) en is ontworpen voor het maken van snelle opnamen precies zoals u ze wilt hebben.
  • Pagina 3: Controlelijst Uitrusting

    (het document dat u nu leest) EOS-1D Mark II Software-instructies ¢ Hierin vindt u uitleg over het overzetten van afbeeldingen naar een pc en het bewerken van RAW-afbeeldingen. Garantiebewijs ¢ * Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig. * Het gebruik van geheugenkaarten van Canon wordt aanbevolen.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inleiding Controlelijst uitrusting ................3 Tips en waarschuwingen voor het gebruik .......... 8 Namen van de onderdelen ..............10 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ..16 Aan de slag ................17 Opladen van de batterij ..............18 Installeren en verwijderen van de batterij ...........
  • Pagina 5 Het AF-punt registreren en inschakelen ..........70 Activeringsgebied AF-punt ..............72 AF-gevoeligheid en maximaal diafragma van de lens .......73 Als autofocus niet werkt (handmatige focus) ........75 Transportmodus selecteren ...............77 Bediening met de zelfontspanner ............78 Belichting .................. 79 Een lichtmeetmodus selecteren ............80 AE-programma ...................84 AE-sluiterprioriteit ................86 AE-diafragmaprioriteit ................88 Preview scherptediepte ..............89...
  • Pagina 6: Veiligheidsmaatregelen

    Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken. Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen • Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen: - Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze handleiding worden genoemd.
  • Pagina 7 • Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
  • Pagina 8: Tips En Waarschuwingen Voor Het Gebruik

    ¡ De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Verwijder de batterij en breng de camera direct naar uw Canon-dealer als de camera nat is geworden. Droog de camera af met een droge doek als er waterspatten op de camera zijn gekomen.
  • Pagina 9: Waarschuwing Bij Langdurig Gebruik

    Bewaar geheugenkaarten altijd in een doosje ter bescherming van de opgeslagen opnamegegevens. ¡ Met sommige geheugenkaarten van een ander merk dan Canon kunt u mogelijk geen opnamen opslaan en afspelen. Gebruik in een dergelijk geval een geheugenkaart van Canon. ¡...
  • Pagina 10: Namen Van De Onderdelen

    Namen van de onderdelen Voor gedetailleerde informatie worden tussen haakjes referentiepaginanummers gegeven (p.**). Lensbevestigingsgaatje (p.23) Spiegel (p. 97) Lampje zelfontspanner Lensvergrendelingspin (p.78) Ontspanknop (p.28) Lensontgrendelings- knop (p.23) Oog voor draagriem (p.42) Lensbevestiging Contacten (p.9) Handgreep Previewknop scherptediepte (p.89) Statiefhouder Cameranummer Aan-/uitschakelaar bij verticaal gebruik (p.31) 〈I〉...
  • Pagina 11 Flitssynchronisatiecontacten Cameraschoen 〈U〉 Knop Beeldvlakmarkering LCD-paneelverlichting (p.96) 〈Q〉Lichtmeetmodusselectie- 〈I〉 Knop voor flitsbelich- /Flitsbelichtingscompensatieknop tingsvergrendeling/multi- (p. 80/81) spotmeting bij verticaal gebruik (p.151/82) 〈W〉 Selectieknop 〈O〉 Belichtingscompensatie- opnamestand (p. 84) /diafragmaknop (p.92/90) 〈E〉 AF-modusknop 〈6〉 Hoofdinstelwiel (p. 66) (p.29) 〈R〉 Transport- LCD-paneel (p.13) modusknop (p.77) 〈P/a〉...
  • Pagina 12 〈H〉 Beveiligings- LCD-scherm (p.32, 36) /geluidopnameknop (p.112/114) Oculairdop (p.37) 〈M〉 Menuknop (p.33) SD-kaartsleuf* (p.24) 〈X〉 Selectieknop Deksel (p.33) geheugen- kaartsleuf (p.24) 〈q〉 Digital OUT- aansluitbus CF-kaart- (p.111) sleuf (p.24) 〈C〉 DIGITAL- aansluitbus Aansluitbus voor rechtstreeks Uitwerpknop afdrukken CF-kaart (p.25) 〈V〉 Lees-/ Weergaveknop schrijfindicator (p.25)
  • Pagina 13 LCD-paneel aan de bovenzijde Diafragma Sluitertijden Aantal reeksopnamen (AEB) Bulbbelichting AF-puntselectiemodus (AF, [ ], HP) Belichtingstijd bulbbelichting (min:sec) Nummer geheugenkaart (1, 2) ], SEL) AF-puntselectiemodus ([ Flitsbelichtingsvergrendeling (FEL) Bezig (buSY, PC) Foutcodes (Err) Opnamestand d : AE-programma a : Handmatige belichting ISO-waarde s : AE-sluiterprioriteit f : AE-diafragmaprioriteit...
  • Pagina 14 LCD-scherm aan de achterzijde Beeldgrootte Witbalans Q Automatisch Groot W Daglicht Medium1 E Schaduw Medium2 R Bewolkt Klein Y Bulbbelichting TL-verlichting RAW+groot Flits 124 RAW+Medium1 O Aangepast 125 RAW+Medium2 P Kleurtemperatuur RAW+klein Pictogram gegevensoverdracht Pictogram Blauw/amber CF-kaartselectie Witbalanscorrectie Pictogram SD-kaartselectie Groen/magenta Geheugenkaartindicator Witbalanscorrectie...
  • Pagina 15: Zoekerinformatie

    Zoekerinformatie Zone spotmeting AF-gebied Laser-mat scherm AF-punt Belichtingsniveau- indicator Maximumaantal opnamen bij continu-opname JPEG-pictogram q Handmatige belichting oFocusbevestigingslampje w AE-vergrendeling Resterende opnamen AEB in werking Multi-spotmeting ISO-waarde Timer zelfontspanner r Flits gereed Flitsbelichtingsvergrendeling onjuist Standaardbelichtingsindex e High-speed flitssync Stappen belichtingsniveau (p.
  • Pagina 16: Symbolen En Afspraken Die In Deze Handleiding Worden Gebruikt

    ¡Voor meer informatie worden tussen haakjes referentiepaginanummers gegeven (p.**). ¡In deze instructiehandleiding wordt de camera gedemonstreerd met een Canon EF50mm f/1,4 USM-lens. ¡In de procedurebeschrijvingen wordt er van uitgegaan dat de menufuncties en persoonlijke voorkeuren staan ingesteld op de standaardinstellingen.
  • Pagina 17: Aan De Slag

    Aan de slag Dit hoofdstuk legt een aantal voorbereidende stappen en de basisbediening uit voor de EOS-1D Mark II...
  • Pagina 18: Opladen Van De Batterij

    Opladen van de batterij Raadpleeg de instructies voor het Ni-MH-batterijpakket NP-E3 of de Ni-MH-batterijlader NC-E2 voor meer informatie over het gebruik van de batterij. Sluit het netsnoer aan. Het <POWER>-lampje licht op. Verwijder het beschermdeksel en plaats de batterij. ¡Bevestig het deksel aan het kapje van het batterijcompartiment en berg deze op.
  • Pagina 19 Laad de batterij op. Wanneer u de batterij plaatst, begint deze automatisch op te laden en licht het <CHARGE>-lampje op. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, knippert het lampje snel (tweemaal per seconde). Het duurt ongeveer 120 minuten om een lege batterij volledig op te laden. ¡Verwijder de batterij na het opladen en haal het netsnoer uit de wandcontactdoos.
  • Pagina 20: Installeren En Verwijderen Van De Batterij

    Installeren en verwijderen van de batterij De batterij installeren Verwijder het kapje van het batterijcompartiment. ¡Houd het kapje aan beide zijden vast en trek het los. Installeer de batterij. ¡Terwijl u de batterij naar binnen duwt, draait u de ontgrendelknop in de richting van de pijl.
  • Pagina 21: De Batterij Verwijderen

    Bij 20 ˚C Ongeveer 1200 Bij 0 ˚C Ongeveer 800 De bovenstaande afbeeldingen zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. ¡ Het feitelijke aantal opnamen kan lager zijn dan hierboven is aangegeven, afhankelijk van de opnameomstandigheden. ¡ Het aantal mogelijke opnamen neemt af naarmate het LCD-scherm vaker wordt gebruikt.
  • Pagina 22: Het Gebruik Van Een Gewone Wandcontactdoos

    Het gebruik van een gewone wandcontactdoos Met de gelijkstroomkoppelingsset DCK-E1 kunt u de camera aansluiten op een gewone wandcontactdoos en hoeft u niet bang te zijn dat de batterij leegraakt. Plaats de gelijkstroomkoppeling. ¡Terwijl u de koppeling naar binnen duwt, draait u de ontgrendelknop in de richting van de pijl.
  • Pagina 23: Bevestigen En Verwijderen Van Een Lens

