q De meetmethode selecteren
U kunt een van vier methoden selecteren om de helderheid van het onderwerp te meten.
Als [81: Spotmeting gek. aan AF-p.] is ingesteld op [Gekopp. aan actief
AF-p.] (pag. 326), is spotmeting gekoppeld aan een van de 61 AF-punten mogelijk.
Druk op de knop <Q>.
1
Selecteer de meetmethode.
2
Draai aan het instelwiel <6> terwijl u naar
het LCD-paneel aan de bovenzijde kijkt.
q: Meervlaksmeting
w: Deelmeting
r: Spotmeting
e: Centrum gew. gemiddeld
q Meervlaksmeting
Dit is een algemene meetmethode die zelfs
geschikt is voor onderwerpen met tegenlicht.
De camera past de belichting automatisch aan het
onderwerp aan.
w Deelmeting
Deze methode is effectief als de achtergrond veel
helderder is dan het onderwerp (bijvoorbeeld bij
tegenlicht). Deelmeting beslaat ongeveer 6,5% van
het midden van de zoeker.
r Spotmeting
Hiermee kunt u een lichtmeting uitvoeren voor
een specifiek gedeelte van het onderwerp. De
helderheid wordt in het midden gemeten en beslaat
ongeveer 2,5% van het oppervlak van de zoeker.
e Centrum gew. gemiddeld
De helderheid wordt in het midden gemeten,
waarna een gemiddelde voor de gehele opname
wordt berekend.
(9)
177