Automatisch scherpstellen
Opmerkingen over de Live-modus en de u Live-modus
(met gezichtsherkenning)
Automatisch scherpstellen
Het duurt iets langer om scherp te stellen.
Zelfs als er al is scherpgesteld, wordt er nogmaals scherpgesteld
wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Tijdens en na de automatische scherpstelling kan de helderheid van
de opname veranderen.
Als de lichtbron tijdens de weergave van de Live view-opname
verandert, kan het beeldscherm flikkeren en kan mogelijk moeilijk
worden scherp gesteld. Als dit gebeurt, stopt u de Live view-opname
en stelt u automatisch scherp bij de echte lichtbron.
Als u in de Live-modus op de knop <u> drukt, wordt de opname
vergroot bij het AF-punt. Als het lastig is scherp te stellen in de
vergrote weergave, keert u terug naar de normale weergave en kiest
u voor automatisch scherpstellen. De snelheid waarmee
automatisch wordt scherpgesteld, kan afwijken in de normale of
vergrote weergave.
Wanneer u automatisch scherpstelt in de normale weergave van de
Live-modus en de opname vervolgens vergroot, kan het zijn dat de
scherpstelling niet meer klopt.
Als u in de u Live-modus op de knop <u> drukt, wordt de opname
niet vergroot.
Als u in de Live-modus of u Live-modus (met gezichtsherkenning) een
onderwerp vastlegt in het buitengebied en er niet is scherpgesteld op het
onderwerp, richt u het middelste AF-punt op het onderwerp om scherp te
stellen. Maak vervolgens de foto.
De externe Speedlite activeert het AF-hulplicht niet. Als u echter een
Speedlite uit de EX-serie (afzonderlijk verkrijgbaar) met ledlamp gebruikt,
wordt de ledlamp automatisch als AF-hulplicht ingeschakeld wanneer dit
in de Live-modus en u Live-modus (met gezichtsherkenning) nodig is.
216