    Bevestigen en verwijderen van een lens Een lens bevestigen Verwijder de doppen. ¡Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting van de pijl. Plaats de lens. ¡Plaats de lens op de camera zodat de rode punten precies boven elkaar staan en draai de lens in de richting van de pijl totdat deze op zijn plaats klikt.
  • Pagina 24: Installeren En Verwijderen Van De Geheugenkaart

    Installeren en verwijderen van de geheugenkaart De camera is geschikt voor zowel een CF-kaart als een SD-kaart. Er moet ten minste één kaart zijn geïnstalleerd om opnamen mogelijk te maken. Als beide kaarten zijn geïnstalleerd, kunt u selecteren op welke kaart de afbeeldingen moeten worden opgeslagen.
  • Pagina 25: De Kaart Verwijderen

    Zet de knop < > op < >. Het aantal mogelijke opnamen wordt weergegeven op het bovenste LCD-paneel en in de zoeker. Mapnummer en bestandsnummer worden weergegeven op het LCD-scherm op de achterzijde. Het pictogram voor de gebruikte geheugenkaart wordt ook weergegeven.
  • Pagina 26 De lees-/schrijfindicator brandt of knippert als de opname wordt ¡ gemaakt, als er gegevens worden overgebracht naar de geheugenkaart en als er gegevens worden opgeslagen, gelezen of gewist op de geheugenkaart. Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, mag u de volgende handelingen niet uitvoeren. Anders kunt u de opnamegegevens beschadigen.
  • Pagina 27: Basisgebruik

    Basisgebruik Aan-/uitschakelaar De camera werkt alleen als de schakelaar < > is ingeschakeld. < > : De camera is uitgeschakeld en werkt niet. < > : Zet de schakelaar in deze positie om de camera in te schakelen. < > : Dit is hetzelfde als < >, behalve dat er een pieptoon is te horen wanneer het...
  • Pagina 28: Half Indrukken ( 9 )

    De ontspanknop De ontspanknop heeft twee fasen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische focus (AF) en het automatische belichtingsmechanisme (AE), waarmee de sluitertijd en het diafragma worden bepaald.
  • Pagina 29 Het instelwiel < > gebruiken Het instelwiel < > wordt vooral gebruikt voor opname-instellingen. U kunt het op drie manieren gebruiken: (1) Wanneer u een knop indrukt, draait u aan het instelwiel < > totdat de gewenste instelling wordt weergegeven op het LCD-paneel. Wanneer u de knop loslaat, wordt de geselecteerde instelling van kracht en is de camera klaar voor een opname.
  • Pagina 30: Het Instelwiel

    Het instelwiel < > gebruiken Het instelwiel < > wordt gebruikt om het AF-punt en het LCD- scherminstelling te selecteren. Dit instelwiel < > werkt alleen als de schakelaar < > op < > staat. U kunt dit instelwiel < >...
  • Pagina 31: Verticaal Fotograferen

    Verticaal fotograferen Om verticaal te fotograferen, heeft de verticale greep (onderaan de camera) een ontspanknop, een hoofdinstelwiel, een knop voor AF-puntselectie, een AE-vergrendelingsknop, een helpknop en een knop voor flitsbelichtingsvergrendeling/multi-spotmeting. ¡Voordat u de knoppen van de verticale greep gebruikt, zet u de aan-/ uitschakelaar voor de bediening van de verticale greep op aan.
  • Pagina 32: Menugebruik

    Menugebruik Met de menu's kunt u diverse optionele instellingen maken, zoals bewerkingsparameters, datum/tijd, persoonlijke voorkeuren, enz. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gaat u door naar de volgende stap met de knop < >, de knop < > en het instelwiel < >...
  • Pagina 33: Procedure Menu-Instelling

    Procedure menu-instelling Geef het menu weer. ¡Druk op de knop < > om het menu weer te geven. Druk nogmaals op de knop om het menu te sluiten. ¡Open het menu en volg de onderstaande procedure: Selecteer een tabblad zxcbn ¡Houd de knop <...
  • Pagina 34: Menu-Instellingen

    Sluit het menu af. ¡Druk op de knop < > om af te sluiten. Menu-instellingen < > Opnamemenu Handm. Handmatige instelling 2 sec. witbalans van de witbalans 4 sec. Kijktijd 8 sec. Compressieverhouding JPEG-kwaliteit voor Vastzetten Standaard Ruisreductie Set 1 Parameters Set 2 ISO(vergroten)
  • Pagina 35 < > Instellingenmenu 1 < > Instellingenmenu 2 1 min. 5 niveaus 2 min. Helderheid 4 min. Datum/Tijd Stel Datum & Tijd in Uitschakelen 8 min. Taal 12 talen 15 min. NTSC Video Systeem 30 min. Update? Auto reset Firmware firmware wordt Bestandsnr.
  • Pagina 36: Het Lcd-Scherm

    Het LCD-scherm ¡Als u gebruikmaakt van het LCD-scherm, kunt u het instelwiel < > gebruiken, zelfs als de schakelaar < > op < > staat. ¡U kunt het LCD-scherm niet als zoeker gebruiken om opnamen te maken. ¡Als u de helderheid van het LCD-scherm wilt aanpassen, selecteert u >...
  • Pagina 37: Dioptrische Aanpassing

    Dioptrische aanpassing Verwijder de oculairdop. ¡Pak beide zijden van de oculairdop beet en schuif de dop omhoog om deze te verwijderen. Draai aan de diopterknop. ¡Draai de knop naar rechts of links totdat het AF-punt of de middelste spotmetingszone in de zoeker scherp is. Plaats de oculairdop terug.
  • Pagina 38: Datum En Tijd Instellen

    3Datum en tijd instellen Selecteer [Datum/Tijd]. ¡Selecteer het tabblad < >. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om [Datum/Tijd] te selecteren. Laat de knop < > vervolgens los. Stel de datum en tijd in. ¡De selectie schakelt over naar het volgende item telkens wanneer u drukt op de knop <...
  • Pagina 39: Batterij Voor Datum/Tijd Vervangen

    Batterij voor datum/tijd vervangen De levensduur van de back-upbatterij voor datum/tijd is ongeveer 10 jaar. Als de datum/tijd wordt gereset, vervangt u de back-upbatterij door een nieuwe CR2025 lithiumbatterij, zoals hieronder wordt uitgelegd. Zet de schakelaar < > op < >...
  • Pagina 40: Reinigen Van De Cmos-Sensor

    Denkt u eraan dat de CMOS-sensor zeer gevoelig is. Indien mogelijk moet u de beeldsensor laten reinigen door een Canon Service Center. Als u de CMOS-sensor wilt schoonmaken, gebruikt dan u gelijkstroomkoppelingsset om de camera aan te sluiten op een gewone wandcontactdoos.
  • Pagina 41: De Cmos-Sensor Schoonmaken

    Druk de ontspanknop helemaal in. De spiegel wordt opgeklapt en de sluiter wordt geopend. De CMOS-sensor schoonmaken ¡Gebruik een blaasbuisje om stof op het oppervlak van de CMOS-sensor voorzichtig te verwijderen. Sluit het menu Sensor schoonmaken. ¡Zet de knop < >...
  • Pagina 42: De Riem Bevestigen

    De riem bevestigen Haal het einde van de riem van onderaf door het oog en de gesp van de riem. Nadat u de riem hebt vastgemaakt, trekt u eraan om te controleren of deze niet uit de gesp kan glijden.
  • Pagina 43: Opname-Instellingen

    Opname-instellingen Dit hoofdstuk legt de instellingen uit voor het maken van digitale opnames: opnamekwaliteit, ISO-waarde, witbalans, kleurmatrix en bewerkingsparameters.
  • Pagina 44: Opnamekwaliteit Instellen

    3Opnamekwaliteit instellen U kunt de beeldgrootte (opgeslagen pixels) en de JPEG-kwaliteit (compressieverhouding) instellen. Bij het selecteren van de beeldgrootte kunt u ook aangeven of u tegelijkertijd RAW- en JPEG-opnamen wilt opslaan. Het selecteren van de beeldgrootte Bij alle instellingen behalve < >...
  • Pagina 45: De Raw-Indeling

    ¡Het maximumaantal opnamen is gebaseerd op een geheugenkaart van 250 MB. ¡De bestandsgrootte en het maximumaantal opnamen zijn gebaseerd op de testcriteria van Canon (JPEG-kwaliteit: 8, bewerkingsparameters: normaal, ISO 100, enzovoort). De werkelijke bestandsgrootte en het maximumaantal opnamen is afhankelijk van het onderwerp, de JPEG-kwaliteit, de opnamestand, de ISO-waarde, de bewerkingsparameters en dergelijke.
  • Pagina 46: De Jpeg-Kwaliteit (Compressieverhouding) Instellen

