f Automatische sensorreiniging
Als u de aan-uitschakelaar op <1/R> of <2> zet, verwijdert
de zelfreinigende sensor automatisch het stof van de voorzijde van de
sensor. Normaal gesproken is de reinigingseenheid actief zonder dat u
daar iets van merkt. U kunt de sensorreiniging echter op elk gewenst
moment activeren of uitschakelen.
De sensor nu reinigen
Voor het beste resultaat plaatst u de camera tijdens de sensorreiniging
rechtop en stabiel op een tafel of een ander plat oppervlak.
Zelfs als u de sensorreiniging herhaalt, wordt het resultaat niet echt
beter. Direct na het reinigen van de sensor is de optie [Reinig nuf]
tijdelijk niet beschikbaar.
Automatisch reinigen van de sensor uitschakelen
Selecteer bij stap 2 [Auto. reinigingf] en selecteer vervolgens
[Uitschak.].
Het reinigen van de sensor wordt gestopt als u de aan-uitschakelaar
op <1/R> of <2> zet.
298
Selecteer [Sensorreiniging].
1
Selecteer [Sensorreiniging] op het
tabblad [53] en druk vervolgens op
<0>.
Selecteer [Reinig nuf].
2
Selecteer [Reinig nuf] en druk
vervolgens op <0>.
Selecteer [OK] in het dialoogvenster
en druk op <0>.
Op het scherm wordt aangegeven dat
de sensor wordt gereinigd. Tijdens de
reiniging hoort u een sluitergeluid,
maar er wordt geen foto gemaakt.