Download Print deze pagina

Advertenties

NEDERLANDS
INSTRUCTIE-
De Verkorte handleiding is achter in deze handleiding opgenomen.
HANDLEIDING

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon EOS 1200D

  • Pagina 1 NEDERLANDS INSTRUCTIE- De Verkorte handleiding is achter in deze handleiding opgenomen. HANDLEIDING...
  • Pagina 2 Inleiding De EOS 1200D is een hoogwaardige digitale spiegelreflexcamera met een uiterst nauwkeurige CMOS-sensor van circa 18,0 effectieve megapixel, DIGIC 4, uiterst nauwkeurige en snelle scherpstelling met 9 AF-punten, continue opnamen met circa 3,0 beelden per seconde, Live view-opnamen en movie-opnamen in Full High-Definition (Full HD).
  • Pagina 3 Controlelijst onderdelen Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. Accu LP-E10 Acculader Camera (met beschermdeksel) LC-E10/LC-E10E* (met oogschelp en cameradop) Brede draagriem Interfacekabel * Acculader LC-E10 of LC-E10E is meegeleverd. (Bij de LC-E10E wordt een netsnoer geleverd.) De meegeleverde instructiehandleidingen en dvd-/cd-roms worden op de ...
  • Pagina 4 Handleidingen en dvd-/cd-roms De handleidingen bestaan uit een boekje en elektronische handleidingen (als pdf-bestand op de dvd-rom). Basisinstructiehand leiding EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX Bevat de volgende pdf-handleidingen: CEL-XXX XXX • Instructiehandleiding (uitgebreide versie) XXXXX XXXXX XXXXX...
  • Pagina 5 Compatibele geheugenkaarten De volgende geheugenkaarten, ongeacht de capaciteit, kunnen in de camera worden gebruikt: Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, wordt het aanbevolen dat u de kaart met deze camera formatteert (pag. 50). •...
  • Pagina 6 Verkorte handleiding Plaats de accu (pag. 32) Zie pagina 30 voor meer informatie over het opladen van de accu. Plaats een kaart (pag. 32) Plaats de kaart in de sleuf met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht. Bevestig het objectief (pag.
  • Pagina 7 Verkorte handleiding Zet het programmakeuzewiel op <A> (Scene Intelligent Auto) (pag. 56) Alle camera-instellingen worden automatisch ingesteld. Stel scherp op het onderwerp (pag. 45) Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp op het onderwerp.
  • Pagina 8 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding <6> : Het hoofdinstelwiel. <W><X><Y><Z> : Geeft de pijltjestoetsen <S> boven, onder, links en rechts aan. <0> : De instelknop. : Hiermee wordt aangeduid dat de desbetreffende 0, 9, 7, 8 functie respectievelijk 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop loslaat.
  • Pagina 9 Hoofdstukken Voor nieuwe DSLR-gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd. Inleiding Aan de slag Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen Creatieve opnamen Opnamefuncties voor gevorderden Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view-opnamen) Movie-opname Handige functies...
  • Pagina 10 Inhoudsoverzicht Opnamen maken Automatisch opnamen maken  pag. 55 t/m 79  (Basismodi) Continue opnamen maken  pag. 98  (i Continue opname) Een opname van uzelf maken in een groep  pag. 100  (j Zelfontspanner) De actie bevriezen pag.
  • Pagina 11 Veel opnamen maken  pag. 84  (7a, 8a, b en c) Scherpstellen Het scherpstelpunt wijzigen  pag. 95  (S Knop voor AF-puntselectie) Opnamen maken van een bewegend onderwerp  pag. 68 en 94  (AI Servo AF) Weergave De opnamen bekijken op de camera ...
  • Pagina 12 Functie-index Voeding Beeldkwaliteit pag. 84  Accu Opnamekwaliteit • Opladen  pag. 30  pag. 91 Beeldstijl • Plaatsen/verwijderen  pag. 32  pag. 127 Witbalans • Accuniveau  pag. 36 pag. 131  Kleurruimte Gewoon stopcontact  pag. 268 Functies voor kwaliteitsverbetering Automatisch uitschakelen pag.
  • Pagina 13 Functie-index Belichtingsaanpassingen Door opnamen navigeren (opnamesprong)  pag. 205  pag. 112 Belichtingscompensatie Vergrote weergave pag. 206   pag. 114 AEB pag. 116   pag. 207 Belichtingsvergrendeling Beeldrotatie  pag. 208 Classificatie Flitser  pag. 214 Movieweergave Ingebouwde flitser pag.
  • Pagina 14 Inhoud Inleiding Controlelijst onderdelen..............3 Handleidingen en dvd-/cd-roms ............4 Compatibele geheugenkaarten ............5 Verkorte handleiding ................ 6 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ..8 Hoofdstukken ................... 9 Inhoudsoverzicht ................10 Functie-index.................. 12 Tips en waarschuwingen voor het gebruik ........20 Namen van onderdelen ..............
  • Pagina 15 Inhoud Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen A Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) ..56 A Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) ....59 7 De flitser uitschakelen............... 61 C Creatieve automatische opnamen ..........62 2 Portretfoto's maken ..............65 3 Landschapsfoto's maken ............66 4 Close-ups maken ...............67 5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen......68...
  • Pagina 16 Inhoud Opnamefuncties voor gevorderden s: De beweging van het onderwerp vastleggen......104 f: De scherptediepte wijzigen ..........106 Scherptedieptecontrole.............. 108 a: Handmatige belichting ............109 q De meetmethode wijzigen ............111 Belichtingscompensatie instellen ..........112 Reeksopnamen met automatische belichting (AEB) ....114 A De belichting vergrendelen .............
  • Pagina 17 Inhoud Instellingen voor de opnamefunctie ..........163 Het movie-opnameformaat instellen ..........164 Videosnapshots maken..............166 Menufunctie-instellingen ...............172 Handige functies Handige functies ................180 De pieptoon uitzetten ..............180 Kaartwaarschuwing ..............180 De Kijktijd instellen ..............180 De tijd voor automatisch uitschakelen instellen......181 De helderheid van het LCD-scherm aanpassen ......181 Een map maken en selecteren ..........
  • Pagina 18 Inhoud k Movies afspelen ..............214 X De eerste en laatste beelden van een movie bewerken ..216 Diavoorstelling (automatische weergave) ........218 Afspelen op een HD-televisie ............222 K Opnamen beveiligen............... 225 L Opnamen wissen..............227 B Weergave met opname-informatie ........229 Opnamen naverwerken U Creatieve filters toepassen .............
  • Pagina 19 Inhoud Referentie Een gewoon stopcontact gebruiken..........268 F De afstandsbediening gebruiken ..........269 Externe Speedlites................ 270 H Eye-Fi-kaarten gebruiken ............272 Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus ....274 Systeemschema ................276 Menu-instellingen................278 Problemen oplossen ..............284 Foutcodes ..................296 Specificaties.................. 297 Veiligheidsmaatregelen..............
  • Pagina 20 De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem  direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een schone, droge doek als er waterspatten op zijn gekomen.
  • Pagina 21 Canon-dealer of zelf te controleren of de camera goed functioneert. Als u lange tijd achtereen continue opnamen, Live view-opnamen of movie- ...
  • Pagina 22 Namen van onderdelen Ingebouwde flitser/AF-hulplicht Programmakeuzewiel (pag. 26) (pag. 101/96) Aan-uitschakelaar (pag. 35) Markering EF-objectiefvatting (pag. 40) <D> Flitsknop (pag. 101) Markering EF-S-objectiefvatting (pag. 40) Contactpunten voor flitssynchronisatie <6> Hoofdinstelwiel Flitserschoen (pag. 270) Microfoon Ontspanknop (pag. 154, 174) (pag. 45) <V>...
  • Pagina 23 Namen van onderdelen <A> Knop voor Live view-opnamen/ <B> Display-knop movie-opnamen (pag. 134/154) (pag. 52, 80, 136, 158 en 189) Knop voor dioptrische aanpassing (pag. 44) <A/Hy> Knop voor AE-vergrendeling/ Oogschelp (pag. 269) FE-vergrendeling/index/ verkleinen (pag. 116/117/204/206 en 247) Zoekeroculair <S/u>...
  • Pagina 24 Namen van onderdelen Opname-instellingen (in creatieve modi, pag. 26) Sluitertijd c Instelwielwijzer (pag. 103) Diafragma Opnamemodus Auto Lighting Optimizer (Auto Indicator belichtingsniveau optimalisatie helderheid) (pag. 119) Belichtingscorrectiew ISO-snelheid (pag. 88) aarde (pag. 112) Lichte tonen prioriteit AEB-bereik (pag. 114) (pag. 261) y Flitsbelichtingscompensatie Beeldstijl (pag.
  • Pagina 25 Namen van onderdelen Zoekerinformatie Indicator voor AF-puntactivatie <•> Matglas AF-punten <i> ISO-snelheid <u> Witbalanscorrectie <o> Scherpstel- <A> AE-vergrendeling/ bevestigingslampje AEB actief Max. opnamereeks <D> Flitser gereed <0> Monochroom- Waarschuwing voor onjuiste opnamen FE-vergrendeling ISO-snelheid <e> Snelle synchronisatie (FP-flits) <A> Lichte tonen prioriteit <d>...
  • Pagina 26 Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Op het programmakeuzewiel vindt u de basismodi, de creatieve modi en de movie-opnamemodus. Creatieve modi Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen vast te leggen. : AE-programma (pag. 82) s : AE met sluitertijdvoorkeuze (pag. 104) f : AE met diafragmavoorkeuze (pag.
  • Pagina 27 Namen van onderdelen Objectief Objectief zonder focusafstandsschaal Focusring (pag. 97 en 150) Scherpstelmodusknop (pag. 40) Zoomring (pag. 41) Zoompositiemarkering Bevestiging zonnekap (pag. 42) Filterdraad (voorkant objectief) Schakelaar voor Image Stabilizer Contactpunten (pag. 21) (beeldstabilisatie) (pag. 43) Markering objectiefvatting (pag. 40)
  • Pagina 28 Namen van onderdelen Acculader LC-E10 Oplader voor accu LP-E10 (pag. 30). Stekker Oplaadlampje Lampje 'volledig opgeladen' Accucompartiment BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. Voor aansluiting van een accessoire buiten de Verenigde Staten: gebruik zo nodig een stekkeradapter met de juiste configuratie voor aansluiting op het stopcontact.
  • Pagina 29 Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd. De riem bevestigen Haal het uiteinde van de riem van onderaf door de draagriemring. Haal het uiteinde daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie.
  • Pagina 30 De accu opladen Verwijder het beschermdeksel. Verwijder het beschermdeksel van de  accu. Plaats de accu. Plaats de accu op de juiste manier in  de lader zoals afgebeeld in de illustratie. Om de accu te verwijderen, herhaalt  u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
  • Pagina 31 3 seconden niet aan te raken. Laad geen andere accu op dan een accu van het type LP-E10.  Accu LP-E10 is uitsluitend geschikt voor producten van Canon. Wanneer  u deze oplaadt met een acculader of een ander product dat niet compatibel is, kunnen zich defecten of ongelukken voordoen waarvoor Canon geen aansprakelijkheid aanvaardt.
  • Pagina 32 De accu en kaart plaatsen en verwijderen Plaats een volledig opgeladen accu LP-E10 in de camera. U kunt in de camera een SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar). De opnamen worden opgeslagen op de kaart. Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart omhoog staat zodat schrijven/wissen mogelijk is.
  • Pagina 33 De accu en kaart plaatsen en verwijderen Let erop dat u het klepje van de kaartsleuf en het accucompartiment bij het openen niet te ver naar achteren drukt. Het scharnier zou anders kunnen breken. Het aantal mogelijke opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit van de ...
  • Pagina 34 De accu en kaart plaatsen en verwijderen Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit  dat opnamen op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgebracht. Maak het klepje van de kaartsleuf/het accucompartiment niet open. Verricht ook geen van de volgende handelingen wanneer de lees-/ schrijfindicator brandt of knippert.
  • Pagina 35 De camera inschakelen Als na het aanzetten van de camera het scherm met de datum/tijd/ zone wordt weergegeven, raadpleegt u pagina 37 voor het instellen van de datum/tijd/zone. <1> : De camera is ingeschakeld. <2> : De camera is uitgeschakeld en werkt niet.
  • Pagina 36 De camera inschakelen z Het accuniveau controleren Wanneer de camera wordt ingeschakeld, heeft het accuniveau een van de volgende vier niveaus. z : De accu is vol. x : Het accuniveau is laag, maar de camera kan nog worden gebruikt. c : De accu is bijna leeg.
  • Pagina 37 De datum, tijd en tijdzone instellen Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld of als de datum/tijd/ zone-instellingen zijn gereset, wordt het instelscherm datum/tijd/zone weergegeven. Volg de stappen hieronder om eerst de tijdzone in te stellen. Als u de tijdzone van uw woonplaats op de camera instelt en vervolgens naar een andere tijdzone reist, kunt u eenvoudig de juiste tijdzone voor uw bestemming instellen, zodat de datum/tijd in de camera automatisch worden bijgewerkt.
  • Pagina 38 3 De datum, tijd en tijdzone instellen Stel de datum en de tijd in. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en  <Z> om het cijfer te selecteren. Druk op <0> zodat <a> wordt  weergegeven. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om ...
  • Pagina 39 De interfacetaal selecteren Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het  menuscherm weer te geven. Selecteer op het tabblad [52] de optie [TaalK]. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en  <Z> om het tabblad [52] te selecteren.
  • Pagina 40 Een objectief bevestigen en verwijderen De camera is compatibel met alle Canon EF- en EF-S-objectieven. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-M-objectieven. Een objectief bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de  cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven.
  • Pagina 41 Een objectief bevestigen en verwijderen In- en uitzoomen U kunt in- of uitzoomen door de zoomring op het objectief met uw vingers te draaien. Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de scherpstelling verloren gaan.
  • Pagina 42 Een objectief bevestigen en verwijderen Een zonnekap bevestigen Met een zonnekap kan ongewenst licht worden geblokkeerd en wordt de voorkant van het objectief beschermd tegen regen, sneeuw, stof, enzovoort. Voordat u het objectief in een tas, enzovoort stopt, kunt u de zonnekap ook andersom bevestigen.
  • Pagina 43 Image Stabilizer (beeldstabilisatie) van het objectief Als u gebruikmaakt van een objectief met Image Stabilizer (IS, beeldstabilisatie), wordt bewegingsonscherpte gecorrigeerd om een scherpere opname te verkrijgen. In de hier uitgelegde procedure wordt het objectief EF-S18-55mm f/3.5-5.6 IS II als voorbeeld gebruikt. * IS betekent Image Stabilizer (beeldstabilisatie).
  • Pagina 44 Basisbediening De scherpte van de zoeker aanpassen Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts  zodat de AF-punten (negen vakjes) in de zoeker scherp zijn. Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog niet scherp is, wordt u aangeraden om gebruik te maken van de dioptrische aanpassingslenzen uit de E-serie (afzonderlijk verkrijgbaar).
  • Pagina 45 Basisbediening Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en het diafragma instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt in de zoeker weergegeven (0).
  • Pagina 46 Q Snel instellen voor opnamefuncties U kunt de opnamefuncties die worden weergegeven op het LCD-scherm, rechtstreeks selecteren en instellen. Dit wordt het scherm Snel instellen genoemd. Druk op de knop <Q>.  Het scherm Snel instellen wordt weergegeven (7). Stel de gewenste functie in. Druk op de pijltjestoetsen <S>...
