Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NEDERLANDS
INSTRUCTIEHANDLEIDING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon EOS 40D Digital

  • Pagina 1 NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING...
  • Pagina 2: Maak Een Aantal Testopnamen Om Vertrouwd Te Raken Met De Camera

    Bekijk de opname nadat u deze hebt gemaakt en controleer of de opname goed is opgeslagen. Wanneer de camera of de CF-kaart gebreken vertoont en de beelden niet kunnen worden opgenomen of gedownload naar een computer, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak. Copyright Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen van mensen en bepaalde onderwerpen anders dan voor privégebruik.
  • Pagina 3: Controlelijst Onderdelen

    Controlelijst onderdelen Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. U kunt de bijbehorende accessoires ook controleren aan de hand van het systeemoverzicht (pag. 178). Camera: EOS 40D (inclusief oogschelp, cameradop en geïnstalleerde batterij voor de datum/tijd) Lens: EF-S 18-55 mm f/3.5-5.6 IS of EF-S 17-85 mm f/4-5.6 IS USM...
  • Pagina 4: Symbolen En Afspraken Die In Deze Handleiding Worden Gebruikt

    Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding <6> staat voor het hoofdinstelwiel. <5> staat voor het snelkeuzewiel. <9> staat voor de multifunctionele knop. <0> staat voor de SET-knop. 0, 9 of 8 geeft aan dat de desbetreffende functie respectievelijk 4 sec., 6 sec.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding Controlelijst onderdelen ..................3 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt .....4 Index bij functies ....................8 Tips en waarschuwingen voor het gebruik............12 Verkorte handleiding ..................14 Namen van onderdelen..................16 Aan de slag De batterij opladen ...................24 De batterij plaatsen en verwijderen..............26 De CF-kaart installeren en verwijderen............28 Een lens bevestigen en verwijderen ..............30 Basisbediening....................32...
  • Pagina 6 Inhoud De AF- en transportmodi instellen De AF-modus selecteren................. 76 Het AF-punt selecteren..................78 Als autofocus niet werkt................... 80 Handmatige scherpstelling ................80 De transportmodus selecteren ................ 81 De zelfontspanner ................... 82 Geavanceerde functies AE-programma ....................84 AE-sluiterprioriteit .................... 86 AE-diafragmaprioriteit..................
  • Pagina 7 Inhoud Sensorreiniging Automatische sensorreiniging ................128 Stofwisdata toevoegen...................129 Handmatige sensorreiniging ................131 Rechtstreeks afdrukken vanaf de camera/Digital Print Order Format Het afdrukken voorbereiden................134 Afdrukken .......................136 De opname bijsnijden .................141 Digital Print Order Format (DPOF)..............143 Rechtstreeks afdrukken met DPOF ...............146 Opnamen overbrengen naar een computer Opnamen overbrengen naar een computer ...........148 De camera aanpassen aan uw voorkeuren Persoonlijke voorkeuzen instellen..............152...
  • Pagina 8: Index Bij Functies

    Index bij functies Voeding Witbalans Batterij Witbalansselectie pag. 67 • Opladen pag. 24 Handmatige witbalans pag. 68 • Batterijcontrole pag. 26 Kleurtemperatuurinstelling pag. 69 Stopcontact pag. 170 Witbalanscorrectie pag. 70 Automatisch uitschakelen pag. 42 Reeksopnamen op basis van witbalans pag. 71 Menu's en basisinstellingen Menu's pag.
  • Pagina 9: Aanpassing

    Index bij functies Aanpassing van belichting Verticale opnamen automatisch roteren pag. 126 Belichtingscompensatie pag. 93 Opname beveiligen pag. 123 pag. 94 Opname wissen pag. 124 AE-vergrendeling pag. 95 Video OUT pag. 122 Verhoging belichtingsniveau pag. 154 Rechtstreeks afdrukken vanaf de camera/DPOF Flitser PictBridge pag.
  • Pagina 10: Veiligheidsmaatregelen

    Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken. Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen • Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door de onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen: - Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze handleiding worden genoemd.
  • Pagina 11 • Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
  • Pagina 12: Tips En Waarschuwingen Voor Het Gebruik

    De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als er waterspatten op de camera zijn gekomen.
  • Pagina 13: Waarschuwing Bij Langdurig Gebruik

    Tips en waarschuwingen voor het gebruik LCD-paneel en LCD-scherm Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen. Dode pixels hebben altijd dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood. Dit is geen defect. De dode pixels zijn ook niet van invloed op de opgeslagen opnamen.
  • Pagina 14: Verkorte Handleiding

    Verkorte handleiding Plaats de batterij. (pag. 26) Ga voor meer informatie over het opladen van batterijen naar pagina 24. Plaats de lens. (pag. 30) Bij EF-S-lenzen Bij EF-lenzen Als u een EF-S-lens gebruikt, plaatst u deze zo dat de markering op de lens op gelijke hoogte is met de witte markering op de camera.
  • Pagina 15 Verkorte handleiding Stel het programmakeuzewiel in op <1> (volautomatisch). (pag. 46) Alle camera-instellingen worden automatisch ingesteld. Stel scherp op het onderwerp. (pag. 32) Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in;...
  • Pagina 16: Namen Van Onderdelen

    Namen van onderdelen Voor gedetailleerde informatie worden tussen haakjes referentiepaginanummers gegeven (pag. **). <n> Knop selectie <U> Knop LCD-paneelverlichting (pag. 96) lichtmeetmodus/selectie LCD-paneel (pag. 18) witbalans (pag. 92/67) EF-lensbevestigingsmarkering (pag. 30) <o> Knop selectie AF-modus/selectie Ingebouwde flitser/AF-hulplicht transportmodus (pag. 76/81) (pag.
  • Pagina 17 Namen van onderdelen <p> AF-startknop <V> Scherpstelvlakmarkering (pag. 32, 76, 114) <9> Multifunctionele knop (pag. 34) <A/I> Knop AE/ Knop dioptrische aanpassing (pag. 35) FE-vergrendeling/index/ verkleinen Oogschelp (pag. 97) (pag. 95/102/119/120, 141) Zoekeroculair <l> Knop afdrukken/ <S/u> delen (pag. 139, 149) Knop AF-puntselectie/ vergroten (pag.
  • Pagina 18 Namen van onderdelen LCD-paneel AF-puntselectie ([ - - - ]) Sluitertijd Waarschuwing CF-kaart vol (FuLL CF) Bezig (buSY) Waarschuwing CF-kaartfout (Err CF) Ingebouwde flitser opladen (buSY) Waarschuwing geen CF-kaart (no CF) Opnamekwaliteit Foutcode (Err) Groot/fijn Beeldsensor reinigen (CLEA n) Groot/normaal Middel/fijn Diafragma Middel/normaal...
  • Pagina 19: Zoekerinformatie

    Namen van onderdelen Zoekerinformatie Cirkel van de spotmeting Matglas AF-punten (ingespiegeld display) <g> ISO-waarde <o> Focusbevestigingslampje <A> AE- vergrendeling/ AEB actief Maximale opnamereeks <D> Flits gereed Witbalanscorrectie WB-BKT Onjuiste flitsbelichtingsvergrendeling ISO-waarde <e> High speed <0> Zwartwitopnamen flitssynchronisatie (FP-flits) <d> Flitsbelichtingsvergrendeling/ Indicator belichtingsniveau FEB actief Waarde belichtingscompensatie...
  • Pagina 20: Basisgebruik

    Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Het programmakeuzewiel bevat de Basisgebruik-modi en Creatief gebruik-modi. Gebruikersinstellingen voor de camera De meeste camera-instellingen kunnen worden vastgelegd Creatief gebruik onder w, x of y. (pag. 165) Deze modi geven u controle over het resultaat. : AE-programma (pag. 84) s : AE-sluiterprioriteit (pag.
  • Pagina 21 Namen van onderdelen EF-S 18-55 mm f/3.5-5.6 IS-lens Focusinstellingsknop (pag. 30) Focusring (pag. 80, 110) Zoomring Zoompositie-index Bevestiging lenskap EW-60B (apart verkrijgbaar) 58-mm filteraansluiting (voorkant lens) Schakelaar voor Image Stabilizer (beeldstabilisatie) (pag. 31) Contactpunten (pag. 13) Lensbevestigingsmarkering (pag. 30) EF-S 17-85 mm f/4-5.6 IS USM-lens Focusinstellingsknop (pag.
  • Pagina 22 Namen van onderdelen Batterijoplader CG-580 Dit is een batterijoplader. (pag. 24) Stekker Batterijcompartiment Oplaadlampje Deze voedingseenheid is bedoeld voor een verticale bevestiging of voor bevestiging op de vloer. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES OM HET RISICO OP BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN.
  • Pagina 23: Aan De Slag

    Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorafgaande stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd. De riem bevestigen Haal het einde van de riem van onderaf door het oog van de draagriemhouder. Haal deze daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie.
  • Pagina 24: De Batterij Opladen

    De batterij opladen Verwijder het deksel. Plaats het deksel terug wanneer u de batterij uit de camera verwijdert om kortsluiting te voorkomen. Plaats de batterij. Plaats de voorkant van de batterij precies op de markeringslijn van de oplader. Terwijl u de batterij naar beneden duwt, schuift u deze in de richting van de pijl.
  • Pagina 25: Tips Voor Het Gebruik Van De Batterij En Batterijoplader

    Laad uitsluitend batterijen op van het type BP-511A, BP-514, BP-511 of BP-512. De batterijen BP-511A, BP-514, BP-511 en BP-512 zijn speciaal bedoeld voor Canon-producten. Wanneer u deze oplaadt met een batterijoplader of een ander product dat niet van Canon is, kunnen zich defecten of ongelukken voordoen waarvoor Canon geen aansprakelijkheid aanvaardt.
  • Pagina 26: De Batterij Plaatsen En Verwijderen

    De batterij plaatsen en verwijderen De batterij plaatsen Plaats een volledig opgeladen BP-511A-batterij in de camera. Open het deksel van het batterijcompartiment. Schuif de hendel in de richting van de pijl en open het deksel. Plaats de batterij. Zorg dat de contactpunten van de batterij omlaag wijzen.
  • Pagina 27: De Batterij Verwijderen

    De batterij plaatsen en verwijderen Levensduur batterij [aantal opnamen • ongeveer] Opnameomstandigheden Temperatuur Geen flits 50% flits Bij 23 °C 1.100 Bij 0 °C De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen BP-511A-batterij, zonder Live View-opnamen, en de testcriteria van de CIPA (Camera & Imaging Products Association). Het werkelijke aantal opnamen kan lager zijn dan hierboven is aangegeven, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
  • Pagina 28: De Cf-Kaart Installeren En Verwijderen

    De CF-kaart installeren en verwijderen De opname wordt opgeslagen op de CF-kaart (apart verkrijgbaar). Hoewel de dikte verschillend is, kunt u zowel een CF-kaart van het type I als II in de camera plaatsen. De camera is ook compatibel met microdrive (van het type harde schijf) en CF-kaarten met een capaciteit van 2 GB of hoger.
  • Pagina 29: De Kaart Verwijderen

    De CF-kaart installeren en verwijderen De kaart verwijderen Open het deksel. Zet de aan-uitschakelaar op <2>. Zorg dat de lees-/schrijfindicator uit staat en open vervolgens het deksel. Lees-/schrijfindicator Verwijder de CF-kaart. Druk op de uitwerpknop van de CF-kaart. De CF-kaart komt naar buiten. Sluit het deksel.
  • Pagina 30: Een Lens Bevestigen En Verwijderen

    Een lens bevestigen en verwijderen Een lens bevestigen Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijl wordt aangegeven. Plaats de lens. EF-S-lensbevestigingsmarkering Plaats de EF-S-lens op de camera precies boven de lensbevestigingsmarkering en draai de lens in de door de pijl aangegeven...
  • Pagina 31: Lenzen Met Image Stabilizer (Beeldstabilisatie)

    Een lens bevestigen en verwijderen Lenzen met Image Stabilizer (beeldstabilisatie) Als er een IS-lens (Image Stabilizer (beeldstabilisatie)) is bevestigd en de IS-schakelaar van de lens is ingesteld op <1>, treedt de Image Stabilizer (beeldstabilisatie) in werking als u de ontspanknop half indrukt.
  • Pagina 32: Basisbediening

    Basisbediening Aan-uitschakelaar/Snelkeuzewiel <2> : De camera is uitgeschakeld en werkt niet. Stand voor wanneer u de camera niet gebruikt. <1> : De camera werkt. <J> : De camera en <5> werken. (pag. 34) Wanneer u de aan-uitschakelaar instelt op <1/J> of <2>, wordt de sensorreiniging automatisch uitgevoerd.
  • Pagina 33: Helemaal Indrukken

    Basisbediening Helemaal indrukken De sluiter ontspant en de opname wordt gemaakt. Als u de ontspanknop helemaal indrukt zonder deze eerst half in te drukken of als u de ontspanknop half indrukt en direct daarna volledig, zal de opname toch nog een moment worden vertraagd. Zelfs wanneer een menu of beeld wordt weergegeven of wanneer een opname wordt gemaakt, kunt u direct teruggaan naar de opnamemodus door de ontspanknop half in te drukken.
  • Pagina 34: Het Snelkeuzewiel Gebruiken Om Te Selecteren

    Basisbediening < > Het snelkeuzewiel gebruiken om te selecteren Voordat u het instelwiel < > gebruikt, moet u de aan-uitschakelaar instellen op <J>. Druk op een knop en draai aan het instelwiel <5>. Wanneer u een knop indrukt, blijft de functie zes seconden lang (9) geselecteerd.
  • Pagina 35: De Duidelijkheid Van De Zoeker Aanpassen

    Basisbediening De duidelijkheid van de zoeker aanpassen Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de AF-punten in de zoeker scherp zijn. Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog niet scherp is, wordt aanbevolen om de Dioptric Adjustment Lens E (10 typen, apart verkrijgbaar) te gebruiken.
  • Pagina 36: Menugebruik

