3 Het ISO-snelheidsbereik voor Auto ISO instellen
U kunt het ISO-snelheidsbereik voor Auto ISO tussen ISO 100 en
51200 instellen. U kunt de minimumlimiet instellen tussen ISO 100
en 25600 en de maximumlimiet tussen ISO 200 - 51200 met
tussenstappen van een volledige stop.
De instellingen [Minimum] en [Maximum] worden ook toegepast op de
minimum- en maximum ISO-snelheid van de veiligheidsshifts van de ISO-
snelheid (pag. 326).
Selecteer [Auto ISO-bereik].
1
Selecteer [Auto ISO-bereik] en druk
vervolgens op <0>.
Stel de minimumlimiet in.
2
Selecteer het keuzevak [Minimum]
en druk vervolgens op <0>.
Draai aan het instelwiel <5> om de
minimum-ISO-snelheid te selecteren
en druk vervolgens op <0>.
Stel de maximumlimiet in.
3
Selecteer het keuzevak [Maximum]
en druk vervolgens op <0>.
Draai aan het instelwiel <5> om de
maximum-ISO-snelheid te selecteren
en druk vervolgens op <0>.
Verlaat de instelling.
4
Draai aan het instelwiel <5> om
[OK] te selecteren en druk vervolgens
op <0>.
Het menu wordt weer weergegeven.
i: De ISO-snelheid instellen
131