    De JPEG-kwaliteit (compressieverhouding) instellen U kunt bij de standen de opnamekwaliteit instellen. Selecteer [JPEG-kwaliteit]. ¡Selecteer het tabblad < >. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om de gewenste [JPEG kwaliteit] te selecteren. Laat de knop < >...
  • Pagina 47: Iso-Waarde Instellen

    ISO-waarde instellen De ISO-waarde is een numerieke indicatie van de lichtgevoeligheid. Een hogere ISO-waarde betekent een grotere lichtgevoeligheid. Een hoge ISO-waarde is geschikt voor slechte lichtomstandigheden en bewegende onderwerpen. Door de ruis en dergelijke kan de opname er wel grover uitzien.
  • Pagina 48: Witbalans Selecteren

    3Witbalans selecteren Bij de instelling <Q> zal doorgaans automatisch de optimale witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Q> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u de witbalans handmatig instellen op de lichtomstandigheden van dat moment. Selecteer de witbalansinstelling. ¡ Houd de knop <B>...
  • Pagina 49: Aangepaste Witbalans

    3Aangepaste witbalans Bij de aangepaste witbalans fotografeert u een wit object dat als basis wordt gebruikt voor de instelling van de witbalans. Wanneer u deze opname selecteert, worden de desbetreffende witbalansgegevens geïmporteerd voor de witbalansinstelling. Fotografeer een wit object. ¡Zorg ervoor dat het effen witte object het centrale gedeelte van de meetcirkel volledig vult.
  • Pagina 50 Importeer de gegevens van de witbalans. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om [OK] te selecteren. Laat de knop < > vervolgens los. De witbalansgegevens van de opname worden geïmporteerd. Selecteer < >. ¡Houd de knop <...
  • Pagina 51: Kleurtemperatuur Instellen

    Kleurtemperatuur instellen U kunt de kleurtemperatuur van de witbalans numeriek instellen. Selecteer < > voor de witbalans. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om < > te selecteren. Stel de kleurtemperatuur in. ¡Houd de knop < >...
  • Pagina 52: Witbalans Corrigeren

    Witbalans corrigeren U kunt de standaardkleurtemperatuur van de witbalansinstelling corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van kleurtemperatuurconversie of een kleurencompensatiefilter. Elke kleur kan in negen niveaus worden gecorrigeerd. Gebruikers die bekend zijn met het gebruik van kleuremperatuurconversie of kleurencompensatiefilters zullen deze functie waarderen.
  • Pagina 53: Automatische Reeksopnamen Op Basis Van De Witbalans

    Automatische reeksopnamen op basis van de witbalans Het is mogelijk drie opnamen met een verschillende kleurtoon in één keer op te slaan. De opname wordt niet alleen opgeslagen met de standaardkleurtemperatuur van de witbalansmodus, maar ook met meer blauw/amber en met meer magenta/groen. Dit worden reeksopnamen op basis van de witbalans genoemd.
  • Pagina 54 Maak de opname. De drie opnamen van de reeks worden in deze volgorde op de geheugenkaart opgeslagen: standaardkleurtemperatuur, verlaagde kleurtemperatuur en verhoogde kleurtemperatuur. ¡Als u het maken van reeksopnamen op basis van de witbalans wilt annuleren, kiest u de instelling <...
  • Pagina 55: Kleurmatrix Selecteren

    3Kleurmatrix selecteren Met de kleurmatrix kunt u de gewenste kleurschaduw, kleurtoon en kleurruimte (bereik van te reproduceren kleuren) selecteren. Deze zijn vergelijkbaar met de kenmerken van een kleurenfilm. Selecteer [Kleurmatrix]. ¡Selecteer het tabblad < >. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel <...
  • Pagina 56: Aangepaste Instellingen Voor Kleurmatrix Aanmaken

    Aangepaste instellingen voor kleurmatrix aanmaken U kunt de volgende instellingen van de kleurmatrix aanpassen: ([Kleurruimte], [Verzadiging] en [Kleurtoon]) Selecteer [Kleurmatrix]. ¡Selecteer het tabblad < >. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om [Kleurmatrix] te selecteren. Laat de knop vervolgens los.
  • Pagina 57: Instellingen Van De Kleurmatrix

    Selecteer de gewenste instelling. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < >om de gewenste instelling te selecteren. Laat de knop vervolgens los. ¡Druk op de knop < > om terug te gaan naar stap 2. Selecteer het nummer van de KM-instelling.
  • Pagina 58: Bewerkingsparameters Instellen

    3Bewerkingsparameters instellen De door u gemaakt opname kan automatisch door de camera worden bewerkt volgens een van drie sets door u ingestelde bewerkingsparameters ([Tooncurve], [Scherpte] en [Contrast]). Gebruik de meegeleverde software voor het vastleggen van de kleurtooncurve. Parameter Effect Tooncurve Voor het wijzigen van de helderheid, de kleurtoon en dergelijke.
  • Pagina 59 Selecteer het in te stellen item. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om de parameter te selecteren. Laat de knop vervolgens los. Selecteer de gewenste instelling. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < >...
  • Pagina 60: Instellen Van De Map En De Geheugenkaart

    Instellen van de map en de geheugenkaart U kunt mappen aanmaken en selecteren. Wanneer uw camera is uitgerust met een CF-kaart én een SD-kaart, kunt u kiezen welke geheugenkaart u wilt gebruiken. Het is ook mogelijk opnamen op beide kaarten op te slaan waarbij een exemplaar dient als reservekopie. Stel de camera in op de mapmodus.
  • Pagina 61: Een Map Selecteren

    Het nummer 999 is het hoogst mogelijke mapnummer. Mappen aanmaken met een pc Maak een nieuwe map aan met de naam “Dcim” terwijl de map van de geheugenkaart op het scherm geopend is. Open de map Dcim en maak hieronder net zoveel mappen aan als u wilt om de afbeeldingen overzichtelijk op te slaan.
  • Pagina 62: Beide Geheugenkaarten Gebruiken Voor Opslag (Back-Up)

    Beide geheugenkaarten gebruiken voor opslag (back-up) De opname wordt op de CF-kaart en op de SD-kaart opgeslagen in de map met hetzelfde nummer en heeft hetzelfde bestandsnummer, hetzelfde aantal pixels en dezelfde opnamekwaliteit. Selecteer [BackUp]. ¡Selecteer het tabblad < >. ¡Houd de knop <...
  • Pagina 63: Methoden Voor Bestandsnummering

    3Methoden voor bestandsnummering De bestandsnummers zijn vergelijkbaar met de beeldnummers op een film. Er zijn twee methoden voor bestandsnummering: [Auto reset] en [Continu]. De opgeslagen opnamen krijgen automatisch een bestandsnummer toegewezen tussen 0001 tot 9999. De opnamen worden opgeslagen in de geselecteerde map. Selecteer [Bestandnr.].
  • Pagina 64: Continue Nummering

    Continue nummering De volgorde van de bestandsnummering wordt niet onderbroken, zelfs niet wanneer u de geheugenkaart vervangt. Zo wordt voorkomen dat opnamen hetzelfde bestandsnummer hebben en is het gemakkelijker om de opnamen met een pc te beheren. Bestandsnummering na het Bestandsnummering na vervangen van de geheugenkaart het wijzigen van de map...
  • Pagina 65: Autofocusmodi En Transportmodi

    Autofocus en transportmodi Het ovale AF-gebied heeft 45 AF-punten. Door het optimale AF-punt te kiezen wordt een automatische focus uitgevoerd terwijl u toch het gewenste onderwerp in beeld houdt. Tevens kunt u de automatische focus instellen op het onderwerp of het beoogde effect. Stel eerst de knoppen <...
  • Pagina 66: De Af-Modus Selecteren

    De AF-modus selecteren Stel de focusinstellingsknop op de lens in op < >. Selecteer de gewenste AF-modus. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om de gewenste AF-modus te selecteren in het LCD-paneel. Laat de knop vervolgens los.
  • Pagina 67: Een Niet-Gecentreerd Onderwerp Scherpstellen

    Een niet-gecentreerd onderwerp scherpstellen Als u wilt scherpstellen op een onderwerp dat buiten het ovale AF-gebied valt, volgt u de onderstaande procedure. Deze techniek noemt men focusvergrendeling. Focusvergrendeling is alleen mogelijk in de modus One Shot AF. Richt het AF-gebied of het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
  • Pagina 68: Af-Punten Selecteren

    AF-punten selecteren Automatische selectie Uit de vijfenveertig AF-punten selecteert de camera automatisch het AF-punt dat het beste past bij het onderwerp. Handmatige AF-puntselectie (U kunt kiezen uit drie groepen AF-punten) 1. Handmatig kunt u elk van de vijfenveertig AF-punten selecteren. 2.
  • Pagina 69: Handmatige Selectie Met Slechts 11 Af-Punten

