Automatisch scherpstellen
De AF-modus selecteren
De beschikbare AF-modi zijn [Live-modus], [u Live-modus] (met
gezichtsherkenning, pag. 214) en [Quick-modus] (pag. 218).
Wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen, stelt u de focusinstellingsknop op het
objectief in op <MF>, vergroot u de opname en stelt u handmatig scherp (pag. 220).
Live-modus: d
De beeldsensor wordt gebruikt om scherp te stellen. Hoewel
automatisch scherpstellen tijdens weergave van het Live view-beeld
mogelijk is, duurt dat in deze modus langer dan in de Quick-modus
.Scherpstellen is in deze modus ook lastiger dan in de Quick-modus.
AF punt
Selecteer de AF-modus.
Selecteer [AF-modus] op het tabblad
[z4].
Wanneer het Live view-beeld wordt
weergegeven, kunt u ook op de knop
<o> drukken om de AF-modus
te selecteren in het weergegeven scherm.
Geef de Live view-opname weer.
1
Druk op de knop <A>.
De Live view-opname wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
Het AF-punt < > wordt weergegeven.
Verplaats het AF-punt.
2
U kunt <9> gebruiken om het AF-punt
te verplaatsen naar de plek waarop u
wilt scherpstellen. (U kunt niet tot aan
de randen van de foto gaan.)
Wanneer u <9> volledig indrukt,
wordt het AF-punt weer naar het
midden van het beeld verplaatst.
213