    Menugebruik Met de menu's kunt u diverse optionele instellingen maken, zoals de opnamekwaliteit, Picture Style, datum/tijd, persoonlijke voorkeuzen, enzovoort. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gebruikt u de knop <M> aan de achterkant van de camera en de instelwielen <6> en < >.
  • Pagina 37 Menugebruik Procedure voor menu-instelling Geef het menu weer. Druk op de knop <M> om het menu weer te geven. Selecteer een tabblad. Draai aan het instelwiel < > om een tabblad te selecteren. Selecteer een menu-item. Draai aan het instelwiel < >...
  • Pagina 38: Menu-Instellingen

    Menugebruik Menu-instellingen 1 Opname 1 (Rood) Pagina 73 / 83 / 74 / 84 / 76 / 86 / 1 / Kwaliteit 1+(73 / 83 / 74 / 84 / 76 / 86) D + (73 / 83 / 74 / 84 / 76 / 86) R.ogen Aan/Uit Uit/Aan Pieptoon...
  • Pagina 39 Menugebruik 4 Weergave 2 (Blauw) Pagina Overbel. waarsch. Uitgeschakeld / Inschakelen AF punt weerg. Uitgeschakeld / Inschakelen Histogram Helderheid / RGB Autom. afspelen Automatische weergave van opnamen 5 Instellingen 1 (Geel) 1 min. / 2 min. / 4 min. / 8 min. / 15 min. / Uitschakelen 30 min.
  • Pagina 40 Menugebruik 7 Instellingen 3 (Geel) Pagina Hiermee legt u de huidige camera-instellingen Cameragebruikersinstelling vast op de positie <w>, <x> of <y> van het programmakeuzewiel De camera wordt ingesteld op de Wis alle camera- instellingen standaardinstellingen Firmware versie Voor het bijwerken van de firmware –...
  • Pagina 41: Voordat U Begint

    Voordat u begint 3 De interfacetaal instellen Selecteer [Taal]. Selecteer op het tabblad [6] het item [Taal] (het derde item van boven) en druk vervolgens op <0>. Stel de gewenste taal in. Draai aan het instelwiel <5 om de taal te selecteren en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 42: Uitschakeltijd/Uitschakelen Instellen

    Voordat u begint 3 Uitschakeltijd/Uitschakelen instellen U kunt de automatische uitschakeltijd instellen, zodat de camera automatisch wordt uitgeschakeld als deze gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt. Als u niet wilt dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld, zet u deze functie op [Uit]. Nadat de camera is uitgeschakeld, kunt u deze weer inschakelen door op de ontspanknop of een andere knop te drukken.
  • Pagina 43 Voordat u begint Selecteer [OK]. Draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op <0>. De CF-kaart wordt geformatteerd (geïnitialiseerd). Wanneer de kaart is geformatteerd, keert u terug naar het menu. Wanneer de CF-kaart wordt geformatteerd of gewist, verandert alleen de bestandsbeheerinformatie.
  • Pagina 44: Camera-Instellingen Herstellen

    Camera-instellingen herstellenN De opname-instellingen en menu-instellingen van de camera kunnen worden teruggezet op de standaardinstellingen. Selecteer [Wis alle camera- instellingen]. Selecteer op het tabblad <7> de optie [Wis alle camera-instellingen] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK]. Draai aan het instelwiel <5> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 45: Foto's Maken Met Basisfuncties

    Foto's maken met basisfuncties In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de Basisgebruik- modi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten. In Basisgebruik-modi hoeft u de camera slechts op het onderwerp te richten en de opname te maken; de camera stelt alles automatisch in.
  • Pagina 46: Volledig Automatisch Foto's Maken

    1 Volledig automatisch foto's maken Stel het programmakeuzewiel in op <1>. Richt een AF-punt op het onderwerp. AF-punt Alle AF-punten werken en scherpstellen vindt plaats aan de hand van het AF-punt op het dichtstbijzijnde onderwerp. Het scherpstellen kan worden vereenvoudigd door het middelste AF-punt op het onderwerp te richten.
  • Pagina 47: Veelgestelde Vragen

    1 Volledig automatisch foto's maken Veelgestelde vragen Het focusbevestigingslampje <o> knippert en het onderwerp is niet scherpgesteld. Richt het AF-punt op een gedeelte met goed contrast tussen licht en donker en druk de ontspanknop vervolgens half in. (pag. 80). Ga iets achteruit als u te dicht bij het onderwerp bent en probeer het opnieuw.
  • Pagina 48: Volledig Automatische Technieken

    1 Volledig automatische technieken De compositie opnieuw bepalen Plaats het onderwerp naar links of rechts, afhankelijk van de gehele opname, om te zorgen voor een gebalanceerde achtergrond en een goed perspectief. In de modus <1> (Automatisch) drukt u de ontspanknop half in om een niet-bewegend onderwerp scherp te stellen;...
  • Pagina 49: Portretfoto's Maken

    2 Portretfoto's maken De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat het onderwerp duidelijk uitkomt. Ook worden de huidtinten en het haar zachter gemaakt dan in modus <1> (Automatisch). Opnametips Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe beter.
  • Pagina 50: Landschapsfoto's Maken

    3 Landschapsfoto's maken Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto's en nachtopnamen en om alles van dichtbij tot veraf scherp te stellen. Groene en blauwe kleuren worden levendiger en scherper dan met <1> (Automatisch). Opnametips Gebruik de groothoekzijde wanneer u een zoomlens gebruikt. Gebruik de groothoekzijde wanneer u een zoomlens gebruikt.
  • Pagina 51: Close-Ups Maken

    4 Close-ups maken Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen gebruikt u hiervoor de modus <4> (Close-up). Gebruik een macrolens (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Bloemen en dergelijke steken beter af tegen een eenvoudige achtergrond.
  • Pagina 52: Foto's Maken Van Bewegende Onderwerpen

    5 Foto's maken van bewegende onderwerpen Gebruik de modus <5> (Sport) voor het fotograferen van een bewegend onderwerp, bijvoorbeeld een rennend kind of een autorace. Opnametips Gebruik een telelens. Het gebruik van een telelens wordt aanbevolen omdat u hiermee kunt fotograferen op grote afstand. Gebruik het middelste AF-punt om scherp te stellen.
  • Pagina 53: Nachts Portretfoto's Maken

    6 's Nachts portretfoto's maken Gebruik de modus <6> (Nacht portret) als u iemand bij nacht wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende belichting in de achtergrond wilt hebben. Opnametips Gebruik een groothoeklens en een statief. Als u een zoomlens gebruikt, gebruikt u de groothoekzijde voor een weids nachtelijk panorama.
  • Pagina 54: Flitser Uitschakelen

    7 Flitser uitschakelen Op plaatsen waar het gebruik van een flitser niet is toegestaan, gebruikt u de modus <7> (Flitser uit). Deze modus is ook geschikt voor opnamen bij kaarslicht en wanneer u het effect van de kaarsen wilt vastleggen. Opnametips Als de nummerweergave in de zoeker knippert, dient u ervoor te zorgen dat bewegingsonscherpte wordt voorkomen.
  • Pagina 55: Opname-Instellingen