  • Pagina 47 Q Snel instellen voor opnamefuncties Voorbeeld van het scherm Snel instellen Diafragma (pag. 106) Sluitertijd (pag. 104) Lichte tonen prioriteit* (pag. 261) Opnamemodus* (pag. 26) ISO-snelheid (pag. 88) Belichtingscompensatie/ Flitsbelichtingscompensatie AEB-instelling (pag. 112 en 114) (pag. 113) Interne flitser omhoog Beeldstijl (pag.
  • Pagina 48 Menugebruik U kunt verschillende instellingen opgeven via de menu's, zoals de opnamekwaliteit, datum/tijd, enzovoort. Knop <0> Pijltjestoetsen LCD-scherm <S> Knop <M> Menuscherm De weergegeven menutabbladen en menu-items kunnen per opnamemodus verschillen. Basismodi Movie-opnamemodus Creatieve modi Instellingen Weergave Opnamen My Menu Tabblad Menu- instellingen...
  • Pagina 49 3 Menugebruik Procedure voor het instellen van het menu Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het  menuscherm weer te geven. Selecteer een tabblad. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om een  tabblad (een groep functies) te selecteren. In deze handleiding verwijst 'het tabblad [z3]' ...
  • Pagina 50 De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met de camera formatteren. Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle opnamen en gegevens op de kaart verwijderd. Zelfs beveiligde opnamen worden verwijderd;...
  • Pagina 51 3 De kaart formatteren Gebruik [Kaart formatteren] in de volgende gevallen: De kaart is nieuw.  De kaart is geformatteerd met een andere camera of een  computer. De kaart is volledig gevuld met opnamen of gegevens.  Er wordt een kaartfout weergegeven (pag. 296). ...
  • Pagina 52 Van scherm wisselen op het LCD-scherm Op het LCD-scherm kunnen de opname-instellingen, het menuscherm, opnamen, enzovoort worden weergegeven. Opname-instellingen Wanneer u de camera inschakelt, worden  de opname-instellingen weergegeven. Wanneer u de ontspanknop half indrukt,  wordt het LCD-scherm uitgeschakeld. Wanneer u de ontspanknop loslaat, wordt het LCD-scherm weer ingeschakeld.
  • Pagina 53 Uitleg De Uitleg verschijnt wanneer u van opnamemodus wisselt of een opnamefunctie instelt, overschakelt op Live view-opnamen of movie- opname, of wanneer u Snel instellen voor weergave gebruikt. De Uitleg geeft een korte beschrijving van de desbetreffende modus, functie of optie.
  • Pagina 55 Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de basismodi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten en hoe u opnamen kunt weergeven. In de basismodi hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken;...
  • Pagina 56 AVolautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) <A> is een volautomatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien past de camera de scherpstelling automatisch aan door te meten of het onderwerp beweegt of niet (pag. 59). Stel het programmakeuzewiel in op <A>.
  • Pagina 57 AVolautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in om  de opname te maken.  De opname wordt 2 seconden lang op het LCD-scherm weergegeven. Nadat u klaar bent met fotograferen, duwt  u de ingebouwde flitser weer omlaag. De modus <A>...
  • Pagina 58 AVolautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto) De flitser is afgegaan terwijl er daglicht is.  Bij een onderwerp met tegenlicht kan de flitser afgaan om donkere schaduwen op het onderwerp lichter te maken. Als u de opname zonder flits wilt maken, stelt u de flitser in op Flitser uit (pag. 61). Op de flitsinstellingen na zijn de instellingen hetzelfde als bij <A>.
  • Pagina 59 AVolautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) De compositie opnieuw bepalen Positioneer het onderwerp afhankelijk van de scène links of rechts in beeld, zodat er een uitgebalanceerde achtergrond en een goed perspectief wordt bereikt. Als u in de modus <A> de ontspanknop half indrukt om scherp te stellen op een niet-bewegend onderwerp, wordt de scherpstelling vergrendeld.
  • Pagina 60 AVolautomatische technieken (Scene Intelligent Auto) A Live view-opnamen U kunt opnamen maken terwijl het zoekerbeeld op het LCD-scherm wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. Zie pagina 133 voor meer informatie. Geef het Live view-beeld op het LCD-scherm weer. Druk op de knop <A>. ...
  • Pagina 61 7 De flitser uitschakelen De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Op plaatsen waar het gebruik van een flitser niet is toegestaan, zoals in musea of een aquarium, gebruikt u de modus <7> (Flitser uit). Deze modus is ook geschikt om sfeer vast te leggen, bijvoorbeeld in situaties met kaarslicht.
  • Pagina 62 C Creatieve automatische opnamen In de modus <C> kunt u op eenvoudige wijze de scherptediepte, transportmodus/zelfontspanner en flitser wijzigen. U kunt de sfeer kiezen die u in uw opnamen wilt vastleggen. De standaardinstellingen zijn hetzelfde als in de modus <A>. * CA staat voor Creative Auto.
  • Pagina 63 C Creatieve automatische opnamen Sluitertijd Diafragma ISO-snelheid Accuniveau Maximumaantal opnamen Opnamekwaliteit U kunt op de knop <Q> drukken om het volgende in te stellen: (1) Sfeeropnamen U kunt de sfeer instellen die u in uw opnamen wilt vastleggen. Druk op de pijltjestoetsen <Y>...
  • Pagina 64 C Creatieve automatische opnamen (3) Transport/zelfontspanner: Druk op <0> en geef de instelling op met <Y> en <Z> of het instelwiel <6>. <u> Enkelbeeld : Een opname tegelijk maken. <i> Continue opname: Als u de ontspanknop volledig indrukt, worden er continu opnamen gemaakt. U kunt circa 3 opnamen per seconde maken.
  • Pagina 65 2 Portretfoto's maken De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar zachter gemaakt. Opnametips Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe beter. ...
  • Pagina 66 3 Landschapsfoto's maken Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto's of om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen. Opnametips Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde. ...
  • Pagina 67 4 Close-ups maken Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen, gebruikt u de modus <4> (Close-up). Gebruik een macro-objectief (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond.  Met een simpele achtergrond komen kleine objecten zoals bloemen beter tot hun recht.
  • Pagina 68 5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen Gebruik de modus <5> (Sport) om bewegende onderwerpen te fotograferen, bijvoorbeeld rennende mensen of een rijdende auto. Opnametips Gebruik een teleobjectief.  Voor opnamen vanaf een afstand wordt het gebruik van een teleobjectief aanbevolen. Gebruik het middelste AF-punt om scherp te stellen.
  • Pagina 69 6 Nachtportretten maken Gebruik de modus <6> (Nachtportret) als u 's avonds mensen wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende achtergrond wilt hebben. U wordt aangeraden een statief te gebruiken. Opnametips Gebruik een groothoekobjectief en een statief.  Gebruik bij een zoomlens de groothoekzijde om in het donker een panorama-effect te verkrijgen.
  • Pagina 70 6 Nachtportretten maken Tijdens Live view-opnamen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op lichtpunten zoals in een avondopname. In dergelijke gevallen wordt aanbevolen dat u de AF-methode op [Quick-modus] instelt. Als het nog steeds moeilijk is om scherp te stellen, zet u de focusinstellingsknop op het objectief op <MF>...
  • Pagina 71 Q Quick control Wanneer in de basismodi het scherm met de instellingen voor de opnamefunctie wordt weergegeven, kunt u op de knop <Q> drukken om het scherm Snel instellen weer te geven. In de tabel op de volgende pagina ziet u de functies die in de diverse basismodi kunnen worden ingesteld vanuit het scherm Snel instellen.
  • Pagina 72 Q Quick control Functies die in de basismodi kunnen worden ingesteld : automatisch ingesteld k: door gebruiker in te stellen : niet in te stellen Functie (pag. 56) (pag. 61) (pag. 62) (pag. 65) (pag. 66) (pag. 67) (pag. 68) (pag.
  • Pagina 73 Opname via sfeerselectie U kunt de sfeer selecteren die u voor de opname wilt gebruiken, behalve wanneer de basismodi <A> en <7> zijn ingesteld. A 7 C 2 3 4 5 6 Sfeer Sfeereffect k k k k k (1) Standaard Geen instelling k k k k k (2) Levendig...
  • Pagina 74 Opname via sfeerselectie Stel het sfeereffect in. Druk op de pijltjestoetsen <W> en  <X> om de effectenbalk te selecteren. [Effect] wordt dan onder aan het scherm weergegeven. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en  <Z> of draai aan het instelwiel <6>...
  • Pagina 75 Opname via sfeerselectie Sfeerinstellingen (1) Standaard Standaardopnamekenmerken voor de respectieve opnamemodus. Let op: <2> heeft opnamekenmerken die voor portretfoto's zijn geoptimaliseerd en <3> is geoptimaliseerd voor landschapsfoto's. Elke sfeer is een aanpassing van de opnamekenmerken van de respectieve opnamemodus. (2) Levendig Het onderwerp krijgt een scherpe, levendige uitstraling.
  • Pagina 76 Opname via sfeerselectie (7) Helderder De opname wordt lichter weergegeven. (8) Donkerder De opname wordt donkerder weergegeven. (9) Monochroom De opname is monochroom. U kunt de monochroomkleur instellen op zwart-wit, sepia of blauw. Wanneer [Monochroom] is geselecteerd, wordt <0> in de zoeker weergegeven.
  • Pagina 77 Opname via licht of scènetype In de basismodi <2>, <3>, <4> en <5> kunt u opnamen maken waarbij de instellingen met de lichtomstandigheden of het scènetype overeenkomen. In de meeste situaties voldoet [Stand. inst.], maar als de instellingen aan de lichtomstandigheden of het type scène zijn aangepast, zal de opname nauwkeuriger overeenkomen met wat u ziet.
  • Pagina 78 Opname via licht of scènetype Selecteer in het scherm Snel instellen licht- of scènetype. Druk op de knop <Q> (7).  Druk op de pijltjestoetsen <W> en  <X> om [Stand. inst.] te selecteren. [Licht-/scèneopnamen] wordt weergegeven op het scherm. Druk op de pijltjestoetsen <Y>...
  • Pagina 79 Opname via licht of scènetype Instellingen voor het licht- of scènetype (1) Stand. inst. Een standaardinstelling die geschikt is voor de meeste onderwerpen. (2) Daglicht Voor onderwerpen in zonlicht. Hiermee zien blauwe luchten en groene gebieden zoals bomen en struiken er natuurlijker uit en worden lichtgekleurde bloemen beter weergegeven.
  • Pagina 80 x Opnamen weergeven Hieronder wordt beschreven hoe u opnamen het eenvoudigst kunt weergeven. Zie pagina 203 voor meer informatie over de weergaveprocedure. Geef de opname weer. Druk op de knop <x>.   De laatstgemaakte of laatstbekeken opname wordt weergegeven. Selecteer een opname.
  • Pagina 81 Creatieve opnamen Om mislukte opnamen te voorkomen, worden in de basismodi de meeste geavanceerde functies automatisch ingesteld. Deze kunnen niet worden gewijzigd. In de modus <d> (AE-programma) kunt u diverse functies instellen en creatievere opnamen maken. In de modus <d> stelt de camera de sluitertijd en het ...
  • Pagina 82 d: AE-programma De camera stelt automatisch de sluitertijd en het diafragma in die het beste bij de helderheid van het onderwerp passen. Dit heet AE- programma. Stel het programmakeuzewiel in op <d>. Stel scherp op het onderwerp. Kijk door de zoeker en richt het ...
  • Pagina 83 d: AE-programma Opnametips Wijzig de ISO-snelheid. Gebruik de ingebouwde flitser.  Als u de belichting op het omgevingslicht en het onderwerp wilt afstemmen, kunt u de ISO-snelheid wijzigen (pag. 88) of de ingebouwde flitser gebruiken (pag. 101). In de modus <d> gaat de ingebouwde flitser niet automatisch af.
  • Pagina 84 De opnamekwaliteit instellen U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. Er zijn tien instellingen voor de opnamekwaliteit: 73, 83, 74, 84, 7a, 8a, b, c, 1+73 en 1. Selecteer [Beeldkwalit.]. Selecteer op het tabblad [z1] de  optie [Beeldkwalit.] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 85 * De cijfers voor de bestandsgrootte, het aantal mogelijke opnamen en de maximale opnamereeks zijn gebaseerd op een testgeheugenkaart van 8 GB en de testnormen van Canon (beeldverhouding 3:2, ISO 100 en beeldstijl Standaard). Deze cijfers kunnen verschillen afhankelijk van het onderwerp, merk van de kaart, beeldverhouding, ISO-snelheid, beeldstijl, persoonlijke voorkeuze, enzovoort.
  • Pagina 86 3 De opnamekwaliteit instellen Veelgestelde vragen Ik wil de opnamekwaliteit selecteren die bij het papierformaat  past waarop ik wil afdrukken. Raadpleeg het diagram links bij het Papierformaat kiezen van de opnamekwaliteit. Als u de A2 (59,4 x 42 cm) opname wilt bijsnijden, wordt het aanbevolen om een hogere kwaliteit A3 (42 x 29,7 cm)
  • Pagina 87 • Wanneer de cd-rom met software (EOS Solution Disk) niet bij de camera wordt geleverd: Download een versie van Digital Photo Professional die compatibel is  met deze camera van de Canon-website. RAW-opnamen die met deze camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden ...
  • Pagina 88 i: De ISO-snelheid wijzigenN Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld (pag. 89). Druk op de knop <Wi>.  [ISO-snelheid] wordt weergegeven. Stel de ISO-snelheid in.
  • Pagina 89 i: De ISO-snelheid wijzigenN Wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, kan er ruis (zoals  lichte puntjes en strepen) op de opname zichtbaar zijn. Als u een hoge ISO-snelheid en de flitser gebruikt om een onderwerp te  fotograferen dat zich dichtbij bevindt, kan de opname overbelicht zijn. Omdat 'H' (gelijk aan ISO 12800) een uitgebreide ISO-snelheid is, zullen ...
  • Pagina 90 i: De ISO-snelheid wijzigenN Opnamemodus Instelling ISO-snelheid Automatisch ingesteld tussen ISO 100 en 3200 A/7/C/3/4/5/6 Automatisch ingesteld tussen ISO 100 en 6400 d/s/f/a ISO 100 *3*4*5 Met flitser ISO 800 *1: Vast op ISO 800 voor bulb-belichting. *2: Afhankelijk van de ingestelde maximale ISO-snelheid. *3: Indien invulflitsen tot overbelichting leidt, wordt ISO 100 of een hogere ISO- snelheid ingesteld.
  • Pagina 91 A Optimale opnamekenmerken voor het onderwerpN Door een beeldstijl te selecteren, kunt u opnamekenmerken verkrijgen die bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp passen. In de basismodi kunt u geen beeldstijl selecteren. Selecteer [Beeldstijl]. Selecteer op het tabblad [z2] de ...
  • Pagina 92 A Optimale opnamekenmerken voor het onderwerpN R Landschap Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen. Gebruik deze instelling voor indrukwekkende landschappen. S Neutraal Deze beeldstijl is geschikt voor gebruikers die er de voorkeur aan geven om opnamen met de computer te verwerken. Voor natuurlijke kleuren en ingetogen opnamen.
  • Pagina 93 f: De AF-bediening wijzigenN U kunt het AF-bediening (automatische scherpstelling) selecteren dat bij de opnameomstandigheden en het onderwerp past. In de basismodi wordt de optimale AF-bediening automatisch ingesteld voor de respectieve opnamemodus. Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <AF>. Druk op de knop <Zf>.
  • Pagina 94 f: De AF-bediening wijzigenN Als u niet kunt scherpstellen, gaat het focusbevestigingslampje <o> in  de zoeker knipperen. In dit geval kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Bepaal de compositie opnieuw en probeer opnieuw scherp te stellen of raadpleeg 'Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld' (pag.