    ¡ Als u een verticaal AF-punt wilt selecteren, kunt u ook op de knop < > drukken, vervolgens de knop < > ingedrukt houden en aan het instelwiel < > draaien. ¡ Als er twee AF-punten gaan branden ( ), worden beide gebruikt voor de scherpstelling.
  • Pagina 70: Het Af-Punt Registreren En Inschakelen

    Het AF-punt registreren en inschakelen Door een AF-punt dat u vaak gebruikt te registreren, kunt u er ogenblikkelijk naar overschakelen. U kunt elk van de vijfenveertig AF- punten registreren. U kunt echter slechts één AF-punt tegelijk registreren. AF-punt registreren Selecteer het AF-punt dat u wilt registreren.
  • Pagina 71: Overschakelen Naar Het Geregistreerde Af-Punt

    Overschakelen naar het geregistreerde AF-punt Als u naar een geregistreerd AF-punt wilt overschakelen, drukt u tegelijkertijd op de knoppen < > en < >. Met C.Fn-18-1/2 (p.153) hoeft u echter alleen maar op de knop < > te drukken om over te schakelen naar het geregistreerde AF-punt.
  • Pagina 72: Activeringsgebied Af-Punt

    Activeringsgebied AF-punt C.Fn-17 U kunt C.Fn-17 zo instellen dat de omliggende AF-punten worden opgenomen in het activeringsgebied van het AF-punt. (C.Fn-17) (p.152) Stel persoonlijke voorkeuren in met < >. • Het activeringsgebied uitbreiden tot 7 punten C.Fn-17-1 (p.152) Een groter activeringsgebied maakt het eenvoudiger om scherp te stellen op snel bewegende onderwerpen.
  • Pagina 73: Af-Gevoeligheid En Maximaal Diafragma Van De Lens

    AF-gevoeligheid en maximaal diafragma Alle AF-punten van de EOS-1D Mark II zijn gevoelig over de horizontale lijn. Bij lenzen met een groot maximaal diafragma kunnen sommige AF- punten echter functioneren als kruissensoren voor een grotere AF-precisie. (1) Bij lenzen met een maximaal diafragma van f/2,8 of groter functioneren de gemarkeerde AF-punten in de afbeelding als kruissensoren die...
  • Pagina 74 (3) Als de volgende lenzen uit de L-serie met een maximaal diafragma van f/8 of hoger worden aangesloten met een extender, werkt AF alleen met het middelste AF-punt (gevoelig over de horizontale lijn). AF werkt niet met de andere AF-punten. ¡...
  • Pagina 75: Als Autofocus Niet Werkt (Handmatige Focus)

    Als autofocus niet werkt (handmatige focus) Met autofocus lukt het niet altijd om het onderwerp scherp te stellen (het focusbevestigingslampje < > knippert) bij de volgende onderwerpen: Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld (a) Onderwerpen met weinig contrast Voorbeeld: strakblauwe lucht, muren met een effen kleur, enz. (b) Onderwerpen in slecht licht (c) Reflecterende onderwerpen met extreem tegenlicht Voorbeeld: wagen met reflecterende carrosserie, enz.
  • Pagina 76: Handmatig Scherpstelling

    Handmatig scherpstelling Zet de focunsinstellingsknop van de lens op < > en draai aan de focusring om scherp te stellen. ¡ Als u een AF-punt selecteert en de ontspanknop half indrukt tijdens een handmatige focus, knippert het AF-punt en gaat het focusbevestigingslampje branden wanneer focus wordt bereikt.
  • Pagina 77: Transportmodus Selecteren

    Transportmodus selecteren Selecteer de transportmodus. ¡Houd de knoppen < > en < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om de transportmodus te selecteren. Laat de knoppen vervolgens los. Enkele opnamen Continu-opnamen met lage snelheid: maximaal 3 opnamen per seconde Continu-opnamen met hoge snelheid: maximaal 8,5...
  • Pagina 78: Bediening Met De Zelfontspanner

    Bediening met de zelfontspanner Selecteer de zelfontspannermodus. ¡Houd de knoppen < > en < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om de zelfontspannermodus te selecteren. Laat de knoppen vervolgens los. : zelfontspanner van 10 seconden : zelfontspanner van 2 seconden Stel scherp op het onderwerp.
  • Pagina 79: Belichting

    Belichting U kunt voor ieder onderwerp de optimale lichtmeetmodus, transportmodus en opnamemodus instellen ( ). Ook enkele andere handige opnamefuncties worden hier beschreven. Stel eerst de knop < > in op < >. Stel indien nodig ook de knop < >...
  • Pagina 80: Een Lichtmeetmodus Selecteren

    q Een lichtmeetmodus selecteren Selecteer de lichtmeetmodus. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om de gewenste meetmodus te selecteren. Laat de knop vervolgens los. Evaluatieve lichtmeting Dit is de standaardmeetmethode van de camera die zelfs geschikt is voor onderwerpen met tegenlicht.
  • Pagina 81: Gemiddelde Meting Met Nadruk Op Het Midden

    Gemiddelde meting met nadruk op het midden De meting wordt uitgevoerd in het midden, waarna een gemiddelde voor de gehele opname wordt berekend. Spotmeting van een AF-punt Voor een snelle selectie van een AF-punt kunt u het aantal te selecteren AF-punten beperken tot 11 (C.Fn-13-1) of 9 (C.Fn-13-3).
  • Pagina 82: Multi-Spotmeting

    Multi-spotmeting Bij een multi-spotmeting ziet u de relatieve belichtingsniveaus van diverse gebieden van de opname en stelt u zelf de belichting in om het door u gewenste resultaat te bereiken. Stel de lichtmeetmodus in op spotmeting. (p. 80) Druk op de knop < >.
  • Pagina 83 ¡ U kunt per opname maximaal acht spotmetingen uitvoeren. Als u de knop < > nogmaals indrukt voor een negende spotmeting wordt deze meting niet vastgelegd. ¡ De belichtingsinstelling die via een multi-spotmeting is verkregen, vervalt in de volgende gevallen: (1) Na de laatste spotmeting verstrijken 16 seconden.
  • Pagina 84: Ae-Programma

    dAE-programma Selecteer < > op het LCD-paneel. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < > om < > te selecteren. Laat de knop vervolgens los. Stel scherp op het onderwerp. ¡Kijk door de zoeker en richt de ellips van het AF-gebied op het onderwerp.
  • Pagina 85 ¡ Wanneer “ ” en de maximumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-waarde of gebruik de flitser. 8000 ¡ Wanneer “ ” en de minimumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van overbelichting. Verlaag de ISO-waarde of plaats een ND-filter (neutral density filter) op de lens.
  • Pagina 86: Ae-Sluiterprioriteit

    s AE-sluiterprioriteit In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch de diafragmawaarde in die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-sluiterprioriteit. Met een snelle sluitertijd kan de beweging van een snelbewegend onderwerp worden 'bevroren' en met een langzame sluitertijd kan het onderwerp onscherp worden weergegeven om de indruk van beweging te geven.
  • Pagina 87 ¡ Wanneer de maximumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel < > totdat de diafragmawaarde niet meer knippert, om een langzamere sluitertijd in te stellen. U kunt ook de ISO-waarde verhogen. ¡ Wanneer de minimumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van overbelichting. Draai aan het instelwiel <...
  • Pagina 88: Ae-Diafragmaprioriteit

    fAE-diafragmaprioriteit In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-diafragmaprioriteit. Een groter diafragma (lager f/getal) geeft een vage achtergrond die ideaal is voor portretten. Hoe lager het f/getal, des te waziger de achtergrond.
  • Pagina 89: Preview Scherptediepte

    Kijk in de zoeker en maak de opname. ¡Wanneer de sluitertijd niet knippert, is de belichting goed. 30" ¡ Wanneer de “ ”-sluitertijd knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel < > totdat de sluitertijd niet meer knippert, om een groter diafragma (lager f/getal) in te stellen.
  • Pagina 90: Handmatige Belichting

    a Handmatige belichting In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde in. Kijk naar de belichtingsniveau-indicator in de zoeker of gebruik een handmatige belichtingsmeter om de belichting te bepalen. Deze methode wordt handmatige belichting genoemd. *a staat voor handmatig (manual). Selecteer <...
  • Pagina 91 Stel de belichting in. Belichtingsniveau-indicator ¡Controleer het belichtingsniveau en stel de sluitertijd en het diafragma in. Maak de opname. Als het belichtingsniveau aan de boven- of onderkant knippert, betekent dit dat de belichting meer dan +/-3 stappen wordt overschreden.
  • Pagina 92: Belichtingscompensatie Instellen