    Opname-instellingen In dit hoofdstuk worden de instellingen voor digitale opnamen uitgelegd voor de opnamekwaliteit, de ISO- snelheid, de Picture Style, de witbalans en de kleurruimte. In de Basisgebruik-modi kunnen alleen de opnamekwaliteit (RAW/sRAW, RAW/sRAW+JPEG uitgezonderd) en de methode voor bestandsnummering worden ingesteld, zoals in dit hoofdstuk wordt beschreven.
  • Pagina 56: De Opnamekwaliteit Instellen

    De opnamekwaliteit instellen Stel de opnamekwaliteit in zodat deze overeenkomt met de gewenste beeldgrootte voor afdrukken, etc. In de Basisgebruik-modi kunnen alleen de volgende instellingen voor opnamekwaliteit worden ingesteld: 73, 83, 74, 84, 76, 86. Dit zijn allemaal JPEG-afbeeldingen. In de modi 1/D moet de opname worden bewerkt met de meegeleverde software.
  • Pagina 57 De grootte van een enkele opname, het aantal mogelijke opnamen en de maximale opnamereeks bij continu-opnamen zijn gebaseerd op de testnormen van Canon (ISO 100, Beeldstijl: Standaard). Op het LCD-paneel kunt u zien hoeveel opnamen er nog op de CF-kaart kunnen worden vastgelegd.
  • Pagina 58: Maximale Opnamereeks Bij Continu-Opnamen

    3 De opnamekwaliteit instellen De RAW-afbeelding is de gegevensuitvoer die wordt vastgelegd door de beeldsensor en die wordt geconverteerd naar digitale gegevens, welke vervolgens op de CF-kaart worden opgeslagen. Na overbrenging naar een computer kan de RAW-opname met de (meegeleverde) software worden bewerkt.
  • Pagina 59: De Iso-Waarde Instellen

    i: De ISO-waarde instellenN Stel de ISO-waarde (lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. Bijvoorbeeld: wanneer u de ISO-waarde verhoogt (hoger nummer) voor slechte lichtomstandigheden, kan een kortere sluitertijd worden gebruikt en is er minder kans op bewegingsonscherpte.
  • Pagina 60 i: De ISO-waarde instellenN ISO-waarde "Auto" Als de ISO-waarde wordt ingesteld op "Auto", wordt de in te stellen werkelijke ISO-waarde weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt. Zoals hieronder wordt aangegeven, wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de opnamemodus. Opnamemodus Instelling ISO-waarde De ISO-waarde wordt automatisch ingesteld tussen 100 en 800.
  • Pagina 61: Een Picture Style Selecteren

    A Een Picture Style selecterenN Door een Picture Style te selecteren, kunt u de gewenste opname-effecten verkrijgen die passen bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp. In de Basisgebruik-modi wordt de Picture Style automatisch ingesteld. Hierdoor kan de bewerking die wordt uitgelegd op deze pagina en doorloopt tot pagina 66 niet worden uitgevoerd.
  • Pagina 62 A Een Picture Style selecterenN Natuurlijk De foto is mat en ingetogen. Wanneer het onderwerp wordt vastgelegd bij een kleurtemperatuur van 5200 K, wordt de kleur colorimetrisch aangepast aan de kleur van het onderwerp. Bij deze Picture Style wordt ervan uitgegaan dat u de opnamen nog gaat bewerken op een computer.
  • Pagina 63: De Picture Style Aanpassen

    A De Picture Style aanpassenN U kunt de Picture Style naar wens aanpassen door de individuele parameters te wijzigen, bijvoorbeeld [Scherpte] en [Contrast]. Zie de volgende pagina voor het aanpassen van [Monochroom]. Druk op de knop <A>. Selecteer een Picture Style. Draai aan het instelwiel <5>...
  • Pagina 64: Monochroom Aanpassen

    A De Picture Style aanpassenN Door [Stand.inst.] te selecteren in stap 3, kunt u de standaardparameters van de respectieve Picture Style herstellen. Om opnamen te maken met de gewijzigde Picture Style, volgt u stap 2 op de voorgaande pagina om de Picture Style te selecteren en opnamen te maken. Monochroom aanpassen Voor Monochroom kunt u [Filtereffect] en [Toningeffect] instellen, evenals [Scherpte] en [Contrast].
  • Pagina 65: De Picture Style Vastleggen

    A De Picture Style vastleggenN U kunt een basis-Picture Style selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen onder [Gebruiker 1], [Gebruiker 2] of [Gebruiker 3]. U kunt Picture Styles maken met andere parameters voor bijvoorbeeld scherpte en contrast. U kunt ook een Picture Style selecteren die reeds door de meegeleverde software is ingesteld.
  • Pagina 66 A De Picture Style vastleggenN Stel de parameter in. Draai aan het instelwiel <5> om de parameter naar wens in te stellen en druk vervolgens op <0>. Druk op de knop <M> om de nieuwe Picture Style vast te leggen. Het scherm waarin de Picture Style kan worden gekozen, verschijnt weer.
  • Pagina 67: De Witbalans Selecteren

    B: De witbalans selecterenN Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Q> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u de witbalans handmatig aanpassen aan de lichtomstandigheden van dat moment.
  • Pagina 68: Handmatige Witbalans

    B: De witbalans selecterenN Handmatige witbalans Handmatige witbalans wordt gebruikt om voor een specifieke lichtbron handmatig de witbalans in te stellen en zo de nauwkeurigheid te verbeteren. Fotografeer een wit object. Het effen witte object moet de cirkel van de spotmeting vullen. Stel handmatig scherp en stel de standaardbelichting in voor het witte onderwerp.
  • Pagina 69: De Kleurtemperatuur Instellen

    B: De witbalans selecterenN Als de bij stap 1 verkregen belichting sterk afwijkt, kan dit een incorrecte witbalans tot gevolg hebben. Als de afbeelding is opgeslagen terwijl de beeldstijl was ingesteld op [Monochroom] (pag. 62), kan deze niet worden geselecteerd in stap 3. In plaats van een wit object kan een kaart met 18% grijs (in de winkel verkrijgbaar) een nauwkeurigere witbalans opleveren.
  • Pagina 70: Witbalanscorrectie

    WitbalanscorrectieN U kunt de ingestelde witbalans corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van een in de handel verkrijgbaar kleurtemperatuurconversiefilter of kleurcompensatiefilter. Elke kleur kan in negen niveaus worden gecorrigeerd. Gebruikers die bekend zijn met het gebruik van kleurtemperatuurconversie- of kleurcompensatiefilters, zullen deze functie waarderen.
  • Pagina 71: Automatische Reeksopnamen Op Basis Van De Witbalans

    3 WitbalanscorrectieN Automatische reeksopnamen op basis van de witbalans Het is mogelijk om met één opname tegelijkertijd drie beelden met een verschillende kleurtoon op te slaan. De opname wordt niet alleen opgeslagen met de kleurtemperatuur van de huidige witbalansinstelling, maar ook met meer blauw/oranje of magenta/groen.
  • Pagina 72: Methoden Voor Bestandsnummering