  • Pagina 95 S Het AF-punt selecterenN In de basismodi stelt de camera automatisch scherp op het dichtstbijzijnde onderwerp. Daarom wordt er mogelijk niet altijd op het beoogde onderwerp scherpgesteld. In de modi <d>, <s>, <f> en <a> kunt u het AF-punt selecteren en dat gebruiken om scherp te stellen op het beoogde onderwerp.
  • Pagina 96 S Het AF-punt selecterenN Opnametips Als u van dichtbij een portret wilt maken, gebruikt u 1-beeld AF  en stelt u scherp op de ogen. Als u eerst op de ogen scherpstelt, kunt u de compositie vervolgens opnieuw bepalen terwijl het gezicht scherp blijft. Als het moeilijk is om scherp te stellen, kunt u het beste het ...
  • Pagina 97 Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld Soms kan er niet automatisch worden scherpgesteld (het focusbevestigingslampje <o> van de zoeker knippert dan). Dit kan onder meer voorkomen bij de volgende onderwerpen: Onderwerpen met erg weinig contrast  (bijvoorbeeld blauwe luchten, effen, platte oppervlakken, enzovoort) Onderwerpen bij zeer weinig licht ...
  • Pagina 98 i Continue opnameN U kunt circa 3 opnamen per seconde maken. Deze functie kunt u bijvoorbeeld gebruiken als een kind naar u toe rent en u de verschillende gezichtsuitdrukkingen wilt vastleggen. Druk op de knop <Yij>. Selecteer <i>. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> ...
  • Pagina 99 i Continue opnameN Als bij [53: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] de optie [5: Hoge ISO-  ruisreductie] is ingesteld op [2: Sterk] (pag. 261), neemt de maximale opnamereeks voor continu-opnamen aanzienlijk af. Ook de snelheid bij continu-opnamen kan lager zijn. De snelheid bij continuopnamen kan iets lager liggen als het accuniveau ...
  • Pagina 100 j De zelfontspanner gebruiken Druk op de knop <Yi >. Selecteer de zelfontspanner. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> of draai  aan het instelwiel <6> om de zelfontspanner te selecteren en druk vervolgens op <0>. j : Zelfontspanner:10 sec l: Zelfontspanner:2 sec.N q: Zelfontspanner:10 sec en continue opname...
  • Pagina 101 D De ingebouwde flitser gebruiken Als u binnenshuis bent of te maken hebt met weinig licht of tegenlicht, kunt u de ingebouwde flitser omhoog klappen en op de ontspanknop drukken om opnamen met de flitser te maken. In de modus <d> wordt de sluitertijd automatisch ingesteld op een waarde tussen 1/60 seconde en 1/200 seconde om bewegingsonscherpte te voorkomen.
  • Pagina 102 D De ingebouwde flitser gebruiken Opnametips Verhoog de ISO-snelheid als het onderwerp ver weg is (pag. 88).  Door de ISO-snelheid te verhogen, kunt u het flitsbereik vergroten. Verlaag de ISO-snelheid bij fel licht.  Verlaag de ISO-snelheid als de belichtingsinstelling in de zoeker knippert. Verwijder de zonnekap.
  • Pagina 103 Opnamefuncties voor gevorderden Dit hoofdstuk is een aanvulling op hoofdstuk 3. U leest in dit hoofdstuk op welke manieren u nog meer creatief kunt fotograferen. In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk wordt uitgelegd  hoe u de modi <s> <f> en <a> op het programmakeuzewiel kunt gebruiken.
  • Pagina 104 s: De beweging van het onderwerp vastleggen Met de modus <s> (automatische belichting met sluitervoorkeur) op het programmakeuzewiel kunt u de actie bevriezen of onscherp maken. * <s> staat voor Time value (tijdwaarde). Onscherp gemaakte beweging Bevroren actie (lange sluitertijd: 1/30 seconde) (korte sluitertijd: 1/2000 seconde) Stel het programmakeuzewiel in op <s>.
  • Pagina 105 s: De beweging van het onderwerp vastleggen Opnametips Een snel bewegend onderwerp bevriezen  Gebruik een korte sluitertijd, bijvoorbeeld tussen 1/4000 en 1/500 seconde. Een rennend kind of dier onscherp maken om de indruk van beweging te wekken  Gebruik een gemiddelde sluitertijd, bijvoorbeeld tussen 1/250 en 1/30 seconde. Volg het bewegende onderwerp met de zoeker en druk de ontspanknop in om de opname te maken.
  • Pagina 106 f: De scherptediepte wijzigen Om de achtergrond onscherp te maken of om onderwerpen die dichtbij of ver weg zijn scherp te krijgen, stelt u het programmakeuzewiel in op <f> (automatische belichting met diafragmavoorkeur). Zo kunt u de scherptediepte (het bereik van een acceptabele scherpstelling) aanpassen. * <f>...
  • Pagina 107 f: De scherptediepte wijzigen Opnametips Wanneer u een diafragma met een hoog f-getal gebruikt of opnamen  maakt bij weinig licht, kan er bewegingsonscherpte optreden. Bij een hoger f-getal van het diafragma is de sluitertijd langer. In omstandigheden met weinig licht kan de sluitertijd maar liefst 30 seconden bedragen.
  • Pagina 108 f: De scherptediepte wijzigen D De ingebouwde flitser gebruiken Om de juiste flitsbelichting te verkrijgen, wordt het flitsvermogen automatisch op het ingestelde diafragma afgestemd (automatische flitsbelichting). De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen 1/200 seconde en 30 seconden, afhankelijk van de lichtomstandigheden. Bij weinig licht wordt het hoofdonderwerp belicht met de automatische flitser.
  • Pagina 109 a: Handmatige belichting U kunt zowel de sluitertijd als het diafragma handmatig naar wens instellen. Terwijl u naar de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker kijkt, kunt u de belichting naar wens instellen. Deze methode heet handmatige belichting. * <a> staat voor Manual (handmatig). Stel het programmakeuzewiel in op <a>.
  • Pagina 110 a: Handmatige belichting D De ingebouwde flitser gebruiken Om de juiste flitsbelichting te verkrijgen, wordt het flitsvermogen automatisch (automatische flitsbelichting) op het handmatig ingestelde diafragma afgestemd. De sluitertijd kan worden ingesteld op een waarde tussen 1/200 seconde en 30 seconden of bulb. BULB: Bulb-belichting Bij bulb-belichting blijft de sluiter geopend zolang u de ontspanknop...
  • Pagina 111 q De meetmethode wijzigenN Er zijn drie lichtmeetmethoden beschikbaar om de helderheid van het onderwerp te meten. Meestal wordt meervlaksmeting aanbevolen. In de basismodi wordt automatische selectie automatisch ingesteld. Selecteer [Meetmethode]. Selecteer op het tabblad [z2] de  optie [Meetmethode] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 112 Belichtingscompensatie instellenN O Belichtingscompensatie instellen Stel de belichtingscompensatie in wanneer de belichting (zonder flitser) anders uitvalt dan gewenst. Deze functie kan worden gebruikt in de creatieve modi (met uitzondering van <a>). U kunt de belichtingscompensatie instellen op maximaal ±5 stops met tussenstappen van 1/3 stop. Lichter maken: Houd de knop <O>...
  • Pagina 113 Belichtingscompensatie instellenN y Flitsbelichtingscorrectie Stel de flitsbelichtingscorrectie in wanneer de belichting van het onderwerp anders uitvalt dan gewenst. U kunt de belichtingscompensatie instellen op maximaal ±2 stops met tussenstappen van 1/3. Druk op de knop < >.  Het scherm Snel instellen wordt weergegeven (pag.
  • Pagina 114 Reeksopnamen met automatische belichting (AEB)N Met deze functie gaat belichtingscompensatie een stap verder, doordat de belichting over drie opnamen automatisch wordt gevarieerd (maximaal ±2 stops met tussenstappen van 1/3 stop), zoals hieronder is weergegeven. Vervolgens kunt u de beste belichting kiezen. Dit heet AEB (Auto Exposure Bracketing, reeksopnamen met automatische belichting).
  • Pagina 115 3 Reeksopnamen met automatische belichting (AEB)N AEB annuleren Volg stap 1 en 2 als u het AEB-bereik niet wilt weergeven.  De AEB-instelling wordt ook automatisch geannuleerd als de  aan-uitschakelaar op <2> wordt gezet, als de flitser weer gebruiksklaar is, enzovoort. Opnametips Gebruik van AEB bij het maken van continue opnamen ...
  • Pagina 116 A De belichting vergrendelenN Wanneer het gebied waarop u wilt scherpstellen afwijkt van het lichtmetingsgebied, of wanneer u meerdere foto's met dezelfde belichtingsinstelling wilt nemen, kunt u de belichting vergrendelen. Druk op de knop <A> om de belichting te vergrendelen, maak een nieuwe compositie en maak de opname.
  • Pagina 117 Nadat u de juiste flitsbelichting voor het onderwerp hebt ingesteld, kunt u een nieuwe compositie maken (het onderwerp bij de rand plaatsen) en de opname maken. Deze functie kan ook worden gebruikt met een Canon Speedlite uit de EX-serie. * FE staat voor Flash Exposure (flitsbelichting).
  • Pagina 118 A De flitsbelichting vergrendelenN Als het onderwerp zich te ver weg en buiten het effectieve bereik van de  flitser bevindt, gaat het pictogram <D> knipperen. Ga dichter bij het onderwerp staan en herhaal de stappen 2 t/m 4. De flitsbelichtingsvergrendeling (FE-vergrendeling) kan niet worden ...
  • Pagina 119 Helderheid en contrast automatisch corrigerenN Als de opname te donker wordt of als het contrast te laag is, kunnen de helderheid en het contrast van de opname automatisch worden verbeterd. Deze functie heet Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid). De standaardinstelling is [Standaard]. Bij JPEG-opnamen wordt de correctie toegepast wanneer de opname is gemaakt.
  • Pagina 120 De donkere hoeken van de opname corrigeren Als gevolg van fysieke eigenschappen van het objectief lijken de vier hoeken van de opname soms donkerder. Dit verschijnsel wordt lichtafval of vignettering genoemd en kan worden gecorrigeerd. De standaardinstelling is [Inschakelen]. Bij JPEG-opnamen wordt de correctie toegepast wanneer de opname is gemaakt.
  • Pagina 121 Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er mogelijk ruis aan de  randen van een opname ontstaan. Wanneer u een objectief van een ander merk dan Canon gebruikt, wordt  het aanbevolen om de correcties in te stellen op [Uitschakelen], zelfs als [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven.
  • Pagina 122 A Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeurenN U kunt de beeldstijl naar wens aanpassen door afzonderlijke parameters te wijzigen, bijvoorbeeld [Scherpte] en [Contrast]. Maak proefopnamen om het resultaat te bekijken. Zie pagina 124 voor het aanpassen van [Monochroom]. Selecteer [Beeldstijl]. Selecteer op het tabblad [z2] de ...
  • Pagina 123 A Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeurenN Parameterinstellingen en -effecten Scherpte Hiermee kunt u de scherpte van de opname aanpassen. Als u de opname minder scherp wilt maken, stelt u de scherpte in naar de kant met E. Hoe dichter de markering zich bij E bevindt, hoe zachter de opname.
  • Pagina 124 A Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeurenN V Monochroom aanpassen Voor Monochroom kunt u naast [Scherpte] en [Contrast] (zoals op de vorige pagina is beschreven) ook [Filtereffect] en [Toningeffect] instellen. kFiltereffect U kunt op een monochrome opname witte wolken of groene bomen meer laten afsteken door een filtereffect toe te passen.
  • Pagina 125 A Favoriete opnamekenmerken vastleggenN U kunt een basisbeeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen onder [Gebruiker 1], [Gebruiker 2] of [Gebruiker 3]. U kunt meerdere beeldstijlen maken, met verschillende instellingen voor parameters zoals scherpte en contrast.
  • Pagina 126 A Favoriete opnamekenmerken vastleggenN Selecteer een parameter. Selecteer een parameter,  bijvoorbeeld [Scherpte], en druk vervolgens op <0>. Stel de parameter in. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z>  om de parameter naar wens aan te passen en druk vervolgens op <0>.Zie 'Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeuren' op pagina 122 t/m 124 voor meer informatie.
  • Pagina 127 B: Aanpassen aan de lichtbronN De functie waarmee de kleurtoon zodanig kan worden aangepast dat een wit object in de opname ook daadwerkelijk wit lijkt, wordt witbalans (WB) genoemd. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Q>...
  • Pagina 128 B: Aanpassen aan de lichtbronN Selecteer [Handmatige witbalans]. Selecteer op het tabblad [z2] de  optie [Handmatige witbalans] en druk vervolgens op <0>.  Het scherm voor handmatige selectie van de witbalans wordt weergegeven. Importeer de witbalansgegevens. Selecteer de opname die u bij stap 1 ...
  • Pagina 129 u De kleurtoon voor de lichtbron aanpassenN U kunt de ingestelde witbalans corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van een in de handel verkrijgbaar kleurtemperatuurconversiefilter of kleurcorrectiefilter. Elke kleur kan in negen niveaus worden gecorrigeerd. Deze functie is voor gevorderde gebruikers die bekend zijn met het gebruik van kleurtemperatuurconversie- of kleurcorrectiefilters.
  • Pagina 130 u De kleurtoon voor de lichtbron aanpassenN Automatische witbalansbracketing Het is mogelijk om met één opname tegelijkertijd drie opnamen met een verschillende kleurtoon op te slaan. De opname wordt niet alleen opgeslagen met de kleurtemperatuur van de actuele witbalansinstelling, maar ook met meer blauw/amber of magenta/groen. Dit wordt witbalansbracketing genoemd (WB-BKT).
  • Pagina 131 Het bereik van reproduceerbare kleuren instellenN Het bereik van reproduceerbare kleuren wordt 'kleurruimte' genoemd. Met deze camera kunt u de kleurruimte voor opnamen instellen op sRGB of Adobe RGB. Voor normale opnamen wordt sRGB aanbevolen. Bij de basismodi wordt sRGB automatisch ingesteld. Selecteer [Kleurruimte].
  • Pagina 133 Opnamen maken met het LCD- scherm (Live view-opnamen) U kunt opnamen maken terwijl het beeld op het LCD- scherm van de camera wordt weergegeven. Dit heet 'Live view-opnamen'. Live view-opnamen zijn geschikt voor niet-bewegende onderwerpen. Wanneer u de camera in de hand houdt en opnamen maakt terwijl u op het LCD-scherm kijkt, kan het bewegen van de camera onscherpe opnamen tot gevolg hebben.
  • Pagina 134 A Opnamen maken met het LCD-scherm Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <A>.   Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. In het Live view-beeld wordt het  helderheidsniveau van de daadwerkelijk te maken opname nauwkeurig benaderd.
  • Pagina 135 A Opnamen maken met het LCD-scherm Live view-opname inschakelen Stel [Live view-opname.] in op [Inschakelen]. De Live view-menuopties worden in de basismodi onder [z2] weergegeven en in de creatieve modi onder [z4]. Maximumaantal Live view-opnamen Opnameomstandigheden Temperatuur Geen flits 50% flits Kamertemperatuur (23 °C) Circa 190 opnamen Circa 180 opnamen...
  • Pagina 136 A Opnamen maken met het LCD-scherm Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay  vernieuwd. AF-methode AF-punt (Quick-modus) • d : FlexiZone - Single Vergrotingskader • c : u Live-modus • f : Quick-modus Histogram Opnamemodus Transport-/ zelfontspanmodus...