    Belichtingscompensatie instellen Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichtingsinstelling van de camera te wijzigen. U kunt het beeld lichter (verhoogde belichting) of donkerder (verminderde belichting) laten lijken. De belichtingscompensatie kan worden ingesteld op +/–3 stappen in verhogingen van 1/3. Zet eerst de knop < >...
  • Pagina 93: Reeksopnamen Met Automatische Belichting

    hReeksopnamen met automatische belichting (AEB) De camera kan het belichtingsniveau automatisch wijzigen met +/–3 stappen in verhogingen van 1/3 voor drie opeenvolgende opnamen. Dit worden reeksopnamen met automatische belichting (AEB) genoemd. Er zijn twee manieren voor het maken van reeksopnamen met automatische belichting.
  • Pagina 94 AEB met wijziging van de ISO-waarde Stel de ISO-waarde in voor de standaardbelichting van de reeksopnamen. Als u bijvoorbeeld een reeksopname wilt met +/- 1 stap voor ISO 200, 400 en 800, stelt u de ISO-waarde in op 400. Stel de AEB-waarde in. ¡...
  • Pagina 95: Ae-Vergrendeling

    AE-vergrendeling Met AE-vergrendeling kunt u de belichting op een andere plaats vergrendelen dan het focuspunt. Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u het beeld opnieuw samenstellen terwijl u het gewenste belichtingsniveau handhaaft. Deze functie is handig voor onderwerpen met tegenlicht of onder een spotje. Stel scherp op het onderwerp.
  • Pagina 96: Bulb-Opnamen

    Bulb-opnamen Wanneer bulb is ingesteld, blijft de sluiter geopend zolang u de ontspanknop geheel houdt ingedrukt. Deze methode wordt bulbbelichting genoemd. Gebruik de instelling voor bulbbelichting voor nachtopnamen, vuurwerk en andere opnamen waarvoor een lange belichting vereist is. Selecteer “ ”...
  • Pagina 97: Spiegel Opklappen

    De spiegel opklappen Het opklappen van de spiegel is mogelijk met C.Fn-12. (p. 151). Hierdoor wordt voorkomen dat de spiegel trillingen veroorzaakt en de opname er wazig uitziet bij close-ups of bij het gebruik van een supertelelens. Stel de persoonlijke voorkeuren in via <...
  • Pagina 98: Flitsfotografie

    Flitsfotografie Met de Speedlites van de EX-serie Met de voor de EOS geschikte Speedlite-flitsers uit de EX-serie is flitsfotografie net zo eenvoudig als elke andere automatische belichtingsmodus. Raadpleeg de instructiehandleiding van de Speedlite uit de EX-serie voor informatie over het gebruik ervan. De EOS-1D Mark II is een Type A-camera die compatibel is met alle Speedlites uit de EX-serie en die beschikt over onderstaande functies.
  • Pagina 99: Meting Van Handmatige Flitsbelichting

    Meting van handmatige flitsbelichting U kunt de flitsbelichting handmatig instellen bij flitsen voor close-ups. Volg onderstaande procedure wanneer u een Speedlite uit de EX-serie gebruikt die beschikt over een handmatige flitsmodus: Stel de camera- en Speedlite-instellingen in. ¡ Stel de opnamestand van de camera in op < >...
  • Pagina 100: Pc-Aansluitbus

    Flitsers gebruiken van een ander merk Synchronisatietijd De EOS-1D Mark II kan synchroniseren met compacte flitsers van andere merken op sluitertijden van 1/250 sec. of trager. Bij grotere studioflitsers is de flitssynchronisatietijd 1/125 sec. of trager. Test de flitser om er zeker van te zijn dat deze correct synchroniseert met de camera.
  • Pagina 101: Opnameweergave

    Opnameweergave U kunt opnamen die u hebt gemaakt bekijken of verwijderen. U kunt er zelfs geluid aan toevoegen. Opnamen gemaakt met een andere camera: De camera kan in de volgende gevallen opnamen mogelijk niet correct weergeven: opnamen gemaakt met een andere camera, bewerkt op een pc of waarvan de bestandsnamen zijn gewijzigd.
  • Pagina 102: Opnamen Bekijken

    3Opnamen bekijken Opnamen worden meteen na het maken weergegeven op het LCD- scherm. U kunt een van de volgende drie opties instellen: [Aan] om de afbeelding weer te geven, [Aan (info)] om zowel de afbeelding als informatie weer te geven en [Uit] om de afbeelding niet weer te geven. Selecteer [Bekijken].
  • Pagina 103 Kijktijd U kunt het aantal seconden dat een opname wordt weergegeven op het LCD-scherm, wijzigen. Selecteer [Kijktijd]. ¡Selecteer het tabblad < >. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai het instelwiel < > naar [Kijktijd]. Laat de knop vervolgens los. Selecteer de gewenste instelling.
  • Pagina 104: Opnamen Automatisch Roteren

    3Opnamen automatisch roteren Verticale opnamen kunnen automatisch worden geroteerd zodat ze tijdens het afspelen rechtop worden weergegeven. De afbeeldingsrotatie werkt alleen als de instelling [Beeldomkeren] tijdens het maken van de verticale opnamen op [Aan] staat. De afbeeldingsrotatie werkt niet als de instelling [Beeldomkeren] tijdens het maken van de verticale opnamen op [Uit] staat.
  • Pagina 105: Opnameweergave

    Opnameweergave Elke opname kan worden geselecteerd voor weergave. U kunt een enkele opname, opname-informatie, een index of een vergroting weergeven. Geef de opname weer. ¡Druk op de knop < >. De laatst gemaakte opname wordt weergegeven op het LCD-scherm. Selecteer de opname. ¡Houd de knop <...
  • Pagina 106: Weergaveformaat Wijzigen

    Weergaveformaat wijzigen Geef de opname weer. Wijzig het weergaveformaat. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai aan het instelwiel < >. Het weergaveformaat op het LCD- scherm verandert. ¡Laat de knop los als het gewenste weergaveformaat op het scherm verschijnt.
  • Pagina 107: Weergave Met Opname-Informatie

    Weergave met opname-informatie Waarde belichtingscompensatie Wispreventie Geluidsopname Diafragma Opnamekwaliteit Sluitertijd Geheugenkaart AF-punt Histogram Waarde flitsbelichtings- Gegevens compensatie opnameverificatie Lichtmeetmodus aangehecht Transportmodus Mapnummer Witbalans Bestandsnr. ISO-waarde Datum en tijd Kleurtemperatuur als Witbalanswaarde bij reeksopnamen <P> is ingesteld op basis van de witbalans Waarde ISO-snelheid Witbalanscorrectie Waarschuwing bij overbelichting...
  • Pagina 108 3Histogram > kunt u [Toon histogram] instellen op [Helder] of [RGB]. In het menu < [Weergave Helder] Voorbeeld- Dit histogram toont in grafiekvorm de verdeling histogrammen van het helderheidsniveau van de opname. De horizontale as geeft het helderheidsniveau aan (donkerder aan de linkerkant en lichter aan de rechterkant) en de verticale as geeft aan hoeveel Donkere opname pixels er voor ieder helderheidsniveau bestaan.
  • Pagina 109: Beeldvergroting

    Beeldvergroting Opnamen kunnen 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot op het LCD-scherm. Selecteer de opname die u wilt vergroten. Vergroot de opname. ¡Houd de knop < > ingedrukt en druk op de knop < > om de opname te vergroten of druk op de knop < >...
  • Pagina 110: Een Opname Roteren

    3Een opname roteren U kunt een opname 90˚ of 270˚ rechtsom roteren. Opnamen worden dan in de correcte richting weergegeven als u ze bekijkt. Selecteer [Roteren]. ¡Selecteer het tabblad < >. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai het instelwiel < >...
  • Pagina 111: Opnamen Op De Tv Bekijken

    Opnamen op de tv bekijken > het item [Video Systeem] in op [NTSC] of Stel in het menu < [PAL] in overeenstemming met het systeem van uw tv. Schakel de camera en de tv altijd uit voordat u de camera aansluit of loskoppelt. Sluit de camera aan op de tv.
  • Pagina 112: Wispreventie

    Wispreventie Enkele opname beveiligen Voorkomt dat de opname per ongeluk wordt gewist. Geef de opname weer die u wilt beveiligen. Beveilig de opname. ¡Druk op de knop < >. Het pictogram < > verschijnt, wat aangeeft dat de opname is beveiligd. ¡Als u de wispreventie ongedaan wilt maken, drukt u nog een keer op <...
  • Pagina 113: 3Alle Opnamen In Een Map Of Op Een Kaart Beveiligen

    3Alle opnamen in een map of op een kaart beveiligen U kunt alle opnamen in een map (p.61) of op een geheugenkaart in één keer beveiligen. U kunt de beveiliging van alle opnamen ook in één keer opheffen. Selecteer [Beveilig]. ¡Selecteer het tabblad <...
  • Pagina 114: Geluid Toevoegen Aan Een Opname

