Spotmetingscirkel
Een handmatige witbalans kan ook als volgt worden vastgelegd:
1. Druk op de knop <B> en draai aan het instelwiel <5> om <O>
te selecteren (pag. 141).
2. Draai vervolgens aan het instelwiel <6> om het nummer te
selecteren waaronder de aangepaste witbalansinstelling moet worden
vastgelegd.
3. Druk op de knop <J>.
→ [ * ] knippert op het LCD-paneel aan de bovenzijde.
4. Volg stap 4 hierboven om een effen wit object te fotograferen.
→ De gegevens van de aangepaste witbalans worden vastgelegd
onder het geselecteerde nummer.
Wanneer er een opname wordt gemaakt, wordt de vastgelegde
handmatige witbalans toegepast.
Als de belichting van de opname in hoge mate afwijkt van de
standaardbelichting, kan dit een incorrecte witbalansinstelling tot gevolg
hebben. Als [Juiste WB kan niet verkregen worden met gesel. Beeld]
wordt weergegeven in stap 4, ga dan terug naar stap 1 en probeer het
opnieuw.
De in stap 4 gemaakte opname wordt niet op de kaart opgeslagen.
In plaats van een wit object kan een kaart met 18% grijs een
nauwkeurigere witbalans opleveren.
Fotografeer een effen wit object.
4
Het effen witte object moet de cirkel
voor spotmeting vullen.
Stel handmatig scherp en stel de
standaardbelichting in voor het witte
object.
Elke willekeurige witbalansinstelling
kan worden ingesteld.
De handmatige witbalans wordt
vastgelegd.
Zie 'De handmatige witbalans
selecteren en gebruiken om
opnamen te maken' als u de
handmatige witbalans wilt gebruiken
(pag. 145).
O Handmatige witbalans
143