    Methoden voor bestandsnummering Het bestandsnummer is te vergelijken met het beeldnummer op een fotorolletje. De opnamen krijgen opeenvolgende bestandsnummers van 0001 tot 9999 en worden opgeslagen in één map. U kunt ook veranderen hoe het bestandsnummer wordt toegewezen. Het bestandsnummer verschijnt op de pc in deze notatie: IMG_0001.JPG.
  • Pagina 73 3 Methoden voor bestandsnummering Auto reset Stelt de bestandsnummering opnieuw in op 0001 wanneer de CF-kaart wordt vervangen Elke keer dat de CF-kaart wordt vervangen begint de bestandsnummering vanaf 0001. Dit is handig als u de opnamen wilt archiveren per CF-kaart. Als de vervangende CF-kaart opnamen bevat die eerder zijn gemaakt, kan de bestandsnummering van de nieuwe opnamen worden voortgezet vanaf de bestandsnummers van de bestaande opnamen op de kaart.
  • Pagina 74: De Kleurruimte Instellen

    De kleurruimte instellenN De kleurruimte verwijst naar het bereik van reproduceerbare kleuren. Met deze camera kunt u de kleurruimte voor opnamen instellen op sRGB of Adobe RGB. Voor normale afbeeldingen wordt sRGB aanbevolen. Selecteer [Kleurruimte]. Selecteer op het tabblad [2] de optie [Kleurruimte] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 75: De Af- En Transportmodi Instellen

    De AF- en transportmodi instellen De zoeker beschikt over negen AF-punten. Door het optimale AF-punt te kiezen, kunt u opnamen met autofocus maken terwijl u toch het gewenste onderwerp in beeld houdt. U kunt ook de AF-modus en de transportmodus instellen die het meest geschikt zijn voor de opnameomstandigheden en het onderwerp.
  • Pagina 76: De Af-Modus Selecteren

    f: De AF-modus selecterenN Selecteer de AF-modus die past bij de opnameomstandigheden en het onderwerp. In de Basisgebruik-modi wordt de optimale AF-modus automatisch ingesteld. Stel op de lens de focusinstellingsknop in op <f>. Stel het programmakeuzewiel in op een Creatief gebruik-modus. Druk op de knop <o>.
  • Pagina 77: Ai Servo Af Voor Bewegende Onderwerpen

    f: De AF-modus selecterenN Als u niet kunt scherpstellen, gaat het focusbevestigingslampje <o> in de zoeker knipperen. In dit geval kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Maak een nieuwe beeldcompositie en probeer opnieuw scherp te stellen.
  • Pagina 78: Het Af-Punt Selecteren

    S Het AF-punt selecterenN Selecteer een van de negen AF-punten voor automatisch scherpstellen. In de Basisgebruik-modi en <8> treedt de automatische AF-puntselectie automatisch in werking. U kunt het AF-punt niet selecteren. Druk op de knop <S>. Het geselecteerde AF-punt wordt weergegeven in de zoeker en op het LCD-paneel.
  • Pagina 79: Het Af-Hulplicht Van De Ingebouwde Flitser

    S Het AF-punt selecterenN Denk aan het volgende wanneer u naar het LCD-paneel kijkt om het AF- punt te selecteren: Automatische selectie , midden rechts , boven Selecteer het middelste AF-punt als er geen scherpstelling kan worden bereikt met behulp van het AF-hulplicht van de externe Speedlite voor de EOS. Het AF-hulplicht van de ingebouwde flitser Als u onder slechte lichtomstandigheden de ontspanknop half indrukt, geeft de flitser een korte reeks flitsen.
  • Pagina 80: Als Autofocus Niet Werkt

    Als autofocus niet werkt Met autofocus lukt het niet altijd om op het onderwerp scherp te stellen (het focusbevestigingslampje <o> knippert dan). Dit kan voorkomen bij ondermeer de volgende onderwerpen: Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld Onderwerpen met weinig contrast Voorbeeld: strakblauwe lucht, muren met een effen kleur, enz.
  • Pagina 81: De Transportmodus Selecteren

    i De transportmodus selecteren De camera heeft transportmodi voor enkele opnamen en continu-opnamen. In de Basisgebruik-modi wordt de optimale transportmodus automatisch ingesteld. Druk op de knop <o>. Selecteer de transportmodus. Draai aan het instelwiel <5> terwijl u naar het LCD-paneel kijkt. u : Enkelbeeld Wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er een opname gemaakt.
  • Pagina 82: De Zelfontspanner

    j De zelfontspanner Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. De <j> (zelfontspanner (10 sec.) ) kan in alle opnamemodi worden gebruikt. Druk op de knop <o>. Selecteer <j> of <l>. Kijk op het LCD-paneel en draai het instelwiel <5>...
  • Pagina 83: Geavanceerde Functies

    Geavanceerde functies Met de Creatief gebruik-modi kunt u de sluitertijd of het diafragma instellen om het gewenste resultaat te krijgen. U hebt de controle over de camera. De asterisk M rechts naast de paginatitel geeft aan dat de desbetreffende functie alleen beschikbaar is in de Creatief gebruik-modi (d, s, f, a, 8).
  • Pagina 84: Ae-Programma

    d: AE-programma De camera stelt automatisch de sluitertijd en het diafragma in die het beste passen bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-programma. * <d> staat voor programma. * AE staat voor automatische belichting (Auto Exposure). Stel het programmakeuzewiel in op <d>.
  • Pagina 85: Verschillen Tussen En (Automatisch)

    d: AE-programma Als de sluitertijd "30"" en de maximumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-waarde of gebruik de flitser. Wanneer de sluitertijd "8000" en de minimale diafragmawaarde knipperen, is er sprake van overbelichting. Verlaag de ISO-waarde of gebruik een ND-filter (afzonderlijk verkrijgbaar) om de hoeveelheid licht die op de lens valt te verminderen.
  • Pagina 86: Ae-Sluiterprioriteit

    s: AE-sluiterprioriteit In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch de diafragmawaarde in om de correcte belichting te verkrijgen die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-sluiterprioriteit. Een kortere sluitertijd kan de actie of het bewegend onderwerp als het ware doen stilstaan.
  • Pagina 87 s: AE-sluiterprioriteit Als de maximumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een langere sluitertijd in te stellen totdat de diafragmawaarde niet meer knippert, of stel een hogere ISO-waarde in. Als de minimale diafragmawaarde knippert, is er sprake van overbelichting.
  • Pagina 88: Ae-Diafragmaprioriteit

    f: AE-diafragmaprioriteit In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in om de correcte belichting te verkrijgen die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-diafragmaprioriteit. Bij een hoger f/getal (kleiner diafragma) vallen de voorgrond en achtergrond meer samen binnen de acceptabele scherpstelling.
  • Pagina 89: Preview Scherptediepte

    f: AE-diafragmaprioriteit Als de sluitertijd "30"" knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een groter diafragma (lager f/getal) in te stellen totdat het knipperen stopt, of stel een hogere ISO-waarde in. Als de sluitertijd "8000" knippert, is er sprake van overbelichting.
  • Pagina 90: Handmatige Belichting

    a: Handmatige belichting In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of gebruik een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter om de belichting te bepalen. Deze methode wordt handmatige belichting genoemd. * <a>...
  • Pagina 91: Automatische Scherptediepte Ae