  • Pagina 137 A Opnamen maken met het LCD-scherm Simulatie van de definitieve opname Bij de simulatie van de definitieve opname worden de effecten van de beeldstijl, de witbalans en andere functies in het Live view-beeld zichtbaar gemaakt, zodat u weet hoe de daadwerkelijke opname eruit gaat zien.
  • Pagina 138 Instellingen voor de opnamefunctie In dit gedeelte worden de instellingen besproken die specifiek zijn voor Live view-opnamen. Q Snel instellen Wanneer u op de knop <Q> drukt terwijl het beeld op het LCD-scherm in een creatieve modus wordt weergegeven, kunt u een van de volgende functies instellen: AF-methode, transport/zelfontspanner, witbalans, beeldstijl, Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid), opnamekwaliteit en ISO-snelheid.
  • Pagina 139 Menufunctie-instellingen Hieronder volgen de menuopties. De instelbare functies in dit menuscherm zijn alleen van toepassing bij Live view-opnamen. Deze functies zijn niet actief wanneer u de zoeker gebruikt (de instellingen zijn dan uitgeschakeld). De Live view-menuopties worden in de basismodi onder [z2] weergegeven en in de creatieve modi onder [z4].
  • Pagina 140 Menufunctie-instellingen Aspect ratioN  De beeldverhouding (aspect ratio) van de opname kan worden ingesteld op [3:2], [4:3], [16:9] of [1:1]. Het gebied rond het Live view-beeld wordt omgeven door een zwart masker wanneer de volgende beeldverhoudingen zijn ingesteld: [4:3] [16:9] [1:1]. De JPEG-opnamen worden samen met de ingestelde beeldverhouding opgeslagen.
  • Pagina 141 Menufunctie-instellingen MeettimerN  U kunt wijzigen hoe lang de belichtingsinstelling wordt weergegeven (duur van de belichtingsvergrendeling). In de basismodi heeft de meettimer een vaste instelling van 8 sec. Als u een van de volgende functies selecteert, worden Live view-opnamen beëindigd. Als u weer wilt beginnen met Live view-opnamen, drukt u op de knop <A>.
  • Pagina 142 Scherpstellen met AF (AF-methode) De AF-methode selecteren U kunt een AF-methode selecteren die bij de opnamesituatie en bij uw onderwerp past. De volgende AF-methoden zijn beschikbaar: [FlexiZone - Single], [uLive- modus] (met gezichtsherkenning, pag. 143) en [Quick-modus] (pag. 148). Wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen, stelt u de focusinstellingsknop op het objectief in op <MF>, vergroot u het beeld en stelt u handmatig scherp (pag.
  • Pagina 143 Scherpstellen met AF (AF-methode) Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp  en druk de ontspanknop half in.  Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon.  Als de scherpstelling niet wordt bereikt, wordt het AF-punt oranje.
  • Pagina 144 Scherpstellen met AF (AF-methode) Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in; de camera stelt  vervolgens scherp op het gezicht dat door het kader <p> wordt bedekt.  Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon. ...
  • Pagina 145 Scherpstellen met AF (AF-methode) Opmerkingen bij [FlexiZone - Single] en [uLive-modus] AF-bediening Scherpstellen duurt langer dan met de [Quick-modus].  Zelfs als er al is scherpgesteld, wordt er nogmaals scherpgesteld  wanneer u de ontspanknop half indrukt. U kunt niet ononderbroken scherpstellen op een bewegend ...
  • Pagina 146 Scherpstellen met AF (AF-methode) Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld Onderwerpen met weinig contrast, zoals een blauwe lucht en effen,  platte oppervlakken of wanneer lichte tinten of schaduwpartijen niet zichtbaar zijn. Onderwerpen bij weinig licht.  Strepen en andere patronen met alleen een horizontaal contrast. ...
  • Pagina 147 EF100mm f/2.8 Macro USM, EF75-300mm f/4-5.6 III, EF75-300mm f/4-5.6 III USM Voor informatie over niet langer ondersteunde objectieven gaat u naar de Canon-website voor uw land. Als u wilt scherpstellen op een onderwerp dat zich meer naar de rand ...
  • Pagina 148 Scherpstellen met AF (AF-methode) Quick-modus:f De speciale AF-sensor wordt gebruikt om in de modus 1-beeld AF (pag. 93) met dezelfde AF- methode scherp te stellen als bij het maken van opnamen door de zoeker. Hoewel u snel kunt scherpstellen op het gewenste gebied, wordt het Live view-beeld tijdens het automatisch scherpstellen even onderbroken.
  • Pagina 149 Scherpstellen met AF (AF-methode) Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp  en druk de ontspanknop half in.  Het Live view-beeld wordt uitgeschakeld, de reflexspiegel wordt neergeklapt en er wordt automatisch scherpgesteld. (Er is geen opname gemaakt.) ...
  • Pagina 150 MF: Handmatige scherpstelling U kunt de opname vergroten en nauwkeurig scherpstellen met handmatig scherpstellen. Zet de focusinstellingsknop op het objectief op <MF>. Draai aan de scherpstelring van het  objectief om ruwweg scherp te stellen. Verplaats het vergrotingskader. Druk op de pijltjestoetsen <S> om ...
  • Pagina 151 Aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamen Beeldkwaliteit Wanneer u opnamen maakt bij hoge ISO-snelheden, kan er ruis (zoals  lichte puntjes en strepen) op de opname zichtbaar zijn. Opnamen bij hoge temperaturen kunnen ruis en afwijkende kleuren in de opname ...
  • Pagina 152 Aandachtspunten bij het maken van Live view-opnamen Live view-beeld Bij weinig of juist heel fel licht wordt in het Live view-beeld mogelijk niet  de helderheid van de daadwerkelijke opname weergegeven. Ook wanneer er een lage ISO-snelheid is ingesteld, kan er ruis zichtbaar zijn op ...
  • Pagina 153 Movie-opname U kunt movie-opnamen inschakelen door het programmakeuzewiel in te stellen op <k>. De opname- indeling voor movies is MOV. Zie pagina 5 voor kaarten waarop movies kunnen worden.  Full HD 1080 Full HD 1080 duidt op compatibiliteit met High- Definition met 1080 verticale pixels (scanlijnen).
  • Pagina 154 k Movie-opname U wordt aangeraden de camera op een televisie aan te sluiten als u opgenomen movies wilt afspelen (pag. 222). Opnamen maken met automatische belichting Stel het programmakeuzewiel in op <k>.  De reflexspiegel maakt een geluid en de opname verschijnt op het LCD- scherm.
  • Pagina 155 k Movie-opname Aandachtspunten voor movie-opname vindt u op pagina 177  en 178. Lees indien nodig ook de aandachtspunten bij het maken van Live  view-opnamen op pagina 151 en 152. De ISO-snelheid (ISO 100 - ISO 6400), de sluitertijd en het diagfragma ...
  • Pagina 156 k Movie-opname Opnamen maken met handmatige belichting U kunt de sluitertijd, het diafragma en de ISO-snelheid voor movie- opname vrij instellen. Het handmatig instellen van de belichting voor movie-opname is bedoeld voor geavanceerde gebruikers. Stel het programmakeuzewiel in op <k>. ...
  • Pagina 157 k Movie-opname Stel scherp en start de movie- opname. De procedure is hetzelfde als stap  2 en 3 voor 'Opnamen maken met automatische belichting' (pag. 154). ISO-snelheid tijdens opnamen met handmatige belichting Als u [Auto] selecteert, wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld ...
  • Pagina 158 k Movie-opname Informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay  vernieuwd. AF-methode • d : FlexiZone - Single Beeldstijl • c : u Live-modus • f : Quick-modus Resterende tijd/verstreken tijd voor movie- opname Movie-opnamemodus AF-punt (Quick-modus) Witbalans Movie-opname...
  • Pagina 159 k Movie-opname Opmerkingen over movie-opname Houd de camera niet lange tijd in dezelfde positie vast. Ook al voelt de camera niet heet aan, toch kan langdurig contact met hetzelfde lichaamsdeel een rode huid, blaren of eerstegraads brandwonden veroorzaken. Het gebruik van een statief wordt aanbevolen voor mensen met circulatieproblemen of een zeer gevoelige huid, of wanneer de camera wordt gebruikt op zeer warme plekken.
  • Pagina 160 k Movie-opname Simulatie van de definitieve opname Bij de simulatie van de definitieve opname worden de effecten van de beeldstijl, de witbalans en andere functies in het beeld zichtbaar gemaakt, zodat u weet hoe de daadwerkelijke opname eruit gaat zien. Tijdens het maken van movie-opnamen worden de effecten van de hieronder vermelde instellingen automatisch in het beeld weergegeven.
  • Pagina 161 k Movie-opname Foto's maken Tijdens het maken van movie-opnamen kunt u nog altijd foto's maken door de ontspanknop volledig in te drukken. Foto's maken in de modus <k> Als u tijdens movie-opname een foto maakt, staat de movie-opname  gedurende circa 1 seconde stil. De gemaakte foto wordt op de kaart opgeslagen en de movie- ...
  • Pagina 162 k Movie-opname Als [Z1: AF met ontspanknop tijdens k] is ingesteld op [Inschakelen] (pag.172), wordt er scherpgesteld als u de ontspanknop tijdens movie- opname half indrukt. Het volgende kan zich echter voordoen. • De scherpstelling kan er even flink naast zitten. •...
  • Pagina 163 Instellingen voor de opnamefunctie In dit gedeelte worden de instellingen besproken die specifiek zijn voor movie-opnamen. Q Snel instellen Wanneer u op de knop <Q> drukt terwijl de opname wordt weergegeven op het LCD-scherm, kunt u een van de volgende functies instellen: AF-methode, witbalans, beeldstijl, Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid), movie-opnameformaat, videosnapshot en de opnamekwaliteit (foto's ).
  • Pagina 164 Het movie-opnameformaat instellen Met de menuoptie [Z2: Movie- opn.formaat] kunt u het opnameformaat van de movie [****x****] en de framerate [9] (aantal opgenomen frames per seconde) selecteren. De 9 (framerate) schakelt automatisch over, afhankelijk van de instelling van [Z2: Videosysteem]. Beeldformaat ...
  • Pagina 165 3 Het movie-opnameformaat instellen Totale opnametijd voor movies en bestandsgrootte per minuut Totale opnametijd (bij benadering) Movie-opname- Bestandsgrootte Kaart van Kaart van Kaart van formaat (bij benadering) 4 GB 8 GB 16 GB [1920x1080] 11 min. 22 min. 44 min. 330 MB/min.
  • Pagina 166 Videosnapshots maken U kunt een reeks korte movieclips van circa 2 seconden, 4 seconden of 8 seconden maken; deze worden 'videosnapshots' genoemd. De videosnapshots kunnen worden samengevoegd tot één movie, die 'videosnapshotalbum' wordt genoemd. Zo kunt u hoogtepunten van een reis of gebeurtenis in vogelvlucht laten zien. Een videosnapshotalbum kan ook worden afgespeeld met achtergrondmuziek (pag.
  • Pagina 167 3 Videosnapshots maken Een videosnapshotalbum maken Maak de eerste videosnapshot. Druk op de knop <A> en maak de opname.   De blauwe balk die de opnameduur aangeeft, loopt langzaam terug. Nadat de ingestelde opnameduur is verstreken, stopt de opname automatisch. ...
  • Pagina 168 3 Videosnapshots maken Opties in stap 4 en 5 Functie Omschrijving De movieclip wordt opgeslagen als de eerste J Sla op als album (stap 4) videosnapshot van het videosnapshotalbum. De zojuist opgenomen videosnapshot wordt J Sla op als album (stap 5) toegevoegd aan het album dat net daarvoor is Er wordt een nieuw videosnapshotalbum gemaakt en de movieclip wordt opgeslagen als W Sla op als nieuw album...
  • Pagina 169 3 Videosnapshots maken Waarschuwingen voor het maken van videosnapshots U kunt aan een album alleen videosnapshots met dezelfde lengte  (circa 2, 4 of 8 toevoegen). Als u tijdens het maken van videosnapshots een van de volgende  handelingen uitvoert, wordt er een nieuw album gemaakt voor de volgende videosnapshots.
  • Pagina 170 3 Videosnapshots maken Een album afspelen Een voltooid videosnapshotalbum kan op dezelfde manier worden afgespeeld als een normale movie (pag. 214). Speel de movie af. Druk op de knop <x> om de  opname weer te geven. Selecteer het album. In de weergave van één opname ...
  • Pagina 171 3 Videosnapshots maken Achtergrondmuziek U kunt achtergrondmuziek laten horen tijdens het afspelen van albums,  normale movies en diavoorstellingen op de camera (pag. 170, 215). Als u achtergrondmuziek wilt laten horen, moet u die eerst met behulp van EOS Utility (EOS-software) kopiëren naar de kaart. Raadpleeg de software-instructiehandleiding (pdf) op de dvd-rom voor informatie over het kopiëren van de achtergrondmuziek.
  • Pagina 172 Menufunctie-instellingen Menu-opties op de tabbladen [Z1], [Z2] en [Z3] worden hieronder uitgelegd. [Z1] Movie-belicht.  Gewoonlijk stelt u dit in op [Auto]. Wanneer u deze optie instelt op [Handmatig], kunt u de ISO- snelheid, de sluitertijd en het diafragma voor movie-opnamen handmatig instellen (pag.
  • Pagina 173 3 Menufunctie-instellingen kSluiter/AE vergrendelknop  U kunt de functie die aan het half indrukken van de ontspanknop en de belichtingsvergrendelknop is toegewezen, wijzigen. • AF/AE vergrendel: Normale functie. Druk de ontspanknop half in om automatisch scherp te stellen. Druk op de knop <A> voor belichtingsvergrendeling.
  • Pagina 174 3 Menufunctie-instellingen [Z2] Movie-opnameformaat  U kunt het movie-opnameformaat instellen (beeldformaat en framerate). Zie pagina 164 voor meer informatie. Geluidsopname  Het geluid wordt opgenomen met de ingebouwde monomicrofoon. U kunt geen externe microfoon gebruiken. Niveaumeter Opties voor [Geluidsopname] en [Opname niveau] [Automatisch] : Het geluidsopnameniveau wordt automatisch aangepast.
  • Pagina 175 3 Menufunctie-instellingen [Windfilter] Wanneer deze functie is ingesteld op [Inschakelen], wordt het geluid dat wordt veroorzaakt door wind verminderd wanneer het buiten waait. Als deze functie is ingesteld op [Inschakelen], worden ook de lage bastonen verminderd. Stel deze functie dus in op [Uitschakelen] als er geen sprake is van wind.
  • Pagina 176 3 Menufunctie-instellingen [Z3] Belichtingscompensatie  Belichtingscompensatie kan worden ingesteld op ±5 stops voor foto's, maar bij belichtingscorrectie voor movies is dit beperkt tot slechts ±3 stops. Voor foto's kan de flitsbelichtingscorrectie worden verlengd tot ±5 stops. Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) ...
  • Pagina 177 Aandachtspunten voor movie-opname Witte <s> en rode <E> waarschuwingspictogrammen voor interne temperatuur Als de interne temperatuur van de camera oploopt vanwege langdurige  movie-opname of bij een hoge omgevingstemperatuur, verschijnt er een witte <s> of een rode <E>. Het witte pictogram <s> geeft aan dat de beeldkwaliteit van foto's zal ...
  • Pagina 178 Aandachtspunten voor movie-opname Opname- en beeldkwaliteit Als u een kaart met een lage schrijfsnelheid gebruikt, wordt  tijdens movie-opname rechts in het scherm mogelijk een indicator met vijf niveaus weergegeven. Deze geeft aan hoeveel gegevens nog niet naar de kaart zijn geschreven (beschikbare capaciteit van het interne buffergeheugen).