    KGeluid toevoegen aan een opname U kunt geluid opnemen en toevoegen aan elke opname. Het geluid wordt opgenomen in het beeldbestand en kan worden afgespeeld met de meegeleverde software. Geef de opname weer waaraan u geluid wilt toevoegen. Neem het geluid op. ¡Houd de knop <...
  • Pagina 115: Opnamen Wissen

    Opnamen wissen U kunt een enkele opname wissen met de knop < >, alle opnamen in een map wissen, of met menuopdrachten alle opnamen op een geheugenkaart wissen. Alleen beveiligde opnamen worden behouden. Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden hersteld.
  • Pagina 116: Lalle Opnamen In Een Map Wissen

    LAlle opnamen in een map wissen Selecteer de map met de opnamen die u wilt wissen. (p.61) Stel de weergavemodus in. ¡Druk op de knop < >. ¡Als het mapselectievenster verschijnt, houdt u de knop < > ingedrukt en draait u aan het instelwiel < >...
  • Pagina 117: 3Alle Opnamen Op De Geheugenkaart Wissen

    3Alle opnamen op de geheugenkaart wissen Selecteer [Wis alles op de kaart]. ¡Selecteer het tabblad < >. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai het instelwiel < > naar [Wis alles op de kaart]. Laat de knop vervolgens los. Er verschijnt een bevestigingsvenster.
  • Pagina 118: Een Geheugenkaart Formatteren

    ¡ Een kaart die niet van Canon afkomstig is of met een andere camera of pc is geformatteerd, werkt mogelijk niet met deze camera. In dit geval formatteert u de kaart eerst met de camera. Mogelijk werkt de kaart dan wel.
  • Pagina 119 “Card err” (Kaartfout) Als “Card err” (Kaartfout) op het LCD-paneel wordt weergegeven, duidt dit op een probleem met de geheugenkaart waardoor de afbeeldingsgegevens niet kunnen worden opgenomen of gelezen. Gebruik een andere geheugenkaart. Als een geheugenkaartlezer hebt (in de winkel verkrijgbaar) die de kaart kan lezen, kunt u hiermee de opnamen van de kaart overzetten naar een pc.
  • Pagina 121: Rechtstreeks Afdrukken Vanaf De Camera

    < > PictBridge CP Direct , Canons eigen standaard < > Bubble Jet Direct < > Niet-Canon- Canon BJ-printer Canon CP-printer printer Compatibel Alleen Alleen compatibel Compatibel met Compatibel met met PictBridge compatibel met Bubble Jet...
  • Pagina 122: Voorbereiding Voor Afdrukken

    Voorbereiding voor afdrukken U voert de procedure voor rechtstreeks afdrukken helemaal uit via het LCD-scherm van uw camera. U gaat op dezelfde manier te werk als bij het selecteren en instellen van menu-instellingen. Zie “Menugebruik” (p.32) voor meer informatie. Zet de aan-/uitschakelaar op <...
  • Pagina 123 Printers en kabels Compatibiliteit printer Geschikte kabel Alleen PictBridge Met de camera meegeleverde kabel PictBridge en CP Direct Op beide stekkers staat het pictogram < > . PictBridge en Bubble Jet Direct Met de printer meegeleverde kabel Alleen CP Direct Op slechts één stekker staat het Alleen Bubble Jet Direct pictogram <...
  • Pagina 124: Voor Gebruikers Van Windows Xp En Mac Os X (10.1 Of Later)

    ¡ Als de camera op een batterij werkt, dient deze volledig te zijn opgeladen. Controleer het batterijniveau regelmatig terwijl u rechtstreeks afdrukt. ¡ Als u in stap 5 een lange pieptoon hoort, is er een probleem met de PictBridge-printer. Om erachter te komen wat er mis is, voert u de volgende handelingen uit: Druk op de knop <...
  • Pagina 125 wAfdrukken met PictBridge Afhankelijk van uw printer kunnen bepaalde instellingen afwijken of niet beschikbaar zijn. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie. Selecteer de opname die moet Pictogram aangesloten printer worden afgedrukt. ¡Controleer of linksboven op het LCD- scherm het pictogram <...
  • Pagina 126: Papiertypen

    Fast Photo Photo Paper Pro Standaard Photo Paper Plus Glossy Als u een printer gebruikt die niet van Canon is, dient u de instructiehandleiding bij de printer te raadplegen voor de aanbevolen instellingen voor papiertype. UPagina-indeling instellen ¡Selecteer de gewenste lay-out.
  • Pagina 127: Pagina-Indeling

    8-plus Acht exemplaren van dezelfde afbeelding wordt op één pagina afgedrukt. Standaard Met een Canon-printer wordt de afbeelding zonder randen afgedrukt. Stel de andere opties in. ¡ Indien gewenst kunt u ook het afdrukken van de datum <...
  • Pagina 128: Printerfouten

    ¡ Afhankelijk van de grootte en de opnamekwaliteit van de afbeelding, kan het even duren voordat het afdrukken begint nadat u [Print] hebt geselecteerd. ¡ De instelling [Standaard] voor afdrukeffecten en andere opties zijn de standaardinstellingen van de printer zelf zoals deze zijn ingesteld door de fabrikant van de printer.
  • Pagina 129: A Afdrukken Met Cp Direct

    Afdrukken met CP Direct Selecteer de opname die moet Pictogram aangesloten worden afgedrukt. ¡Controleer of linksboven op het LCD- scherm het pictogram < > wordt weergegeven. Druk op de knop < >. Het scherm met afdrukinstellingen verschijnt. Scherm met afdrukinstellingen Afstelframe: verschijnt als u de afbeelding wilt afstellen (bijsnijden).
  • Pagina 130 Stel de opties in. ¡Stel de [Beeld], [Randen] en [Datum] in zoals gewenst. [Beeld] [Randen] [Datum] ¡[Wanneer u fotoformaatpapier gebruikt, kunt u Beeld] selecteren. Als u [Meerdere] instelt, worden acht kleine afbeeldingen van dezelfde foto afgedrukt. ¡Controleer de instellingen [Randen] en [Datum] en stel deze in indien nodig.
  • Pagina 131 Druk de opname af. ¡Selecteer [Print]. Het afdrukken zal worden gestart. ¡Wanneer het afdrukken is voltooid, gaat het scherm terug naar stap 1. ¡Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u op de knop < > wanneer [Stop] wordt weergegeven en selecteert u vervolgens [OK].
  • Pagina 132: Safdrukken Met Bubble Jet Direct

    SAfdrukken met Bubble Jet Direct Selecteer de opname die moet Pictogram aangesloten worden afgedrukt. ¡Controleer of linksboven op het LCD- scherm het pictogram < > wordt weergegeven. Druk op de knop < >. Het scherm met afdrukinstellingen verschijnt. Scherm met afdrukinstellingen Afstelframe: verschijnt als u de afbeelding wilt afstellen (bijsnijden).
  • Pagina 133 Stel de opties in. [Papier] [Randen] [Datum] ¡[Met Papier] stelt u het formaat in van het papier dat in de printer ligt. ¡Controleer de instellingen [Randen] en [Datum] en stel deze in indien nodig. ¡Als u klaar bent, drukt u op < >...
  • Pagina 134 Bij de instelling [Randen] wordt bij sommige printers de datum op de rand afgedrukt. ¡ Als [Datum] is ingesteld op [Aan], wordt de opnamedatum afgedrukt in de rechterbenedenhoek van de afdruk. ¡ Als u [Stop] selecteert tijdens het afdrukken, wordt het afdrukken van de huidige foto stopgezet en het papier uitgevoerd.
  • Pagina 135: Het Bijsnijden (Afstellen) Instellen

    Het bijsnijden (afstellen) instellen U kunt de afbeelding bijsnijden (afstellen) en alleen het afgesneden gedeelte afdrukken. Snijd de afbeelding bij voordat u deze afdrukt. Als u eerst het bijsnijden instelt en vervolgens de afdrukinstellingen, is het mogelijk dat u het bijsnijden opnieuw moet instellen. Selecteer [Afstellen].
  • Pagina 136 Sluit de instelling voor afstellen af. Het gedeelte van de opname dat moeten worden afgedrukt ¡Druk op de knop < >. Het scherm met afdrukinstellingen verschijnt weer. Linksboven ziet u het bijgesneden gedeelte van de opname dat zal worden afgedrukt. ¡...
  • Pagina 137: Dpof: Digital Print Order Format

    DPOF: Digital Print Order Format Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u aangeven welke en hoeveel opnamen van de geheugenkaart moeten worden afgedrukt. Deze functie is heel handig voor het maken van afdrukken met een DPOF- compatibele printer of afdruklab. DPOF DPOF (Digital Print Order Format) is een standaard voor het opslaan van instructies voor de afdrukvolgorde op de...
  • Pagina 138: Afdrukopties