    8: Automatische scherptediepte AE Objecten op de voorgrond en op de achtergrond worden automatisch scherpgesteld. Alle AF-punten functioneren om het onderwerp waar te nemen en het diafragma dat vereist is voor de benodigde scherptediepte, wordt automatisch ingesteld. * <8> betekent automatische scherptediepte. Deze modus stelt de scherptediepte automatisch in.
  • Pagina 92: De Lichtmeetmodus Selecteren

    q De lichtmeetmodus selecterenN Er zijn vier lichtmeetmodi beschikbaar: meervlaks meting, deelmeting, spotmeting en gemiddelde meting met nadruk op het midden. Bij de Basisgebruik-modi wordt meervlaksmeting automatisch ingesteld. Druk op de knop <n>. Selecteer de lichtmeetmodus. Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan het instelwiel <6>.
  • Pagina 93: De Belichtingscompensatie Instellen

    De belichtingscompensatie instellenN Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichting te wijzigen die door de camera is ingesteld. U kunt het beeld lichter (langere belichting) of donkerder (kortere belichting) maken. U kunt de belichtingscompensatie instellen op ±2 stappen met tussenstappen van 1/3. Draai het programmakeuzewiel naar een willekeurige Creatief gebruik-modus, behalve <a>.
  • Pagina 94: Reeksopnamen Met Automatische Belichting (Aeb)

    Reeksopnamen met automatische belichting (AEB)N Als de sluitertijd of het diafragma automatisch worden gewijzigd, wordt het belichtingsniveau gewijzigd tot ±2 stappen met tussenstappen van 1/3 voor drie opeenvolgende opnamen. Dit heet AEB. * AEB staat voor "Auto Exposure Bracketing" (reeksopnamen met automatische belichting). Selecteer [AEB].
  • Pagina 95: Ae-Vergrendelingseffecten

    A AE-vergrendelingN Gebruik AE-vergrendeling wanneer het gebied waarop u wilt scherpstellen afwijkt van het gebied van de belichtingsmeting of wanneer u meerdere foto's wilt nemen met dezelfde belichtingsinstelling. Druk op de knop <A> om de belichting te vergrendelen, maak een nieuwe compositie en maak de foto. Dit heet AE-vergrendeling.
  • Pagina 96: Bulb-Opnamen

    Bulb-opnamen Als bulb is ingesteld, blijft de sluiter open terwijl u de ontspanknop volledig indrukt, en wordt deze gesloten als u de ontspanknop los laat. Dit wordt bulb-belichting genoemd. Gebruik de instelling voor bulb-belichting voor nachtopnamen, opnamen van vuurwerk, de sterrenhemel en andere opnamen waarvoor een lange belichting is vereist. Stel het programmakeuzewiel in op <a>.
  • Pagina 97: De Oculairdop Gebruiken

    Bulb-opnamen De oculairdop gebruiken Als u een opname maakt zonder door de zoeker te kijken, kan er licht door het oculair vallen, wat een nadelige invloed heeft op de belichting. Om dit te voorkomen gebruikt u de oculairdop die is bevestigd aan de draagriem van de camera. Verwijder de oogschelp.
  • Pagina 98: Spiegel Opklappen

    Spiegel opklappenN Hoewel het gebruik van de zelfontspanner of afstandsbediening bewegingsonscherpte kan voorkomen, kan het bij gebruik van een supertelelens of het maken van close-ups ook helpen om de spiegel op te klappen en zo bij het afdrukken te voorkomen dat de camera trilt vanwege de opklappende spiegel.
  • Pagina 99: De Ingebouwde Flitser Gebruiken

    De ingebouwde flitser gebruiken Met automatische E-TTL II-flits worden uiterst nauwkeurige en consistente flitsopnamen verkregen. De ingebouwde flitser gebruiken in Basisgebruik Indien noodzakelijk komt de ingebouwde flitser automatisch naar boven bij slechte lichtomstandigheden of tegenlicht (behalve in de modi <3> <5> en <7>). De ingebouwde flitser gebruiken in Creatief gebruik Ongeacht het lichtniveau kunt u de knop <D>...
  • Pagina 100: Effectief Bereik Van Ingebouwde Flitser

    De ingebouwde flitser gebruiken Effectief bereik van ingebouwde flitser [Meters (bij benadering)] EF-S 18-55 mm f/3.5-5.6 IS EF-S 17-85 mm f/4-5.6 IS USM ISO- Groothoek: Groothoek: waarde Tele: 55 mm Tele: 85 mm 18 mm 17 mm 1 - 3,7 1 - 2,3 1 - 3,3 1 - 2,3...
  • Pagina 101 De ingebouwde flitser gebruiken y FlitsbelichtingscompensatieN Net als bij de gewone belichtingscompensatie kunt u ook een belichtingscompensatie voor flitslicht instellen. U kunt de flitsbelichtingscompensatie instellen in ±2 stappen met tussenstappen van 1/3. Druk op de knop <m>. Stel de flitsbelichtingscompensatie in. Vergrote belichting Terwijl u naar het LCD-paneel of de zoeker kijkt, draait u aan het instelwiel <5>.
  • Pagina 102 De ingebouwde flitser gebruiken A FE-vergrendelingN Flitsbelichtingsvergrendeling zorgt voor een correcte flitsbelichting en vergrendelt deze waarde voor ieder deel van een onderwerp. Druk op de knop <D> om de ingebouwde flitser te voorschijn te laten komen. Druk de ontspanknop half in en kijk in de zoeker of het pictogram <D>...
  • Pagina 103: Flitsbesturing

    FlitsbesturingN De ingebouwde flitser en de externe Speedlite kunnen ook via het menu worden ingesteld. Het menu voor de externe Speedlite is alleen van toepassing op Speedlites uit de EX-serie waarvan de functies op de camera kunnen worden ingesteld. Selecteer [Flitsbesturing]. Selecteer op het tabblad [6] de optie [Flitsbesturing] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 104: De Externe Speedlites Instellen

    3 FlitsbesturingN E-TTL II Voor normale flitsbelichtingen stelt u deze optie in op [Evaluatief]. Als [Gemiddeld] is ingesteld, wordt het gemiddelde van de gehele gemeten scène berekend voor de flitsbelichting als met een externe functie voor flitslichtmeting. Flitsbelichtingscompensatie kan afhankelijk van de scène noodzakelijk zijn. Dit onderdeel is voor geavanceerde gebruikers. De externe Speedlites instellen Selecteer [Func.inst.
  • Pagina 105: Externe Speedlites

    Speedlites voor op de Macro Lites cameraschoen Canon Speedlites die niet tot de EX-serie behoren Wanneer Speedlites uit de EZ-, E-, EG-, ML- en TL-serie worden ingesteld op de automatische TTL- of A-TTL- flitsopnamemodus, werkt de flitser alleen op volledig vermogen.
  • Pagina 106: Pc-Aansluiting

    Live View-opnamen - waarschuwingen Wanneer u een flitseenheid van een ander merk dan Canon gebruikt voor Live View-opnamen, stelt u in het menu [6 Live view functie inst.] [Stille opname.] in op [Uitschakelen] (pag.113). De flitser werkt niet als deze optie is ingesteld op [Modus 1] of [Modus 2].
  • Pagina 107: Live View-Opnamen Maken