  • Pagina 179 Handige functies De pieptoon uitzetten (pag. 180)  Kaartwaarschuwing (pag. 180)  De Kijktijd instellen (pag. 180)  De tijd voor automatisch uitschakelen instellen (pag. 181)  De helderheid van het LCD-scherm aanpassen (pag. 181)  Een map maken en selecteren (pag. 182) ...
  • Pagina 180 Handige functies 3 De pieptoon uitzetten U kunt voorkomen dat er een pieptoon afgaat zodra er is scherpgesteld of bij het gebruik van de zelfontspanner. Selecteer op het tabblad [z1] de optie [Pieptoon] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Uitschakelen] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 181 Handige functies 3 De tijd voor automatisch uitschakelen instellen Om de accu te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat deze gedurende een bepaalde ingestelde tijd niet is gebruikt. U kunt deze tijdsduur zelf aan de hand van een aantal opties instellen. Na een automatische uitschakeling kunt u de camera weer inschakelen door de ontspanknop half in te drukken of door op een van de volgende knoppen te drukken: <M>, <B>, <x>, <A>, enz.
  • Pagina 182 Handige functies 3 Een map maken en selecteren U kunt naar wens mappen maken en selecteren waarin de opnamen worden opgeslagen. Deze handeling is optioneel, aangezien er automatisch een map voor de opslag van opnamen wordt gemaakt. Een map maken Selecteer [Selecteer map].
  • Pagina 183 Handige functies Een map selecteren Open het scherm Selecteer map,  Laagste bestandsnummer selecteer een map en druk op <0>. Aantal opnamen in de map  De map waarin de opnamen worden opgeslagen, is geselecteerd. Volgende opnamen zullen in de ...
  • Pagina 184 Handige functies 3 Methoden voor bestandsnummering De beeldbestanden worden genummerd van 0001 tot 9999 in de volgorde waarin de opnamen zijn gemaakt. Vervolgens worden de bestanden in een map opgeslagen. U kunt instellen hoe het bestandsnummer wordt toegewezen. Het bestandsnummer wordt op de computer in de volgende notatie weergegeven: IMG_0001.JPG.
  • Pagina 185 Handige functies [Auto. reset]: De bestandsnummering begint elke keer opnieuw bij  0001 nadat de kaart is vervangen of een nieuwe map is gemaakt. Als u de kaart vervangt of een map maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001 voor de nieuwe opnamen. Dit is handig als u de opnamen per kaart of map wilt archiveren.
  • Pagina 186 Handige functies 3 Copyrightinformatie instellenN Wanneer u de copyrightinformatie instelt, wordt deze als Exif-informatie aan de opname toegevoegd. Selecteer [Copyrightinformatie]. Selecteer op het tabblad [53] de  optie [Copyrightinformatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer de optie die u wilt instellen.
  • Pagina 187 Handige functies Tekstinvoerprocedure Het invoergebied wijzigen:  Druk op de knop <Q> om tussen het bovenste en onderste invoergebied te wisselen. De cursor verplaatsen:  Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om de cursor te verplaatsen. Tekst invoeren:  Druk terwijl de cursor in het onderste invoergebied staat op de pijltjestoetsen <S>...
  • Pagina 188 Handige functies 3 Verticale opnamen automatisch roteren Verticale opnamen worden automatisch geroteerd, zodat ze verticaal in plaats van horizontaal op het LCD-scherm van de camera of op de computer worden weergegeven. U kunt de instelling voor deze functie wijzigen. Selecteer op het tabblad [51] de optie [Auto.
  • Pagina 189 Handige functies B Camera-instellingen controleren Druk terwijl het menu wordt weergegeven op de knop <B> om de belangrijkste functie-instellingen van de camera weer te geven. Druk terwijl het menu wordt  weergegeven op de knop <B> om de instellingen weer te geven. Druk nogmaals op de knop <B>...
  • Pagina 190 Handige functies 3 De standaardinstellingen van de camera herstellenN De opname-instellingen en menu-instellingen van de camera kunnen worden teruggezet naar de standaardinstellingen. Deze optie is beschikbaar in de creatieve modi. Selecteer [Wis instellingen]. Selecteer op het tabblad <53> de  optie [Wis instellingen] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 191 Handige functies Opname-instellingen Opnamen opslaan AF-bediening 1-beeld AF Beeldkwaliteit Beeldstijl Automatisch Automatische AF-puntselectie selectie Auto Lighting Optimizer (Auto Standaard optimalisatie helderheid) Transport/ zelfontspanner (Enkelbeeld) Inschakelen/ Correctie correctiegegevens q (Meervlaks helderheid randen Meetmethode blijven behouden meting) AUTO ISO-snelheid Kleurruimte sRGB ISO auto Max.: 3200 Witbalans Q (Auto)
  • Pagina 192 Handige functies Camera-instellingen Live view-opnamen Uitschakelen 30 sec. Live view-opname. Inschakelen Pieptoon Inschakelen AF-methode FlexiZone - Single Rasterweergave Ontspan sluiter Inschakelen zonder kaart Aspect ratio Kijktijd 2 sec. Meettimer 8 sec. Histogram Helderheid Movie-opname Spring met 6 e (10 opnamen) Auto.
  • Pagina 193 Handige functies 3 Het LCD-scherm in-/uitschakelen De weergave met opname-instellingen (pag. 52) kan worden in- of uitgeschakeld door de ontspanknop half in te drukken. Selecteer op het tabblad [52] de optie [LCD uit/aankn.] en druk vervolgens op <0>. De beschikbare instellingen worden hieronder beschreven.
  • Pagina 194 De flitser instellenN De instellingen voor de ingebouwde flitser en de externe Speedlite kunnen via het menu van de camera worden ingesteld. U kunt de functie-instellingen van de externe Speedlite alleen via het menu van de camera instellen als een Speedlite uit de EX-serie die compatibel is met deze functie, is bevestigd.
  • Pagina 195 3 De flitser instellenN [Func.inst. interne flitser] en [Func.inst. externe flitser] Met [Func.inst. interne flitser] en [Func.inst. externe flitser] kunt u de functies in de onderstaande tabel, instellen. De functies die bij [Func.inst. externe flitser] worden weergegeven, verschillen per Speedlite-model. Selecteer [Func.inst.
  • Pagina 196 3 De flitser instellenN Flitsmodus  Met een externe Speedlite kunt u de flitsmodus selecteren die geschikt is voor het maken van opnamen met de flitser. [E-TTL II] is de standaardmodus voor  het maken van opnamen met de automatische flitser met Speedlites uit de EX-serie.
  • Pagina 197 3 De flitser instellenN Flitserinstellingen wissen  Druk in het scherm [Func.inst. externe flitser] op de knop <B> om het scherm voor het wissen van de flitserinstellingen weer te geven. Wanneer u [OK] selecteert, worden de instellingen voor de ingebouwde flitser en de externe Speedlite gewist. De persoonlijke voorkeuze voor de externe Speedlite instellen De persoonlijke voorkeuze-instellingen die bij [C.Fn-inst.
  • Pagina 198 Stofwisdata toevoegenN Stof dat de camera binnendringt, kan zich aan de beeldsensor hechten en stofvlekken veroorzaken die op de opnamen zichtbaar zijn. Om deze stofvlekken te wissen, kunt u stofwisdata aan de opnamen toevoegen. Digital Photo Professional (EOS-software, pag. 319) gebruikt de stofwisdata om stofvlekken automatisch te verwijderen.
  • Pagina 199 3 Stofwisdata toevoegenN Fotografeer een effen wit object. Vul de zoeker op een afstand van 20-30  cm met een effen wit object zonder patroon en maak een opname.  De foto wordt in de diafragmavoorkeuzemodus gemaakt bij een diafragma van f/22. Aangezien de opname niet wordt ...
  • Pagina 200 Haal het objectief van de camera voordat u de sensor gaat reinigen. Het oppervlak van de beeldsensor is zeer kwetsbaar. Wij raden u aan om fysieke reiniging van de sensor bij een Canon Service Center te laten uitvoeren. Selecteer [Reinig handmatig].
  • Pagina 201 Als het accuniveau laag wordt terwijl u de sensor reinigt, klinkt er een  pieptoon als waarschuwing. Stop het reinigen van de sensor. Als er vuil blijft zitten dat niet met een blaasbuisje kan worden verwijderd,  kunt u de sensor het beste door een Canon Service Center laten reinigen.
  • Pagina 203 Opnamen weergeven In dit hoofdstuk worden de functies voor het bekijken van foto's en video's uitgelegd, waarbij dit onderwerp uitgebreider aan bod komt dan in hoofdstuk 2 'Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen'. Hier vindt u informatie over hoe u foto's en movies op de camera kunt weergeven en wissen en op de tv kunt bekijken.
  • Pagina 204 x Snel opnamen zoeken H Meerdere opnamen weergeven op één scherm (indexweergave) Zoek snel naar opnamen met de indexweergave waarbij 4 of 9 opnamen op 1 scherm worden weergegeven. Geef de opname weer. Als u op de knop <x> drukt, wordt ...
  • Pagina 205 x Snel opnamen zoeken Door opnamen navigeren (opnamesprong) In de weergave van één opname kunt u aan het instelwiel <6> draaien om snel vooruit of achteruit door de opnamen te bladeren, al naar gelang de ingestelde sprongmethode. Selecteer [Spring met 6]. Selecteer op het tabblad [x2] de optie [Spring ...
  • Pagina 206 u/y Vergrote weergave Opnamen kunnen op het LCD-scherm circa 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot. Vergroot het beeld. Druk tijdens opnameweergave op de  knop <u>.  De opname wordt vergroot. Als u de knop <u> ingedrukt houdt,  wordt de opname verder vergroot tot de maximale vergroting is bereikt.
  • Pagina 207 b De opname roteren U kunt de weergegeven opname in de gewenste positie draaien. Selecteer [Beeld roteren]. Selecteer op het tabblad [x1] de  optie [Beeld roteren] en druk vervolgens op <0>. Selecteer een opname. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en ...
  • Pagina 208 Classificaties instellen U kunt opnamen en movies classificeren met een van vijf classificaties: l/m/n/o/p. Deze functie heet classificatie. Selecteer [Classificatie]. Selecteer op het tabblad [x2] de  optie [Classificatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer een opname. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en ...
  • Pagina 209 3 Classificaties instellen Het totale aantal opnamen met een bepaalde classificatie dat kan worden weergegeven, is 999. Indien er meer dan 999 opnamen zijn met een bepaalde classificatie, wordt er [###] weergegeven voor die classificatie. Het voordeel van classificaties Met [x2: Spring met 6] kunt u alleen opnamen met een bepaalde ...
  • Pagina 210 Q Snel instellen voor weergave U kunt tijdens de weergave van één opname op de knop <Q> drukken om de volgende opties in te stellen: [ : Beveilig beelden], [b: Beeld roteren], [9: Classificatie], [U: Creatieve filters], [S: Wijzig formaat] (alleen JPEG-bestanden) en [e: Spring met 6].
  • Pagina 211 Q Snel instellen voor weergave Stel [51: Auto. roteren] in op [AanzD] om een opname te draaien. Als [51: Auto. roteren] is ingesteld op [AanD] of [Uit], wordt de instelling [b Beeld roteren] toegevoegd aan de opname, maar de camera zal de opname niet draaien voor weergave.
  • Pagina 212 k Genieten van movies U kunt movies op de volgende drie manieren afspelen: Afspelen op een televisie (pag. 222) U hebt een HDMI-kabel (afzonderlijk verkrijgbaar) nodig om de camera op een televisie aan te sluiten. Ook een HDMI-aansluiting op een tv is vereist. Wanneer de camera met een HDMI- kabel is aangesloten op een tv, kunt u movies en foto's op de tv bekijken.
  • Pagina 213 k Genieten van movies Afspelen op het LCD-scherm van de camera (pag. 214 - 221) U kunt movies afspelen op het LCD- scherm van de camera. U kunt bovendien de eerste en laatste beelden van een movie bewerken en de foto's en movies op de kaart afspelen als automatische diavoorstelling.
  • Pagina 214 k Movies afspelen Geef de opname weer. Druk op de knop <x> om een  opname weer te geven. Selecteer een movie. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en  <Z> om een movie te selecteren. Bij de weergave van één opname geeft het ...
  • Pagina 215 k Movies afspelen Movieweergavepaneel Bewerking Beschrijving van weergave 2 Afsluiten Hiermee keert u terug naar de weergave van één opname. Door op <0> te drukken, kunt u schakelen tussen 7 Afspelen weergeven en stoppen. Wijzig de vertragingssnelheid met behulp van de 8 Vertraagd pijltjestoetsen <Y>...
  • Pagina 216 X De eerste en laatste beelden van een movie bewerken U kunt de eerste en laatste beelden van een movie bewerken in tussenstappen van circa 1 seconde. Selecteer [X] in het movieweergavescherm.  Het bewerkingsscherm wordt weergegeven. Geef aan welk deel moet worden verwijderd.
  • Pagina 217 X De eerste en laatste beelden van een movie bewerken Sla de bewerkte movie op. Selecteer [ ] en druk vervolgens  op <0>.  Het scherm Opslaan wordt weergegeven. Om het bestand als een nieuwe  movie op te slaan, selecteert u [Nieuw bestand].
  • Pagina 218 Diavoorstelling (automatische weergave) U kunt de opnamen op de kaart weergeven als een automatische diavoorstelling. Selecteer [Diavoorstelling]. Selecteer op het tabblad [x2] de  optie [Diavoorstelling] en druk vervolgens op <0>. Selecteer de opnamen die u wilt afspelen. Aantal weer te geven opnamen Druk op de pijltjestoetsen <W>...
  • Pagina 219 3 Diavoorstelling (automatische weergave) Optie Beschrijving van weergave jAlle bldn Alle foto's en movies op de geheugenkaart worden weergegeven. De foto's en movies die zijn vastgelegd op de geselecteerde iDatum opnamedatum, worden weergegeven. De foto's en movies in de geselecteerde map worden weergegeven. nMap Alleen de movies op de geheugenkaart worden weergegeven.
  • Pagina 220 3 Diavoorstelling (automatische weergave) [Overgangseffect] [Achtergrondmuziek] Start de diavoorstelling. Druk op de pijltjestoetsen <W> en  <X> om [Start] te selecteren en druk vervolgens op <0>.  Nadat de tekst [Laden van beeld...] is weergegeven, begint de diavoorstelling. Beëindig de diavoorstelling. Als u de diavoorstelling wilt afsluiten ...
  • Pagina 221 3 Diavoorstelling (automatische weergave) De achtergrondmuziek selecteren Selecteer [Achtergrondmuziek]. Stel [Achtergrondmuziek] in op  [Inschakelen] en druk dan op <0>. Als de kaart geen achtergrondmuziek  bevat, kunt u stap 2 niet uitvoeren. Selecteer de achtergrondmuziek. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om de ...
  • Pagina 222 Afspelen op een HD-televisie U kunt movies en foto's op een tv bekijken. U hebt een HDMI-kabel (afzonderlijk verkrijgbaar) nodig om de camera op een televisie aan te sluiten. Ook een HDMI-aansluiting op een tv is vereist. Pas het geluidsvolume van de movie aan via de tv. Het geluidsvolume ...
  • Pagina 223 Afspelen op een HD-televisie Druk op de knop <x>.  De opname wordt op het tv-scherm weergegeven. (Het LCD-scherm van de camera blijft leeg.) De opnamen worden automatisch  weergegeven met de optimale resolutie van de tv. U kunt het weergaveformaat wijzigen ...