    Afdrukopties Afdrukinstellingen Stel het afdruktype, het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecteerd om te worden afgedrukt. (Deze kunnen niet afzonderlijk worden ingesteld.) De afdrukinstellingen worden op dezelfde manier ingesteld als menu-instellingen. Standaard Er wordt één afbeelding afgedrukt.
  • Pagina 139 [ File No.] [Afdruktype] [Datum] Verlaat het instellingenscherm. ¡ Druk op de knop <7>. Het scherm met afdrukopties verschijnt weer. ¡ Selecteer vervolgens [Opdracht] of [Alle] om aan te geven welke afbeeldingen moeten worden afgedrukt. ¡ -afbeeldingen kunnen niet worden geselecteerd om af te drukken. ¡...
  • Pagina 140 Afzonderlijke afbeeldingen selecteren Selecteer [Opdracht]. Het opdrachtscherm verschijnt. Selecteer de opname die moet worden afgedrukt. ¡ Als u de camera instelt voor indexweergave, worden drie afbeeldingen weergegeven. Als u wilt terugkeren naar de weergave van één afbeelding, stelt u de camera in op de standaardweergav e. Weergave met drie afbeeldingen Selecteer de afdrukinstellingen.
  • Pagina 141: Alle Afbeeldingen Selecteren

    Sluit het opdrachtscherm af. ¡Druk op de knop < >. Het scherm met afdrukopties verschijnt weer. ¡Druk nogmaals op de knop < > om de afdrukopdracht op te slaan op de geheugenkaart. Het menu verschijnt opnieuw. Alle afbeeldingen selecteren De afdrukopdracht kan ook worden ingesteld of geannuleerd voor alle afbeeldingen op de geheugenkaart.
  • Pagina 142 Sluit het scherm met afdrukopties af. ¡In het scherm met afdrukopties drukt u op de knop < >. De instellingen worden opgeslagen op de geheugenkaart en het menu verschijnt weer. ¡ -afbeeldingen kunnen niet worden geselecteerd voor afdrukken, zelfs wanneer u “Markeer alles” instelt. ¡...
  • Pagina 143: Rechtstreeks Afdrukken Met Dpof

    Rechtstreeks afdrukken met DPOF Met een printer die compatibel is met rechtstreeks afdrukken, kunt u gemakkelijk afbeeldingen afdrukken met DPOF. Bereid het afdrukken voor. ¡Zie pagina’s 122-123 en volg “Voorbereiding voor afdrukken” tot stap 5. Selecteer [Print Opties]. Het scherm met afdrukopties verschijnt.
  • Pagina 144 Start het afdrukken. ¡Selecteer [OK]. Het afdrukken wordt gestart. ¡Als u het afdrukken wilt stopzetten, drukt u op de knop < > wanneer [Stop] wordt weergegeven en drukt u vervolgens op [OK]. ¡ Als u een PictBridge- of Bubble Jet Direct-printer gebruikt, dient u het papierformaat in te stellen.
  • Pagina 145: De Camera Aanpassen Aan Uw Persoonlijke Voorkeuren

    De camera aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren U kunt verschillende functies van de camera aanpassen zodat deze volledig is afgestemd op uw persoonlijke fotografievoorkeuren.
  • Pagina 146: 3Persoonlijke Voorkeur Instellen

    3Persoonlijke voorkeur instellen Selecteer [Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)]. ¡Selecteer het tabblad < >. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai het instelwiel < > naar [Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)]. Laat de knop vervolgens los. Stel een persoonlijke voorkeur in. ¡Houd de knop < >...
  • Pagina 147: Instellingen Persoonlijke Voorkeuren

    Instellingen persoonlijke voorkeuren C.Fn-03 wordt niet gebruikt. C.Fn-01 Zoekerbeeld bij belichting 1: Toont belichtingsinformatie en het aantal resterende opnamen bij reeksopnamen. C.Fn-02 Ontspannen zonder kaart 1: De ontspanknop werkt alleen als er een geheugenkaart in de camera zit. Zo vermijdt u dat u opnamen maakt zonder geheugenkaart.
  • Pagina 148: Belichtingsniveauverhoging

    C.Fn-05 Handm. Tv/Av instel. voor M exp. 1: Dit is handig als u opnamen maakt in een studio met studioflitsers en vaak het diafragma wijzigt. Als u AEB gebruikt in de modus voor handmatige belichting kan bovendien de sluitertijd ongewijzigd blijven en verandert alleen het diafragma voor AEB. Als u de sluitertijd wilt instellen, houdt u de knop <...
  • Pagina 149 C.Fn-07 USM lens elec. MF 1: Dit voorkomt dat de focus wordt verstoord wanneer na One-Shot AF de focusring per ongeluk wordt gedraaid. Zowel bij C.Fn-07-1 als C.Fn-07-2 kan handmatig worden scherpgesteld met de focusinstellingsknop op de lens in de stand < >.
  • Pagina 150: Reeksopnamen/Auto Uitschakelen

    C.Fn-09 Reeksopnamen/auto uitschakelen U kunt de AEB-volgorde wijzigen wanneer u de reeksopnamefunctie toepast voor de sluitertijd, het diafragma of de ISO-snelheid. U kunt ook de reeksopnamevolgorde voor de witbalans wijzigen. Als u “auto uitschakelen” instelt, wordt de reeksopnamefunctie uitgeschakeld wanneer u een andere lens aanbrengt of het instelwiel < >...
  • Pagina 151: Spiegel Opklappen

    C.Fn-12 Spiegel opklappen Dit is handig voor close-up- en zoomlensopnamen en voorkomt dat de camera door de spiegelbeweging gaat trillen. Zie pagina 97 voor het opklappen van de spiegel. C.Fn-13 Aantal AF punten/spotmeting U kunt kiezen uit 11 AF-punten. De spotmeting gebeurt op het actieve AF-punt.
  • Pagina 152 C.Fn-16 Veiligheidsshift in Av of Tv De veiligheidsshift kan worden ingesteld in de modi AE-sluiterprioriteit en AE-diafragmaprioriteit. 1: Als de helderheid van het onderwerp plotseling verandert en de huidige instellingen voor de AE-sluiterprioriteit of AE- diafragmaprioriteit onbruikbaar worden, wordt de sluitertijd of het diafragma verschoven om een correcte belichting te verkrijgen.
  • Pagina 153: Naar Ingesteld Af-Punt Schakelen

    C.Fn-18 Naar ingesteld AF-punt schakelen 1: Druk op de knop < > als u wilt overschakelen naar het ingestelde AF-punt. 2: Schakel alleen over naar het ingestelde AF-punt terwijl u op de knop < > drukt. Wanneer u de knop loslaat, wordt het eerder geselecteerde AF-punt opnieuw actief.
  • Pagina 154: Ai Servo Volggevoeligheid

    C.Fn-20 AI Servo volggevoeligheid 1 of 2: Zo vermijdt u dat de AF wordt verstoord door een obstakel dat onverwacht tussen de camera en het onderwerp komt. 3 of 4: Dit is handig als u meerdere onderwerpen op verschillende afstanden na elkaar wilt fotograferen. Deze persoonlijke functie heeft geen invloed op de volgsnelheid van de AI Servo AF-modus C.Fn-21...
  • Pagina 155: Groepen Met Persoonlijke Voorkeuren Instellen

    Groepen met persoonlijke voorkeuren instellen U kunt maximaal drie groepen met persoonlijke voorkeuren instellen. U kunt een groep met persoonlijke voorkeuren inschakelen onder bepaalde opnameomstandigheden, bijvoorbeeld bij sportevenementen, als u kiekjes maakt of als u landschappen fotografeert. Houd er rekening mee dat u C.Fn-00 “Focusscherm” niet kunt opnemen in een groep met persoonlijke voorkeuren.
  • Pagina 156 Stel een groep in of pas een groep toe. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai het instelwiel < > naar [OK]. Laat de knop < > vervolgens los. ¡Als u een groep wilt instellen, drukt u op de knop < >...
  • Pagina 157: Persoonlijke Functies

    Persoonlijke functies Naast persoonlijke voorkeuren kunt u ook persoonlijke functies instellen waarmee u de camera nog verder kunt afstemmen op uw specifieke wensen. Deze stelt u in met de meegeleverde software (EOS Viewer Utility). Alleen P.Fn-00 (instelling groepen met persoonlijke functies) kan worden ingesteld met de camera.
  • Pagina 158: 3Persoonlijke Functies Opheffen En Opnieuw Instellen

    3Persoonlijke functies opheffen en opnieuw instellen U kunt persoonlijke functies die zijn ingesteld met de meegeleverde software, opheffen en opnieuw instellen. Instellingen voor persoonlijke functies kunnen alleen met de meegeleverde software worden gewijzigd. Selecteer [Persoonlijke functies (P.Fn)]. ¡ Selecteer het tabblad < >.
  • Pagina 159: 3Camera-Instellingen Opslaan En Lezen