    Live View-opnamen maken U kunt opnamen maken terwijl u een 'real-time' beeld bekijkt op het LCD-scherm van de camera of op het beeldscherm van een pc. Dit wordt het maken van "Live View-opnamen" genoemd. Tijdens het maken van Live View-opnamen, raden we u af een CF- kaart van het type harde schijf (zoals MicroDrive) te gebruiken.
  • Pagina 108: Live View-Opnamen Maken

    Live View-opnamen makenN Tijdens het fotograferen kunt u in plaats van door de zoeker te kijken ook een real-time beeld op het LCD-scherm van de camera bekijken. U kunt geen Live View-opnamen maken in de Basisgebruik-modi. Live View-opnamen - voorbereiding Stel de focusinstellingsknop in op <MF>.
  • Pagina 109: Live View-Beeld Weergeven Op Het Lcd-Scherm

    Live View-opnamen makenN Live View-beeld weergeven op het LCD-scherm Wanneer de camera gereed is om opnamen te maken, drukt u op <0>. Het Live View-beeld wordt in real-time op het LCD-beeldscherm weergegeven met een weergaveoppervlak van ongeveer 100%. Wanneer u de meegeleverde videokabel gebruikt om de camera op een televisie aan te sluiten, kunt u de opnamen op de televisie bekijken.
  • Pagina 110: De Opname Vergroten Voor Handmatig Scherpstellen

    Live View-opnamen makenN De opname vergroten voor handmatig scherpstellen Verplaats het scherpstelkader naar het gedeelte waarop u wilt scherpstellen. Gebruik <9> om het scherpstelkader voor volledige weergave te verplaatsen. Als u <9> volledig indrukt, gaat het scherpstelkader weer terug naar het midden. Druk op de knop <u>.
  • Pagina 111: De Opname Maken

    Live View-opnamen makenN De opname maken Bekijk de compositie. Druk op de knop <u> om de opnamecompositie in volledige weergave te bekijken. Controleer de weergegeven sluitertijd en diafragmawaarde. Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in. De foto wordt gemaakt en het vastgelegde beeld wordt op het LCD- beeldscherm weergegeven.
  • Pagina 112: Het Informatiedisplay

    Live View-opnamen makenN Het informatiedisplay Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt het informatiedisplay vernieuwd. Histogram Live View- (Helderheid/ belichtingssimulatie RGB) (C.Fn IV -7) Scherpstelkader Batterijcontrole Picture Style AE-vergrendeling ISO-waarde Flitser gereed Resterende opnamen Sluitertijd Belichtingsniveau Diafragma Flitsbelichtingscompensatie Wanneer [Rasterweergave] in het menu[6 Live view functie inst.] wordt ingesteld op [Aan], wordt er een raster weergegeven waardoor u eenvoudig de horizontaal of verticaal gemaakte opnamen kunt uitlijnen.
  • Pagina 113: Stille Opnamen Maken

    Als u de flitser gebruikt terwijl [Modus 1] of [Modus 2] is ingesteld, werkt deze instelling hetzelfde als de instelling [Uitschakelen]. Wanneer u een flitseenheid gebruikt van een ander merk dan Canon, stelt u deze optie in op [Uitschakelen] (pag. 106). De flitser werkt niet...
  • Pagina 114: Scherpstellen Met Af

    Live View-opnamen makenN Scherpstellen met AF Als de instelling [8C.Fn III -6] (AF tijdens Live view opname) is ingesteld op [Inschakelen], kunt u scherpstellen met de knop <p>. Stel de focusinstellingsknop in op <f>, de AF-modus op <X> en selecteer het middelste AF-punt. Druk op <0>...
  • Pagina 115: Opnameweergave

    Opnameweergave In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u opnamen kunt weergeven. U leest onder andere hoe u opnamen kunt wissen en hoe u ze kunt weergeven op een tv-scherm. Opnamen gemaakt met een andere camera: De camera kan opnamen die met een andere camera zijn gemaakt, of waarvan de bestandsnaam is gewijzigd, mogelijk niet correct weergeven.
  • Pagina 116: Opnameweergave

    x Opnameweergave Weergave van één opname Geef de opname weer. Druk op de knop <x>. De laatst gemaakte opname of de laatst bekeken opname wordt weergegeven. Selecteer de opname. Als u de opnamen in omgekeerde volgorde wilt weergeven, draait u het instelwiel <5>...
  • Pagina 117: Weergave Met Opname-Informatie

    x Opnameweergave Weergave met opname-informatie Beveiligen Waarde belichtingscompensatie Waarde Mapnummer - Bestandsnummer flitsbelichtingscompensatie CF-kaart Diafragma Histogram Sluitertijd (Helderheid/RGB) Picture Style- Lichtmeetmodus instellingen Opnamemodus ISO-waarde Kleurtemperatuur als <P> is ingesteld Kleurruimte Opnamekwaliteit Datum en tijd Bestandsnummer/ Totaalaantal Originele opname (verificatie) opgeslagen opnamen gegevens opgeslagen Witbalans Witbalanscorrectie...
  • Pagina 118 x Opnameweergave Histogram Het helderheidshistogram toont de verdeling van het belichtingsniveau, de algehele helderheid en de gradatie. Het RGB-histogram is geschikt voor controle van de kleurverzadiging en de kleurgradatie. De histogramweergave kan worden gewisseld via het menu [4 Histogram]. Weergave van de [Helderheid] Voorbeeldhistogrammen Dit histogram toont in grafiekvorm de verdeling van het helderheidsniveau van de opname.
  • Pagina 119: Indexweergave/Opnamesprong

    x Opnameweergave Indexweergave Schakel de indexweergave in. Druk tijdens de opnameweergave op de knop <I>. Er verschijnt een index van vier opnamen. De momenteel geselecteerde opname wordt gemarkeerd met een blauwe rand. Druk nogmaals op de knop <I> als u wilt overschakelen naar een index met negen opnamen.
  • Pagina 120: Vergrote Weergave

    x Opnameweergave u/y Vergrote weergave Vergroot de opname. Druk tijdens de opnameweergave op de knop <u> om de opname te vergroten. U kunt de opname tot 10x vergroten door de knop <u> ingedrukt te houden. Druk op de knop <I> om de Vergroot gebied vergroting te reduceren.
  • Pagina 121: Automatische Weergave

    x Opnameweergave 3 Automatische weergave U kunt de opnamen op de CF-kaart weergeven in een automatische diapresentatie. Elke opname wordt ongeveer 4 seconden weergegeven. Selecteer [Autom. afspelen]. Selecteer [Autom. afspelen] op het tabblad [4] en druk vervolgens op <0>. Het scherm voor automatisch afspelen wordt weergegeven.
  • Pagina 122: Opnamen Op De Tv Bekijken

    x Opnameweergave Opnamen op de tv bekijken Als u de camera op een televisie aansluit met de meegeleverde videokabel, kunt u de opnamen op een televisie bekijken. Schakel de camera en de televisie uit voordat u ze aansluit. Sluit de camera aan op de tv. Open het klepje van de aansluitingen van de camera.
  • Pagina 123: Opnamen Beveiligen

