Problemen oplossen
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt of opgeslagen.
Controleer of de kaart correct is geplaatst (pag. 35).
Vervang de kaart als deze vol is of wis overbodige opnamen om
ruimte vrij te maken (pag. 35 en 284).
Als u probeert om scherp te stellen in de modus 1-beeld AF terwijl het
focusbevestigingslampje <o> in de zoeker knippert, kan er geen foto
worden gemaakt. Druk de ontspanknop nogmaals half in om
automatisch scherp te stellen of stel handmatig scherp (pag. 46 en 111).
De kaart kan niet worden gebruikt.
Zie pagina 37 of 392 als er een kaartfout wordt weergegeven.
Wanneer de kaart in een andere camera wordt geplaatst,
verschijnt er een foutbericht.
Kaarten met een grotere capaciteit dan 128 GB worden geformatteerd
in exFAT. Dit betekent dat als u een kaart met een grotere capaciteit
dan 128 GB met deze camera formatteert en de kaart vervolgens in
een andere camera plaatst, er een foutbericht wordt weergegeven en
de kaart mogelijk niet kan worden gebruikt.
De opname is niet scherp.
Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <AF> (pag. 43).
Druk voorzichtig op de ontspanknop om bewegingsonscherpte te
voorkomen (pag. 45 en 46).
Als het objectief een Image Stabilizer (beeldstabilisatie) heeft,
stelt u de IS-schakelaar in op <1>.
Bij weinig licht kan de sluitertijd toenemen. Gebruik een kortere
sluitertijd (pag. 171), stel een hogere ISO-snelheid in (pag. 128),
gebruik een flitser (pag. 193) of gebruik een statief.
378