    3Camera-instellingen opslaan en lezen U kunt de opnamemodus, de menu-instellingen en de instellingen voor de persoonlijke voorkeuren en functies op een geheugenkaart opslaan en later invoeren in de camera. U kunt al deze instellingen ook in een andere EOS-1D Mark II-camera invoeren. Camera-instellingen opslaan Selecteer [Instell.
  • Pagina 160: Camera-Instellingen Laden

    Camera-instellingen laden Zet de camera-instellingen op de geheugenkaart over op de camera. Selecteer [Instellingen laden]. ¡Selecteer het tabblad < >. ¡Houd de knop < > ingedrukt en draai het instelwiel < > naar [Instellingen laden]. Laat de knop vervolgens los. Lees de camera-instellingen in.
  • Pagina 161: Referentiemateriaal

    Referentiemateriaal Met behulp van dit hoofdstuk leert u de camera beter kennen. U vindt er informatie over basisopnameconcepten, systeemaccessoires, cameraspecificaties en overige informatie.
  • Pagina 162 Handleiding Problemen oplossen Raadpleeg eerst de Handleiding Problemen oplossen wanneer een probleem optreedt. Stroombron De batterij kan niet worden opgeladen. U gebruikt de verkeerde batterij. ¡ Gebruik de speciale Ni-MH-batterij. (p.18) De batterij is niet correct aangesloten op de oplader. ¡...
  • Pagina 163: Opnamen Maken

    Het LCD-scherm geeft geen duidelijke opname weer. Het LCD-scherm is vuil geworden door stof, enz. ¡ Gebruik een zachte doek om het scherm schoon te maken. De levensduur van het LCD-scherm is verlopen. ¡ Neem contact op uw dealer of Canon Service Center.
  • Pagina 164: Opnamen Bekijken En Gebruiken

    De opname is niet gefocust. De focusinstellingsknop van de lens is ingesteld op < >. ¡ Op de lens stelt u de focusinstellingsknop in op < >. (p.23) De camera bewoog toen u de ontspanknop indrukte. ¡ Houd de camera stil en druk voorzichtig op de ontspanknop om te voorkomen dat de camera beweegt.
  • Pagina 165: Foutcodes

    Een andere fout dan bovenstaande is opgetreden. Deze fout kan optreden als u een lens gebruikt van een ander Err 99 merk dan Canon en de camera of lens niet correct werkt. Verwijder de batterij en laad deze op.
  • Pagina 166 Het focusscherm wijzigen U kunt het focusscherm van de camera wijzigen om de situatie van het onderwerp of de opname beter te maken. U dient ook C.Fn-00 in te stellen zodat de standaardinstelling voor belichting overeenkomt met het focusscherm. Type focusscherm Benaming C.Fn-00-instelling Ec-N, Ec-R...
  • Pagina 167 ¡ Als u het met de camera meegeleverde focusscherm niet wijzigt, hoeft u de fabrieksinstelling C.Fn-00-1 niet te wijzigen. ¡ Raadpleeg de met het focusscherm meegeleverde instructies als u het focusscherm wilt wijzigen. ¡ De focusschermen Ec-A, Ec-B, Ec-I en Ec-L hebben een prisma in het midden.
  • Pagina 168: Speedlites Voor Op De Cameraschoen

    Belangrijkste accessoires (optioneel) Ni-MH-batterij NP-E3 Speciale batterij met hoge capaciteit. Nominale spanning van 12 V. Kan tot 500 keer weer worden opgeladen. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen, kan de camera maximaal 1200 foto’s maken bij een normale temperatuur. Ni-MH-lader NC-E2 Snelle, speciaal voor de Ni-MH-batterij NP-E3 ontworpen lader.
  • Pagina 169: Draadloze Afstandsbediening Lc

    Geheugenkaart Opslagmedia waarop de gemaakte opnamen worden opgeslagen. Het gebruik van geheugenkaarten van Canon wordt aanbevolen. PC-kaartadapter Hiermee kan een CF-kaart in een PC-kaartsleuf of PC-kaartlezer worden geplaatst.
  • Pagina 170: Systeemoverzicht

    Systeemoverzicht Macro Ring Lite Macro Twin Lite ST-E2 220EX 420EX 550EX MR-14EX MT-24EX Rubberframe Ec Standaard- accessoires Dioptrische aanpas- singslenzen E-serie Oculairdop Ec - voorkomt beslaan Brede draagriem L5 Oculairdop Ec-II CR2025 lithiumbatterij Hoekzoeker C EOS DIGITAL Digital Photo Handriem E1 Solution Disk Professional Disk Ni-MH-batterij NP-E3...
  • Pagina 171 Afstandsbediening Afstandsbediening Draadloze met timer RS-80N3 afstandsbediening TC-80N3 LC-4 EF-lenzen van Canon BJ-printer voor rechtstreeks afdrukken Fotokaartprinter Interfacekabel IFC-400PCU PictBridge-compatible printer Interfacekabel IFC-200D4 Videokabel VC-100 Interfacekabel IFC-450D4 IFC-200D44 IFC-450D44 IEEE 1394-poort Personal computer USB-poort Windows XP (Home Edition / Professional)
  • Pagina 172: Specificaties

    Digitale AF/AE SLR Opslagmedium: Type I of II CF-kaart, SD-geheugenkaart Beeldgrootte: 28,7 x 19,1 mm Compatibele lenzen: Canon EF-lenzen (behalve EF-S-lens) (de brandpuntafstand die gelijk is aan 35 mm is ongeveer 1,3 keer de aangegeven brandpuntafstand.) Lensbevestiging: EF-bevestiging van Canon • Afbeeldingselement...
  • Pagina 173 Interface: IEEE1394 voor PC’s USB voor rechtstreeks afdrukken Video-uitgang (NTSC/PAL) • Witbalans Instellingen: Instellingen: auto, daglicht, schaduw, bewolkt, bulb, fluorescerend, flits, aangepaste en kleurtemperatuur, persoonlijke witbalans (Totaal tien instellingen) Automatische witbalans: Automatische witbalans met de beeldsensor Kleurtemperatuurcompensatie: Reeksopnamen op basis van de witbalans: ±3 stappen in verhogingen van hele stappen Witbalanscorrectie: ±9 stappen in verhogingen van hele stappen...
  • Pagina 174: Belichtingscontrole

    Werkbereik AF: EV 0-18 (bij ISO 100 bij 20°C) Focusmodi: One-Shot AF (ONE SHOT) AI Servo AF (AI SERVO) Handmatig scherpstellen (MF) AF-puntselectie: Automatische selectie, handmatige selectie, startpositie (overschakelen naar geregistreerde AF-punt) Geselecteerde AF-puntweergave: Ingespiegeld in zoeker en aangegeven op het LCD-paneel AF-hulplicht: Verzonden door de speciale Speedlite...
  • Pagina 175 Ontspanknop: Soft-touch elektromagnetische ontspanner Zelfontspanner: Vertraging van 10 sec. of 2 sec. Afstandsbediening: Afstandsbediening met aansluitbus type N3 • Flits Voor EOS geschikte Speedlite: Automatische E-TTL II-flitsopamen met Speedlite uit de EX-serie PC-aansluitbus: Meegeleverd • Transportsysteem Transportstanden: Enkel, continu met lage snelheid, continu met hoge snelheid, zelfontspanner Snelheid bij continu-opname : Continu met lage snelheid: Ongeveer 3 opnamen/...
  • Pagina 176 Temperatuurbereik tijdens werking: 0 ˚C - 45 ˚C Luchtvochtigheid tijdens werking: 85% of minder ¡ Alle bovenstaande specificaties zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. ¡ De specificaties en het uiterlijk van de camera kunnen zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd.
  • Pagina 177 Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggoolen maar inleveren als KCA...
  • Pagina 178 Index aan-/uitschakelaar ......27 flits ..........98 aangepaste witbalans ....49 flitsbelichtingsvergrendeling ..98 accessoires ........168 focusscherm ........ 166 Activeringsgebied AF-punt .....72 focusvergrendeling ......67 Adobe RGB ........55 formatteren ........118 AEB ..........93 foutcodes ........165 AE-programma .......84 AE-vergrendeling ......95 geheugenkaart ..... 9 AF-modus ........66 geheugenkaart formatteren ..
  • Pagina 179 riem ..........42 roteren, opnamen ....104 M (handmatige belichting) ....90 ruisreductie ........96 map aanmaken ......60 map selecteren ......61 maximale opnamereeks ....45 scherpte ......... 58 menu's ........32 scherptediepte ....... 89 multi-spotmeting ......82 sensor schoonmaken ....40 sluitertijd ........86 snelkeuzewiel ......
  • Pagina 180 Deze instructiehandleiding is van kracht met ingang van februari 2004. Voor informatie over het gebruik van de camera met de systeemaccessoires van na deze datum, kunt u zich wenden tot uw Canon Service Center. CEL-SE3RA280 © CANON INC. 2003...

Inhoudsopgave