P Meerdere opnames
U kunt twee tot negen opnamen met verschillende belichtingen laten
samenvoegen tot één opname. Als u in de Live view-modus (pag. 203) opnamen
met meervoudige belichting maakt, kunt u zien hoe de afzonderlijke opnamen
met verschillende belichtingen worden samengevoegd tijdens het fotograferen.
Aan: Fnc/bed (voorrang voor functie en bediening)
Handig wanneer u het resultaat wilt bekijken tijdens het maken van opnamen met
meervoudige belichting. Bij continu-opnamen is de opnamesnelheid aanzienlijk groter.
Aan: ContOpn (voorrang voor continuopnamen)
Bedoeld voor het maken van continuopnamen met meervoudige belichting van een
bewegend onderwerp. Het maken van continu-opnamen is mogelijk, maar de
volgende bewerkingen zijn tijdens het fotograferen uitgeschakeld: het bekijken van
het menu, weergave van Live view-opnamen na het maken van de opname, het
weergeven van opnamen en het ongedaan maken van de laatste opname (pag. 189).
Ook wordt alleen de samengevoegde opname met de meervoudige belichting
opgeslagen. (De afzonderlijke opnamen met verschillende belichtingen die tot
één opname zijn samengevoegd, worden niet opgeslagen.)
Als u reeksopnamen met automatische witbalans of als [LV z/k-inst.] is
ingesteld op [Movies], is opname met meerdere belichtingen niet mogelijk.
Als u Live view-opnamen maakt terwijl [Aan:ContOpn] is ingesteld, stopt de
Live view-functie automatisch nadat de eerste opname is gemaakt. Vanaf de
tweede opname moet u bij het maken van de opnamen door de zoeker kijken.
184
Selecteer [Meerdere opnames].
1
Selecteer [Meerdere opnames] in
[z1] en druk vervolgens op <0>.
Het instelscherm voor opnamen met
meervoudige belichting wordt
weergegeven.
Stel [Meerdere opnamen] in.
2
Selecteer [Aan:Fnc/bed] of [Aan:ContOpn]
en druk vervolgens op <0>.
Om te stoppen met het maken van
opnamen met meervoudige belichting,
selecteert u [Uitschakelen].