  • Pagina 224 Afspelen op een HD-televisie Druk op de knop <x> op de camera.  Op de tv wordt een opname weergegeven. U kunt de afstandsbediening van de tv gebruiken om opnamen af te spelen. Selecteer een opname. Richt de afstandsbediening op de tv ...
  • Pagina 225 K Opnamen beveiligen Door opnamen te beveiligen, voorkomt u dat deze per ongeluk worden verwijderd. 3 Een afzonderlijke opname beveiligen Selecteer [Beveilig beelden]. Selecteer op het tabblad [x1] de  optie [Beveilig beelden] en druk vervolgens op <0>.  Het scherm met beveiligingsinstellingen wordt weergegeven.
  • Pagina 226 K Opnamen beveiligen 3 Alle opnamen in een map of op een kaart beveiligen U kunt alle opnamen in een map of op een geheugenkaart tegelijk beveiligen. Wanneer u [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart] selecteert in [x1: Beveilig beelden], worden alle opnamen in de map of op de kaart beveiligd.
  • Pagina 227 L Opnamen wissen U kunt overbodige opnamen één voor één of in een batch selecteren en wissen. Beveiligde opnamen (pag. 225) worden niet gewist. Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden teruggehaald. Wis een opname pas als u zeker weet dat u deze niet meer nodig hebt. Beveilig belangrijke opnamen om te voorkomen dat deze per ongeluk worden gewist.
  • Pagina 228 L Opnamen wissen Selecteer [Selecteer en wis beelden]. Selecteer [Selecteer en wis beelden] en  druk vervolgens op <0>.  Er wordt een opname weergegeven. Druk op de knop <Hy> voor de weergave van drie  opnamen. Als u wilt terugkeren naar de weergave van een enkele opname, drukt u op de knop <u>.
  • Pagina 229 B Weergave met opname-informatie Voorbeeld van een foto gemaakt in een creatieve modus Waarde belichtingscorrectie Beveilig beelden Waarde Classificatie flitsbelichtingscorrectie Mapnummer - bestandsnummer Diafragma Histogram Sluitertijd (Helderheid/RGB) Beeldstijl/Instellingen Meetmethode Opnamemodus ISO-snelheid Lichte tonen prioriteit Witbalans Opnamekwaliteit Kleurruimte Opnamedatum en -tijd Nummer van de opname/ Witbalanscorrectie Totaalaantal opgeslagen opnamen...
  • Pagina 230 B Weergave met opname-informatie Voorbeeld van een foto gemaakt in een basismodus Sfeer en Opnamemodus sfeereffecten Licht of scène * Bij opnamen die zijn gemaakt in een basismodus kan het zijn dat de weergegeven informatie verschilt, afhankelijk van de opnamemodus. Voorbeeld van een movie Opnameduur Movie/Weergave...
  • Pagina 231 B Weergave met opname-informatie Overbelichtingswaarschuwing  Wanneer de opname-informatie wordt weergegeven, gaan overbelichte gedeelten van de opname knipperen. Voor meer detail in de overbelichte gedeelten stelt u de belichtingscompensatie in op een negatieve waarde en maakt u de foto opnieuw. Histogram ...
  • Pagina 233 Opnamen naverwerken Nadat u een foto hebt gemaakt, kunt u een creatief filter toepassen of het formaat van de opname wijzigen (het aantal pixels verkleinen). De camera kan mogelijk geen opnamen verwerken die zijn  gemaakt met een andere camera. Wanneer de camera via de interfacekabel op een computer is ...
  • Pagina 234 U Creatieve filters toepassen U kunt de volgende creatieve filters toepassen op een opname en deze opslaan als een nieuw bestand: Korrelig Z/W, Softfocus, Fisheye-effect, Speelgoedcamera-effect en Miniatuureffect. Selecteer [Creatieve filters]. Selecteer op het tabblad [x1] de  optie [Creatieve filters] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 235 U Creatieve filters toepassen Sla de opname op. Selecteer [OK] om de opname op te  slaan. Controleer de bestemmingsmap en  het nummer van het bestand en selecteer [OK]. Als u filters op nog een opname wilt  toepassen, herhaalt u stap 2 t/m 5. Als u wilt terugkeren naar het menu, ...
  • Pagina 236 U Creatieve filters toepassen Kenmerken van creatieve filters Korrelig Z/W  Hiermee ontstaat een korrelige zwart-witfoto. U kunt het zwart- witeffect wijzigen door het contrast aan te passen. Softfocus  Geeft het beeld een zachte uitstraling. U kunt de zachtheid van het beeld wijzigen door de scherpte aan te passen.
  • Pagina 237 S Het formaat van JPEG-opnamen wijzigen U kunt het formaat van een opname wijzigen om het aantal pixels te reduceren en u kunt de opname vervolgens als nieuw bestand opslaan. Het is alleen bij JPEG 3/4/a/b-opnamen mogelijk om het formaat te wijzigen. Het formaat van JPEG c- en RAW-opnamen kan niet worden gewijzigd.
  • Pagina 238 S Het formaat van JPEG-opnamen wijzigen Opties voor wijziging formaat op basis van het originele beeldformaat Beschikbare instellingen voor wijziging formaat Origineel beeldformaat Beeldformaten Het beeldformaat dat wordt weergegeven bij stap 3 op de voorgaande pagina, zoals [***M ****x****], heeft een beeldverhouding van 3:2. Het beeldformaat volgens de beeldverhoudingen wordt weergegeven in de onderstaande tabel.
  • Pagina 239 Opnamen afdrukken Afdrukken (pag. 240)  U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een printer en de opnamen op de kaart afdrukken. De camera is compatibel met 'wPictBridge', de standaard voor rechtstreeks afdrukken. Digital Print Order Format (DPOF) (pag. 249) ...
  • Pagina 240 Het afdrukken voorbereiden De procedure voor rechtstreeks afdrukken kan volledig worden uitgevoerd via het LCD-scherm van de camera. De camera op een printer aansluiten Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <2>. Installeer de printer. Raadpleeg de instructiehandleiding  van de printer voor meer informatie. Sluit de camera aan op de printer.
  • Pagina 241 Het afdrukken voorbereiden Geef de opname weer. PictBridge Druk op de knop < >.   De opname wordt weergegeven en het pictogram <w> linksboven op het scherm geeft aan dat de camera op een printer is aangesloten. Controleer voordat u een printer gebruikt of deze over een PictBridge- ...
  • Pagina 242 w Afdrukken De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie. Pictogram aangesloten printer Selecteer de opname die u wilt afdrukken. Controleer of linksboven in het LCD- ...
  • Pagina 243 w Afdrukken Q Het papierformaat instellen Selecteer het formaat van het papier  dat in de printer is geplaatst en druk vervolgens op <0>.  Het scherm met papiersoorten wordt weergegeven. Y De papiersoort instellen Selecteer het type papier dat in de printer is ...
  • Pagina 244 w Afdrukken Stel de afdrukeffecten in (opnameoptimalisatie). Stel ze indien nodig in. Ga naar stap 5  als u geen afdrukeffecten wilt instellen. De schermweergave kan per printer verschillen.  Selecteer de optie en druk vervolgens  op <0>. Selecteer het gewenste afdrukeffect ...
  • Pagina 245 w Afdrukken Stel het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. Stel ze indien nodig in.  Selecteer < > en druk vervolgens op <0>.  Stel de afdrukinstellingen naar wens  in en druk vervolgens op <0>. Stel het aantal exemplaren in. Stel de zomertijd in als dit nodig is.
  • Pagina 246 w Afdrukken e Afdrukeffecten aanpassen Selecteer het afdrukeffect zoals beschreven bij stap 4 op pagina 244. Wanneer het pictogram <e> duidelijk wordt weergegeven naast <z>, kunt u op de knop <B> drukken. Vervolgens kunt u het afdrukeffect aanpassen. De selectie die u bij stap 4 hebt gemaakt, bepaalt wat u kunt aanpassen en wat er wordt weergegeven.
  • Pagina 247 w Afdrukken De opname bijsnijden U kunt de opname bijsnijden en alleen Kantelcorrectie een vergrote versie van het bijgesneden gedeelte afdrukken, net alsof de compositie opnieuw is bepaald. Stel het bijsnijden in vlak voordat u de opname afdrukt. Als u de afdrukinstellingen wijzigt nadat u het bijsnijden hebt ingesteld, moet u het bijsnijden wellicht opnieuw instellen voordat u kunt afdrukken.
  • Pagina 248 w Afdrukken Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden gedeelte  van de opname niet wordt afgedrukt zoals u hebt opgegeven. De afgedrukte foto wordt korreliger naarmate u het bijsnijdkader  verkleint. Controleer de opname tijdens het bijsnijden op het LCD-scherm van de ...
  • Pagina 249 W Digital Print Order Format (DPOF) U kunt het printtype instellen en instellen of de datum en het bestandsnummer moeten worden afgedrukt. De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecteerd om te worden afgedrukt. (Ze kunnen niet voor elke opname afzonderlijk worden ingesteld.) De afdrukopties instellen Selecteer [Printopties].
  • Pagina 250 W Digital Print Order Format (DPOF) Standaard Er wordt één opname afgedrukt per vel. Er worden meerdere miniatuurafbeeldingen Index afgedrukt per vel. Afdruktype Er worden zowel standaard- als Beide indexafdrukken gemaakt. Datum Bij [Aan] wordt de datum van de opname afgedrukt. Bij [Aan] wordt het bestandsnummer van de opname File No.
  • Pagina 251 W Digital Print Order Format (DPOF) Printopties opgeven Sel.beeld  Selecteer een voor een opnamen en voeg ze aan de afdruktaak toe. Druk op de knop <Hy> voor de weergave van drie opnamen. Als u wilt terugkeren naar de weergave van een enkele opname, drukt u op de knop <u>.
  • Pagina 252 W Voor DPOF geselecteerde opnamen rechtstreeks afdrukken Met een PictBridge-printer kunt u opnamen eenvoudig met DPOF afdrukken. Bereid het afdrukken voor. Zie pagina 240.  Volg de procedure 'De camera op een printer aansluiten' tot stap 5. Selecteer op het tabblad [x1] de optie [Printopties]. Selecteer [Print].
  • Pagina 253 p Opnamen selecteren voor een fotoboek U kunt aangeven welke opnamen (maximaal 998) u wilt gebruiken in een fotoboek. Als u EOS Utility (EOS-software) gebruikt om opnamen over te brengen naar een computer, worden de geselecteerde opnamen naar een speciale map gekopieerd. Deze functie is handig als u online fotoboeken wilt bestellen en om fotoboeken af te drukken op een printer.
  • Pagina 254 p Opnamen selecteren voor een fotoboek Alle opnamen in een map of op een kaart opgeven U kunt alle opnamen in een map of op een geheugenkaart tegelijk opgeven. Als [x1: Fotoboek instellen] is ingesteld op [Alle beelden in map] of [Alle beelden op kaart], worden alle opnamen in de map of op de kaart opgegeven.
  • Pagina 255 De camera aanpassen aan uw voorkeuren U kunt verschillende camerafuncties aanpassen aan uw opnamevoorkeuren met behulp van persoonlijke voorkeuzen. Persoonlijke voorkeuzen kunnen alleen worden ingesteld en gebruikt in creatieve modi.
  • Pagina 256 Persoonlijke voorkeuzen instellenN Selecteer [Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)]. Selecteer op het tabblad [53] de  optie [Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] en druk vervolgens op <0>. Selecteer het nummer van de Nummer van de persoonlijke voorkeuze persoonlijke voorkeuze. Druk op de pijltjestoetsen <Y> en  <Z>...
  • Pagina 257 3 Persoonlijke voorkeuzen instellenN Persoonlijke voorkeuze C.Fn I: Belichting A Live view-opname Belichtingsniveauverhogingen pag. 258 ISO vergroten Flitssynchronisatiesnelheid in AV-modus pag. 259 C.Fn II: Beeld Ruisred. lange sluitertijd pag. 260 Hoge ISO-ruisreductie pag. 261 Lichte tonen prioriteit C.Fn III: Autofocus/transport k (met AF-hulplicht pag.
  • Pagina 258 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN De persoonlijke voorkeuzen zijn ondergebracht in vier groepen op basis van functietype: C.Fn I: Belichting, C.Fn II: Beeld, C.Fn III: Autofocus/ transport en C.Fn IV: Bediening/overig C.Fn I: Belichting C.Fn-1 Belichtingsniveauverhogingen 0: 1/3-stop 1: 1/2-stop Hier stelt u verhogingen in stappen van 1/2 stop in voor de sluitertijd, het diafragma, AEB, de flitsbelichtingscorrectie, enzovoort.
  • Pagina 259 3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn-3 Flitssynchronisatiesnelheid in AV-modus U kunt de flitssynchronisatiesnelheid voor flitsfotografie instellen in de modus AE met diafragmavoork (f). 0: Automatisch De flitssynchronisatiesnelheid wordt automatisch ingesteld in een bereik van 1/200 tot 30 seconden, afhankelijk van de lichtomstandigheden. Met een externe Speedlite is snelle synchronisatie ook mogelijk.
  • Pagina 260 3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II: Beeld C.Fn-4 Ruisreductie lange sluitertijd 0: Uit 1: Automatisch Bij een belichtingstijd van 1 seconde of langer wordt ruisreductie automatisch uitgevoerd wanneer ruis veroorzaakt door lange belichting wordt gedetecteerd. De instelling [Automatisch] is in de meeste gevallen effectief. 2: Aan Ruisreductie wordt uitgevoerd bij alle belichtingstijden van 1 seconde of langer.
  • Pagina 261 3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn-5 Hoge ISO-ruisreductie Vermindert de ruis die in een opname ontstaat. Hoewel ruisreductie wordt toegepast bij alle ISO-snelheden, is de functie vooral effectief bij hoge ISO-snelheden. Bij lage ISO-snelheden wordt de ruis in de donkere gedeelten van de opname (de schaduwpartijen) verder gereduceerd. Wijzig de instelling zodat deze aansluit op het ruisniveau.
  • Pagina 262 3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn III: Autofocus/transport C.Fn-7 AF-hulplicht Hiermee wordt het AF-hulplicht van de ingebouwde flitser of externe Speedlites voor EOS-camera's in- of uitgeschakeld. 0: Inschakelen Het AF-hulplicht wordt indien nodig ingeschakeld. 1: Uitschakelen Het AF-hulplicht wordt niet ingeschakeld. Dit voorkomt dat het AF- hulplicht anderen stoort.
  • Pagina 263 3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn IV: Bediening/overig C.Fn-8 Sluiter/AE-vergrendelknop 0: AF/AE-vergrendel. 1: AE-vergrendel./AF Dit is handig wanneer u afzonderlijk wilt scherpstellen en meten. Druk op de knop <A> om automatisch scherp te stellen en druk de ontspanknop half in om de automatische belichting te vergrendelen.
  • Pagina 264 3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn-9 Wijs SET-knop toe U kunt aan <0> een functie toewijzen die u veel gebruikt. Wanneer de camera gereed is voor het maken van opnamen, drukt u op de knop <0> om het instellingenscherm van de desbetreffende functie weer te geven. 0: Normaal (uitgeschakeld) 1: Beeldkwaliteit Het instellingenscherm Beeldkwaliteit wordt weergegeven.
  • Pagina 265 My Menu vastleggenN Op het tabblad My Menu kunt u tot zes menuopties en persoonlijke voorkeuzen vastleggen waarvan u de instellingen regelmatig wijzigt. Selecteer [My Menu instellingen]. Selecteer op het tabblad [9] de optie  [My Menu instellingen] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 267 Referentie Dit hoofdstuk biedt referentie voor camerafuncties, systeemaccessoires, enzovoort. Certificaatlogo Als u op het tabblad [53] de optie [Certificaatlogo weergeven] selecteert en op <0> drukt, wordt een aantal logo's van cameracertificaten weergegeven. Andere certificaatlogo's zijn te vinden in deze instructiehandleiding, op de camerabehuizing en op de verpakking van de camera.
  • Pagina 268 Een gewoon stopcontact gebruiken Met de AC-adapterset ACK-E10 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u de camera aansluiten op een gewoon stopcontact en hoeft u het resterende accuniveau niet in de gaten te houden. Sluit het netsnoer aan. Sluit het netsnoer aan zoals ...
  • Pagina 269 F De afstandsbediening gebruiken Afstandsbediening RS-60E3 (afzonderlijk verkrijgbaar) wordt met een snoer van circa 60 cm geleverd. Wanneer de afstandsbediening op de hiervoor bestemde aansluiting van de camera is aangesloten, kan de afstandsbediening half en helemaal worden ingedrukt, net zoals de ontspanknop. Afstandsbedieningen RC-6, RC-1 en RC-5 (alle afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen niet met deze camera worden gebruikt.
  • Pagina 270 Externe Speedlites EOS-Speedlites uit de EX-serie Deze Speedlites functioneren als een ingebouwde flitser, zodat ze gemakkelijk kunnen worden bediend. Wanneer een Speedlite uit de EX-serie (afzonderlijk verkrijgbaar) op de camera is bevestigd, wordt de automatische flitsbediening praktisch volledig door de camera geregeld. Dit is dus een hoogwaardige flitser die extern wordt bevestigd en de rol van de ingebouwde flitser overneemt.
  • Pagina 271 Synchronisatiesnelheid De camera kan synchroniseren met compacte flitsers van andere merken dan Canon bij een sluitertijd van 1/200 seconde of langzamer. Gebruik een synchronisatiesnelheid die langzamer is dan 1/200 seconde. Test de flitser van tevoren om er zeker van te zijn dat deze correct synchroniseert met de camera.
  • Pagina 272 H Eye-Fi-kaarten gebruiken Met een in de handel verkrijgbare en reeds geconfigureerde Eye-Fi-kaart kunt u opnamen via een draadloos netwerk automatisch naar een pc overbrengen of naar een online service uploaden. De beeldoverdracht is een functie van de Eye-Fi-kaart. Voor informatie over het configureren en gebruiken van de Eye-Fi-kaart en het oplossen van eventuele problemen met de beeldoverdracht, raadpleegt u de instructiehandleiding bij de Eye-Fi-kaart of neemt u contact op met de fabrikant van de kaart.
  • Pagina 273 H Eye-Fi-kaarten gebruiken Controleer de instelling [Toegangspunt SSID:]. Controleer of een access point wordt  weergegeven voor [Toegangspunt SSID:]. U kunt ook het MAC-adres en de firmwareversie  van de Eye-Fi-kaart controleren. Druk drie keer op de knop <M>  om het menu af te sluiten.
  • Pagina 274 Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus o: automatisch ingesteld k: door gebruiker in te stellen : niet in te stellen/uitgeschakeld Basismodi Creatieve modi Programmakeuzewiel 2 3 4 5 6 d s f a k k k k k k k k k k k k Alle selecteerbare instellingen voor beeldkwaliteit o o o o o o o o k k k k Automatisch ingesteld/ISO auto...
  • Pagina 275 Tabel met beschikbare functies volgens opnamemodus Basismodi Creatieve modi Programmakeuzewiel 2 3 4 5 6 d s f a o o o o o o o o k k k k Meervlaks meting Meetmethode Selectie meet-methode k k k k Programmakeuze Belichtingscompensatie k k k...
  • Pagina 276 Systeemschema 600EX-RT/ Macro Ring Lite Macro Twin Lite ST-E2 ST-E3-RT 90EX 270EX II 320EX 430EX II MR-14EX II MT-24EX 600EX Oculairverlengstuk Standaard- EP-EX15 ll accessoires Rubberframe Ef Oogschelp Ef Dioptrische aanpassingslenzen E-serie Brede draagriem Hoekzoeker C Semi-harde AC-adapterset cameratas EH22-L/EH24-L ACK-E10 Accu Acculader...
  • Pagina 277 Systeemschema GPS-ontvanger Afstandsbediening GP-E2 RS-60E3 EF-objectieven EF-S-objectieven HDMI-kabel Tv/video HTC-100 (2,9 m) Tv/video EOS Solution Disk Met PictBridge compatibele printer Interfacekabel (1,3 m) Interfacekabel IFC-200U/500U (1,9 m) / (4,7 m) Computer USB-poort Windows 8 Windows 7 SD-/SDHC-/SDXC- Kaartlezer Windows Vista geheugenkaart Windows XP Mac OS X...
  • Pagina 278 Menu-instellingen Opnamen met de zoeker en Live view-opnamen Opname 1 (rood) Pagina 73/83/74/84/7a/8a/b/c/ Beeldkwaliteit 1+73/1 Pieptoon Inschakelen / Uitschakelen Ontspan sluiter Inschakelen / Uitschakelen zonder kaart Kijktijd Uit / 2 sec. / 4 sec. / 8 sec. / Vastzetten Correctie helderheid randen Inschakelen / Uitschakelen R.ogen Aan / Uit Uit / Aan...
  • Pagina 279 3 Menu-instellingen Opname 3 (rood) Pagina Verzamelt gegevens waarmee stofvlekken Stofwisdata kunnen worden verwijderd Max.:400 / Max.:800 / Max.:1600 / Max.:3200 / ISO auto Max.:6400 Opname 4* (rood) Live view-opname Inschakelen / Uitschakelen AF-methode FlexiZone - Single / Live-modus / Quick-modus Rasterweergave Uit / Raster 1l / Raster 2m Aspect ratio...
  • Pagina 280 3 Menu-instellingen Weergave 2 (blauw) Pagina Histogram Helderheid / RGB 1 beeld / 10 beelden / 100 beelden / Datum / Spring met 6 Map / Movies / Foto's / Classificatie Beschrijving van weergave / Weergaveduur / Diavoorstelling Herhalen / Overgangseffect / Achtergrondmuziek Classificatie [OFF] / l / m / n / o / p Ctrl over HDMI...
  • Pagina 281 3 Menu-instellingen Instellingen 3 (geel) Pagina Geeft een aantal van de logo's van de Certificaatlogo weergeven cameracertificaten weer De camerafuncties aan uw persoonlijke Persoonlijke voorkeuze(C.Fn) voorkeur aanpassen Geef copyrightinfo weer / Voer naam van Copyrightinformatie auteur in / Voer copyrightdetails in / Verwijder copyrightinfo Wis alle camera-instellingen / Wis pers.
  • Pagina 282 3 Menu-instellingen k Movie-opnamen Movie 1 (rood) Pagina Movie-belicht. Auto / Handmatig FlexiZone - Single / uLive-modus / AF-methode Quick-modus AF met ontspanknop Uitschakelen / Inschakelen tijdens movie-opname k AF/AE vergrendel / AE vergrendel/AF / kSluiter / AF/AF vergr. geen AE vergr. AE-vergrendelknop AE/AF, geen AE vergrendel kLichte tonen prioriteit...
  • Pagina 283 3 Menu-instellingen Movie 3 (rood) Pagina Belichtingscompensatie Verhogingen in stappen van 1/3 stops, ±5 stops Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie Deactiveren / Zwak / Standaard / Hoog helderheid) Handmatige witbalans De witbalans handmatig instellen DAutomatisch / PStandaard / QPortret / RLandschap / Beeldstijl SNeutraal / UNatuurlijk / VMonochroom / WGebruiker 1-3...
  • Pagina 284 Problemen oplossen Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center. Stroomgerelateerde problemen De accu wordt niet opgeladen. Laad alleen echte Canon-accu's op van het type LP-E10.
  • Pagina 285 Problemen oplossen De accu raakt snel leeg. Gebruik een volledig opgeladen accu (pag. 30).  De prestaties van de oplaadbare accu nemen na verloop van tijd af.  Koop een nieuwe accu. Het aantal mogelijke opnamen neemt af bij een van de volgende ...
  • Pagina 286 Problemen oplossen Er kunnen geen opnamen worden gemaakt of opgeslagen. Controleer of de kaart correct is geplaatst (pag. 32).  Schuif het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart naar de stand voor  schrijven/wissen (pag. 32). Vervang de kaart als deze vol is of wis overbodige opnamen om ruimte ...
  • Pagina 287 Problemen oplossen Er zijn horizontale strepen zichtbaar of de belichting of kleurtoon ziet er vreemd uit. Horizontale strepen (ruis) en onregelmatige belichting kunnen worden  veroorzaakt door TL-licht, ledlampen of andere lichtbronnen tijdens opnamen met de zoeker of Live view-opnamen. Bovendien kan de belichting of de kleurtoon anders uitvallen dan gewenst.
  • Pagina 288 Problemen oplossen ISO 100 kan niet worden ingesteld. Als bij [53: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] de optie [6: Lichte tonen  prioriteit] is ingesteld op [1: Inschakelen], kan ISO 100 niet worden ingesteld. Als [0: Uitschakelen] is ingesteld, kan ISO 100 wel worden ingesteld (pag.
  • Pagina 289 Problemen oplossen De ingebouwde flitser klapt vanzelf uit. In opnamemodi (<A> < > <2> <4> <6>) met de  standaardinstelling < > (Autom. flits) klapt de ingebouwde flitser indien nodig automatisch omhoog. De ingebouwde flitser werkt niet. Als u continu en met slechts korte tussenpozen opnamen maakt met ...
  • Pagina 290 Problemen oplossen De camera maakt geluid wanneer deze wordt geschud. Het uitschuifmechanisme van de flitser beweegt een beetje. Dit is  normaal en is geen defect. De sluiter maakt bij Live view-opnamen twee opnamegeluiden. Als u de flitser gebruikt, maakt de sluiter bij iedere opname twee ...
  • Pagina 291 Problemen oplossen De belichting verandert tijdens de movie-opname. Als u tijdens de movie-opname de sluitertijd of het diafragma aanpast,  worden de wijzigingen mogelijk in de belichting opgenomen. Door het objectief tijdens movie-opname in- of uit te zoomen, kunnen  er veranderingen in de belichting optreden, ongeacht of het maximale diafragma van het objectief verandert of niet.
  • Pagina 292 Problemen oplossen De bestandsnaam begint met 'MVI_'. Het is een moviebestand (pag. 185).  De bestandsnummering begint niet bij 0001. Als er op de kaart al opnamen zijn opgeslagen, kan het zijn dat het  opnamenummer niet begint bij 0001 (pag. 184). De weergegeven datum en tijd van de opname zijn onjuist.
  • Pagina 293 Problemen oplossen Problemen met weergave van opnamen Een gedeelte van de opname knippert zwart. Dit is de overbelichtingswaarschuwing (pag. 231). Overbelichte  gedeelten met verlies van detail in de lichte delen zullen knipperen. De opname kan niet worden gewist. Als de opname tegen wissen is beveiligd, kan deze niet worden ...
  • Pagina 294 Problemen oplossen Er worden geen opnamen weergegeven op het tv-scherm. Controleer of de stekker van de HDMI-kabel volledig in de aansluiting  is gestoken (pag. 222). De kaartlezer herkent de kaart niet. Afhankelijk van de kaartlezer en het gebruikte besturingssysteem van ...
  • Pagina 295 Problemen oplossen Problemen met afdrukken Er zijn minder afdrukeffecten dan wordt vermeld in de instructiehandleiding. De schermweergave kan per printer verschillen. In deze  instructiehandleiding worden alle beschikbare afdrukeffecten vermeld (pag. 244). Problemen bij aansluiten op een computer Ik kan geen afbeeldingen naar een computer downloaden. Installeer de EOS-software (cd-rom EOS Solution Disk) op de ...
  • Pagina 296 Communicatie tussen camera en lens is foutief. Reinig lenscontacten.  Maak de elektrische contactpunten op de camera en het objectief schoon of gebruik een objectief van Canon (pag. 21 en 22). Geen toegang tot kaart. Herplaats/vervang kaart of formatteer kaart met deze camera.
  • Pagina 297 Digitale AF/AE-spiegelreflexcamera met ingebouwde flitser Opnamemedia: SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, SDXC-geheugenkaart Grootte beeldsensor: Circa 22,3 x 14,9 mm Compatibele Canon EF-objectieven (incl. EF-S-objectieven) objectieven: * Exclusief EF-M-objectieven (De effectieve brandpuntsafstand (kleinbeeldequivalent) is de brandpuntsafstand van het objectief vermenigvuldigd met ongeveer 1,6) Objectiefbevestiging: EF-vatting van Canon •...
  • Pagina 298 Specificaties • Zoeker Type: Pentaspiegel met vast oogniveau Dekking: Verticaal/horizontaal circa 95% (met gezichtspunt van circa 21 mm) Vergroting: Circa 0,8x (-1 m met 50mm-objectief bij oneindig) Gezichtspunt: Circa 21 mm (vanaf het midden van de oculairlens bij -1 m Ingebouwde dioptrische aanpassing: Circa -2,5 - +0,5 m (dpt) Matglas:...
  • Pagina 299 Max. opnamereeks (circa): JPEG Groot/Fijn: 69 opnamen RAW: 6 opnamen RAW+JPEG Groot/Fijn: 4 opnamen * De cijfers zijn gebaseerd op de testnormen van Canon (ISO 100 en beeldstijl Standaard) met een kaart van 8 GB. • Live view-opnamen Beeldverhouding: 3:2, 4:3, 16:9, 1:1...
  • Pagina 300 Specificaties • Movie-opname Opname-indeling: Movies: MPEG-4 AVC/H.264 Variabele (gemiddelde) bitsnelheid Audio: Lineaire PCM Grootte en framerate 1920x1080 (Full HD) : 30p/25p/24p van opname: 1280x720 (HD) : 60p/50p 640x480 (SD) : 30p/25p * 30p: 29,97 fps, 25p: 25,00 fps, 24p: 23,98 fps, 60p: 59,94 fps, 50p: 50,00 fps Bestandsgrootte: 1920x1080 (30p/25p/24p) : circa 330 MB/min.
  • Pagina 301 Specificaties • Weergave Weergaveformaten voor opnamen: Basisinformatie, basisinformatie + beeldkwaliteit/ nummer van opname, weergave met opname- informatie, histogram, opname-index (4/9) Zoomvergroting: Circa 1,5x - 10x Overbelichtingswaarschuwing: Overbelichte gedeelten knipperen Navigatiemethoden: Enkele opname, opnamesprong met 10 of 100 beelden, op opnamedatum, op map, op movies, op foto's, op classificatie Beeldrotatie: Mogelijk Classificaties:...
  • Pagina 302 Specificaties • Voeding Accu: Accu LP-E10 (1 stuk) * Wisselstroom via de AC-adapterset ACK-E10 Aantal mogelijke opnamen: Bij het maken van opnamen met de zoeker: Circa 500 opnamen bij (op basis van CIPA-testcriteria) kamertemperatuur (23 °C), circa 410 opnamen bij lage temperaturen (0 °C) Bij Live view-opnamen: Circa 180 opnamen bij kamertemperatuur (23 °C), circa 170 opnamen bij lage temperaturen (0 °C) Movie-opnametijd:...
  • Pagina 303 Specificaties • Acculader LC-E10E Compatibele accu: Accu LP-E10 Lengte netsnoer: Circa 1 m Oplaadtijd: Circa 2 uur (bij 23 °C) Nominaal 100-240 V AC (50/60 Hz) ingangsvermogen: Nominaal 8,3 V DC / 580 mA uitgangsvermogen: Bedrijfstemperatuur: 6 °C - 40 °C Luchtvochtigheid tijdens 85% of lager gebruik:...
  • Pagina 304 Circa 195 g Zonnekap: EW-60C (afzonderlijk verkrijgbaar) Objectiefkoker: LP814 (afzonderlijk verkrijgbaar) Alle bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op de testnormen van Canon en  de testcriteria en richtlijnen van CIPA (Camera & Imaging Products Association). Bovenstaande afmetingen, maximale diameter, lengte en gewicht zijn ...
  • Pagina 305 Handelsmerken Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.  Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken  van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken  van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
  • Pagina 306 Canon is niet verantwoordelijk voor enige schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door accessoires die niet van Canon zijn (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een accu). Deze garantie is niet van toepassing op reparaties die het gevolg zijn van defecten in accessoires die niet van Canon zijn.
  • Pagina 307 Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken. Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen • Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door de onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen: - Gebruik geen accu's, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze handleiding worden genoemd.
  • Pagina 308 • Verwijder de accu en haal de stekker uit het stopcontact als u de camera of een accessoire langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u elektrische schokken, warmteontwikkeling en brand. • Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een explosie of brand.
  • Pagina 309 • Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
  • Pagina 310 Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon-europe.com/weee, of www.canon-europe.com/battery.
  • Pagina 311 4. Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw. 5. Het gebruik van een bevestigd onderdeel dat niet wordt aanbevolen of verkocht door Canon, kan leiden tot vuur, elektrische schok of persoonlijk letsel. 6. Trek aan de stekker in plaats van aan het snoer wanneer u de oplader verwijdert.
  • Pagina 313 De instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven / Opnamen downloaden naar een computer In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de instructiehandleidingen voor de camera en de software (op de meegeleverde dvd-rom) weergeeft op de computer en hoe u opnamen van de camera naar de computer downloadt.
  • Pagina 314 De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) bevat de volgende elektronische handleidingen (pdf): EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Instructiehandleiding  Uitleg van de functies en bediening van de camera, waaronder de basisfuncties.
  • Pagina 315 De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven [WINDOWS] EOS Camera Instruction Manuals Disk EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX Kopieer de instructiehandleidingen (pdf) op de cd naar de CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX...
  • Pagina 316 De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven [MACINTOSH] EOS Camera Instruction Manuals Disk EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX Kopieer de instructiehandleidingen (pdf) op de cd naar de CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX...
  • Pagina 317 Opnamen downloaden naar een computer U kunt de EOS-software gebruiken om de opnamen op de camera naar een computer te downloaden. Dit kan op twee manieren. Downloaden door de camera op de computer aan te sluiten Installeer de software (pag. 320) Gebruik de meegeleverde interfacekabel om de camera op een computer aan te sluiten.
  • Pagina 318 Opnamen downloaden met een kaartlezer U kunt ook een kaartlezer gebruiken om opnamen naar de computer te downloaden. Installeer de software (pag. 320) Plaats de kaart in de kaartlezer. Gebruik Canon-software om de opnamen te downloaden.  Gebruik Digital Photo Professional. ...
  • Pagina 319 Informatie over de software EOS Solution Disk EOS Solution Disk XXX Deze cd bevat de volgende software voor EOS-camera's. CEL-XXX XXX XXXXX De software die bij eerdere camera's is geleverd, biedt mogelijk geen XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX ondersteuning voor foto's en moviebestanden die met deze camera worden gemaakt.
  • Pagina 320 De software installeren De software op Windows installeren Compatibele Windows 8.1 Windows 8 Windows 7 Windows Vista besturingssystemen Windows XP Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software hebt ...
  • Pagina 321 Controleer of de camera niet op de computer is aangesloten. Plaats de EOS Solution Disk (cd) in het cd-romstation. Dubbelklik op het bureaublad van uw computer op het cd- rompictogram en dubbelklik vervolgens op [Canon EOS Digital Installer/Installatieprogramma Canon EOS Digital]. Selecteer uw regio, land en taal.
  • Pagina 323 Verkorte handleiding en index Menugebruik ..........pag. 324 Opnamekwaliteit........... pag. 325 A Beeldstijl..........pag. 325 Q Quick control........... pag. 326 Nomenclatuur..........pag. 327 Basismodi............. pag. 329 D De ingebouwde flitser gebruiken ....pag. 329 Creatieve modi ..........pag. 330 d: AE-programma ......... pag. 330 s: AE met sluitertijdvoorkeuze ....
  • Pagina 324 Verkorte handleiding 0HQXJHEUXLN .QRS /&' 3LMOWMHVWRHWVHQ VFKHUP   ! .QRS   !  'UXN RS GH NQRS   ! RP KHW PHQX ZHHU WH JHYHQ  'UXN RS GH WRHWVHQ   !   ! RP HHQ WDEEODG WH VHOHFWHUHQ HQ GUXN YHUYROJHQV RS GH WRHWVHQ   !   ! RP KHW JHZHQVWH LWHP WH VHOHFWHUHQ  'UXN RS  ! RP GH LQVWHOOLQJ ZHHU WH JHYHQ...
  • Pagina 325 Verkorte handleiding 2SQDPHNZDOLWHLW 6HOHFWHHU > .  %HHOGNZDOLW@ HQ GUXN YHUYROJHQV RS  'UXN RS GH WRHWVHQ   !   ! RP GH NZDOLWHLW WH VHOHFWHUHQ HQ GUXN YHUYROJHQV RS  2SQDPHNZDOLWHLW 9DVWJHOHJGH SL[HOV 0D[LPXPDDQWDO RSQDPHQ %HHOGVWLMO  6HOHFWHHU >...
  • Pagina 326 Verkorte handleiding  4XLFN &RQWURO 'UXN RS GH NQRS   ! +HW VFKHUP 6QHO LQVWHOOHQ ZRUGW ZHHUJHJHYHQ %DVLVPRGL &UHDWLHYH PRGL 6OXLWHUWLMG 'LDIUDJPD 2SQDPHPRGXV /LFKWH WRQHQ SULRULWHLW ,62VQHOKHLG %HOLFKWLQJV FRPSHQVDWLH )OLWVEHOLFKWLQJV $(%LQVWHOOLQJ FRPSHQVDWLH $XWR /LJKWLQJ 2SWLPL]HU $XWR %HHOGVWLMO RSWLPDOLVDWLH KHOGHUKHLG $)EHGLHQLQJ ,QWHUQH ÀLWVHU RPKRRJ :LWEDODQV...
  • Pagina 327 Verkorte handleiding 1RPHQFODWXXU $DQXLWVFKDNHODDU 3URJUDPPDNHX]HZLHO   ! )OLWVNQRS  ! +RRIGLQVWHOZLHO 2QWVSDQNQRS  ! /LYH YLHZRSQDPHQ   ! .QRS YRRU $( )LOPRSQDPHNQRS YHUJUHQGHOLQJ   ! .QRS YRRU $)SXQWVHOHFWLH     ! 'LDIUDJPD   ! %HOLFKWLQJV FRPSHQVDWLH 3LMOWMHV...
  • Pagina 328 Verkorte handleiding 2SQDPHLQVWHOOLQJHQ 6OXLWHUWLMG 'LDIUDJPD 2SQDPHPRGXV ,62VQHOKHLG ,QGLFDWRU )OLWVEHOLFKWLQJV EHOLFKWLQJVQLYHDX FRPSHQVDWLH %HHOGVWLMO $XWR /LJKWLQJ 2SWLPL]HU $XWR RSWLPDOLVDWLH KHOGHUKHLG :LWEDODQV ,QWHUQH ÀLWVHU RPKRRJ 2SQDPHNZDOLWHLW $)EHGLHQLQJ 0D[LPXP DDQWDO 3LFWRJUDP RSQDPHQ 4XLFN &RQWURO 0HHWPHWKRGH $FFXQLYHDX 42", 7UDQVSRUW]HOIRQWVSDQQHU =RHNHULQIRUPDWLH ,QGLFDWRU YRRU $)SXQWDFWLYDWLH ‡! $)SXQWHQ 6FKHUSVWHOOHQ EHYHVWLJLQJVODPSMH %HOLFKWLQJV...
  • Pagina 329 Verkorte handleiding %DVLVPRGL $OOH RSQDPHLQVWHOOLQJHQ ZRUGHQ DXWRPDWLVFK LQJHVWHOG 8 KRHIW DOOHHQ GH RQWVSDQNQRS LQ WH GUXNNHQ GH FDPHUD GRHW GH UHVW 6FHQH ,QWHOOLJHQW $XWR /DQGVFKDS )OLWVHU XLW &ORVHXS &UHDWLYH $XWR 6SRUW 1DFKW SRUWUHW 3RUWUHW  'H LQJHERXZGH ÀLWVHU JHEUXLNHQ %DVLVPRGL ,QGLHQ QRGLJ NRPW GH LQJHERXZGH ÀLWVHU ELM ZHLQLJ OLFKW RI WHJHQOLFKW DXWRPDWLVFK RPKRRJ HQ JDDW GH]H DXWRPDWLVFK...
  • Pagina 330 Verkorte handleiding &UHDWLHYH PRGL 8 NXQW GH FDPHUDLQVWHOOLQJHQ QDDU ZHQV DDQSDVVHQ RP YHUVFKLOOHQGH RSQDPHQ WH PDNHQ #  $(SURJUDPPD 'H FDPHUD VWHOW GH VOXLWHUWLMG HQ GLDIUDJPDZDDUGH DXWRPDWLVFK KHW]HOIGH LQ DOV LQ GH PRGXV  ! 6WHO KHW SURJUDPPDNHX]HZLHO LQ RS  # ! /  $( PHW VOXLWHUWLMGYRRUNHX]H 6WHO KHW SURJUDPPDNHX]HZLHO LQ RS  / ! 6WHO KHW LQVWHOZLHO  ! LQ RS GH JHZHQVWH...
  • Pagina 331 Verkorte handleiding $  $)EHGLHQLQJ  6WHO GH IRFXVLQVWHOOLQJVNQRS RS KHW REMHFWLHI LQ RS $)! 'UXN RS GH NQRS  $ ! 'UXN RS GH SLMOWMHVWRHWVHQ   !   ! RI GUDDL DDQ KHW LQVWHOZLHO  ! RP GH JHZHQVWH $)EHGLHQLQJ LQ WH VWHOOHQ HQ GUXN YHUYROJHQV RS   EHHOG $) ...
  • Pagina 332 Verkorte handleiding &  ,62VQHOKHLG  'UXN RS GH NQRS  & ! 'UXN RS GH WRHWVHQ   !   ! RI GUDDL DDQ KHW LQVWHOZLHO  ! RP GH JHZHQVWH ,62VQHOKHLG WH VHOHFWHUHQ HQ GUXN YHUYROJHQV RS  :DQQHHU >$872@ LV JHVHOHFWHHUG ZRUGW GH ,62...
  • Pagina 333 Verkorte handleiding /LYH YLHZRSQDPHQ 'UXN RS GH NQRS  ! RP KHW /LYH YLHZEHHOG ZHHU WH JHYHQ 'UXN GH RQWVSDQNQRS KDOI LQ RP VFKHUS WH VWHOOHQ 'UXN GH RQWVSDQNQRS KHOHPDDO LQ RP HHQ RSQDPH WH PDNHQ 'H LQVWHOOLQJHQ YRRU /LYH YLHZRSQDPH VWDDQ LQ GH EDVLVPRGL RS KHW WDEEODG >...
  • Pagina 334 Verkorte handleiding ' 0RYLHRSQDPH $XWRPDWLVFKH EHOLFKWLQJ 6WHO KHW SURJUDPPDNHX]HZLHO LQ RS  ' ! 'UXN GH RQWVSDQNQRS KDOI LQ RP VFKHUS WH VWHOOHQ 'UXN RS GH NQRS  ! RP HHQ 0RYLHRSQDPH ¿OPRSQDPH WH VWDUWHQ 'UXN QRJPDDOV RS  ! RP GH ¿OPRSQDPH WH VWRSSHQ 0RYLHRSQDPH 0LFURIRRQ...
  • Pagina 335 Verkorte handleiding 2SQDPHQ ZHHUJHYHQ ,QGH[ 9HUJURWHQ :LVVHQ 2SQDPH 2SQDPH VHOHFWHUHQ LQIRUPDWLH $IVSHOHQ...
  • Pagina 336 Index Numerics Auto. reset........185 Autofocus ......... 93, 95 10- of 2-sec. zelfontspanner ..100 Automatisch roteren ..... 188 1280x720 (movie) ......164 Automatische selectie (AF) .... 95 1920x1080 (movie) .......164 Automatische selectie van AF-punt ..95 640x480 (movie) ......164 Automatische weergave....218 9 punts AF-selectie, automatisch..95 Av (AE met diafragmavoorkeur) ...
  • Pagina 337 Index Contrast ........123 Externe flitser ......270 FE-vergrendeling ..... 117 Copyrightinformatie.......186 Flitsbelichtingscorrectie.... 113 Correctie helderheid randen ..120 Flitsbesturing......194 Creatieve filters ......234 Flitser uit ......61, 64, 72 Creatieve modi........26 Flitsmodus........ 196 Creative Auto ........62 Flitssynchronisatiesnelheid..259, 271 Handmatig flitsen ..... 196 Ingebouwde flitser....
  • Pagina 338 Index HDMI........212, 222 Klein (opnamekwaliteit) ..24, 238 HDMI CEC ........223 Kleurruimte (bereik van reproduceerbare kleuren)..... 131 Helderheid (belichting)....112 Belichtingscorrectie ....112 Kleurtemperatuur ......127 Belichtingsvergrendeling Kleurtoon........123 (AE-vergrendeling) ....116 Korrelig Z/W ......... 236 Meetmethode (Meetmethode)..111 Reeksopnamen met automatische Lader ........28, 30 belichting (AEB) ......114, 258 Helemaal indrukken ......45 Landschap........
  • Pagina 339 Index Maken/selecteren van mappen..182 My Menu........265 Maximale opnamereeks....85, 86 Maximumaantal opnamen..36, 84, 135 Nachtportret........69 Meervlaksmeting......111 Namen van onderdelen ....22 Meetmethode ........111 Natuurlijk ........92 Meettimer ......141, 175 Neutraal.......... 92 Menu ..........48 Normaal (opnamekwaliteit)..... 24 Instellingen .......278 NTSC........164, 282 Instelprocedure......49 My Menu........265 Objectief ........
  • Pagina 340 Index Opnamen Predictive (AI Servo) ...... 94 Automatisch roteren ....188 Prioriteit voor tonen ....173, 261 Automatische weergave ...218 Programmakeuze......83 Beveiliging ........225 Programmakeuzewiel..... 26 Classificatie ......208 Diavoorstelling......218 Handmatig draaien ....207 Q (Quick Control) ... 46, 71, 138, 163, 210 Histogram .........231 Quick-modus ........
  • Pagina 341 Index Sensorreiniging ......200 Vergrote weergave ....150, 206 Sepia (monochroom) ....73, 124 Verzadiging........123 Sfeeropnamen ........73 Videosnapshotalbum ....166 Simulatie definitieve opname..137, 160 Videosnapshots ......166 Sluitersynchronisatie.....196 Videosysteem....... 164, 175 Softfocus ........236 Voeding Accuniveau ........ 36 Software........319 Maximumaantal opnamen ..36, 84, 135 Speelgoedcamera-effect ....236 Opladen ........
  • Pagina 342 Europa, Afrika & Midden-Oosten CANON EUROPA N.V. PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V.