    Opnamen beveiligen Door opnamen te beveiligen voorkomt u dat deze per ongeluk worden gewist. Selecteer [Beveilig beelden]. Selecteer [Beveilig beelden] op het tabblad [3] en druk vervolgens op <0>. Het scherm met beveiligingsinstellingen verschijnt. Beveilig de afbeelding. Pictogram Wisbeveiliging Draai aan het instelwiel <5> om de gewenste opname te kiezen en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 124: Opnamen Wissen

    L Opnamen wissen U kunt opnamen één voor één selecteren en wissen, of in een batch. Beveiligde opnamen (pag. 123) worden niet gewist. Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden hersteld. Wis een opname pas als u zeker weet dat u deze niet meer nodig hebt.
  • Pagina 125: De Instellingen Voor Opnameweergave Wijzigen

    De instellingen voor opnameweergave wijzigen 3 De helderheid van het LCD-scherm instellen U kunt de helderheid van het LCD-scherm aanpassen, zodat het gemakkelijker te lezen is. Selecteer [LCD helderheid]. Selecteer op het tabblad [6] de optie [LCD helderheid] en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 126: Verticale Opnamen Automatisch Roteren

    De instellingen voor opnameweergave wijzigen 3 Verticale opnamen automatisch roteren Verticale opnamen worden automatisch geroteerd, zodat ze ook verticaal op het LCD-scherm van de camera of op de pc worden weergegeven, in plaats van horizontaal. De instelling van deze functie kan worden veranderd. Selecteer [Beeld omkeren].
  • Pagina 127: Sensorreiniging

    Sensorreiniging De voorzijde van de beeldsensor (low-pass-filter) beschikt over een reinigingseenheid die automatisch stof verwijdert. Ook kan stofwisdata aan de opname worden toegevoegd, zodat achtergebleven stofdeeltjes automatisch met Digital Photo Professional (meegeleverde software) kunnen worden verwijderd. Stof vermijden Vervang lenzen op een plaats die zoveel mogelijk stofvrij is. Breng de cameradop aan op de camera wanneer u deze zonder lens bewaart.
  • Pagina 128: Automatische Sensorreiniging

    Automatische sensorreiniging Telkens wanneer u de aan-uitschakelaar op <1/J> of <2> zet, schudt de zelfreinigende sensor automatisch (gedurende ongeveer 1 sec.) het stof op de voorzijde van de sensor. Normaal gesproken is de reinigingseenheid actief zonder dat u daar iets van merkt. U kunt de sensorreiniging echter op ieder gewenst moment activeren of uitschakelen.
  • Pagina 129: Stofwisdata Toevoegen

    Stofwisdata toevoegenN De zelfreinigende sensor zal gewoonlijk het meeste stof dat op opnamen zichtbaar is, verwijderen. Als er echter zichtbaar stof achterblijft, kunt u stofwisdata aan de afbeelding toevoegen om naderhand stofvlekken te verwijderen. Digital Photo Professional (meegeleverde software) gebruikt de stofwisdata om stofvlekken automatisch te verwijderen.
  • Pagina 130 3 Stofwisdata toevoegenN Fotografeer een effen wit object. Vul de zoeker op een afstand van 20 - 30 cm met het effen witte object en neem een foto. De foto wordt in de modus AE- diafragmaprioriteit met een diafragma van f/22 gemaakt. Aangezien de opname niet wordt opgeslagen, kunnen de gegevens nog altijd worden opgehaald, ook al...
  • Pagina 131: Handmatige Sensorreiniging

    Het oppervlak van de beeldsensor is zeer kwetsbaar. Wij raden u aan om fysieke reiniging van de sensor bij een Canon Service Center te laten uitvoeren. Haal de lens van de camera voordat u de sensor gaat reinigen.
  • Pagina 132 3 Handmatige sensorreinigingN Tijdens het reinigen van de sensor moet u geen van de volgende handelingen verrichten. Als de stroom wordt uitgeschakeld, gaat de sluiter dicht en kunnen de sluitergordijnen en de beeldsensor beschadigd raken. • De aan-uitschakelaar op <2> zetten. •...
  • Pagina 133: Rechtstreeks Afdrukken Vanaf De Camera/Digital Print Order Format

    CF-kaart. Zo kunt u meerdere afbeeldingen in één batch afdrukken of de afdruktaak doorgeven aan een photofinisher. De PictBridge-website van Canon De onderstaande website verschaft meer informatie over het gebruik van uw Canon-camera met verschillende printers, bijvoorbeeld welk papiertype u het beste kunt gebruiken. http://canon.com/pictbridge/...
  • Pagina 134: Het Afdrukken Voorbereiden

    Het afdrukken voorbereiden U kunt de procedure voor rechtstreeks afdrukken helemaal uitvoeren via het LCD-scherm van uw camera. De camera op een printer aansluiten Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <2>. Installeer de printer. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie. Sluit de camera op de printer aan.
  • Pagina 135 Het afdrukken voorbereiden Geef de opname weer. PictBridge Druk op de knop <x>. De opname wordt weergegeven en het pictogram <w> dat in de linkerbovenhoek van het scherm verschijnt, geeft aan dat de camera op een printer is aangesloten. Het lampje van de knop <l> zal blauw oplichten.
  • Pagina 136: Afdrukken

    wAfdrukken De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie. Pictogram Aangesloten printer Selecteer de opname die u wilt afdrukken. Controleer of linksbovenin het LCD- scherm het pictogram <w> wordt weergegeven.
  • Pagina 137: Ude Pagina-Indeling Instellen

    Draai aan het instelwiel <5> om de papiersoort te selecteren die in de printer is geplaatst en druk vervolgens op <0>. Als u een Canon-printer gebruikt met Canon-papier, dient u de instructiehandleiding bij de printer te raadplegen om te controleren welke papiersoorten kunnen worden gebruikt.
  • Pagina 138 wAfdrukken Stel de afdrukeffecten in. Stel deze naar wens in. Draai aan het instelwiel <5> om het item rechtsboven in het scherm te selecteren en druk vervolgens op <0>. Als naast <z> het pictogram <e> wordt weergegeven, kunnen de afdrukeffecten ook worden aangepast.
  • Pagina 139 wAfdrukken Stel het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. Stel deze naar wens in. Draai aan het instelwiel <5> om < > te selecteren en druk vervolgens op <0>. Draai aan het instelwiel <5> om de gewenste instelling te selecteren en druk vervolgens op <0>.
  • Pagina 140: Afdrukeffecten Aanpassen

    wAfdrukken e Afdrukeffecten aanpassen Selecteer het afdrukeffect op pagina 138 bij stap 4. Druk op de knop <B> als naast <z> het pictogram <e> wordt weergegeven. Vervolgens kunt u het afdrukeffect aanpassen. De selectie die u bij stap 4 hebt gemaakt, bepaalt wat u kunt aanpassen en wat er wordt weergegeven.
  • Pagina 141: De Opname Bijsnijden

    wAfdrukken De opname bijsnijden U kunt de opname bijsnijden en alleen het bijgesneden gedeelte afdrukken, net alsof de compositie opnieuw is bepaald. Snijd de opname bij vlak voordat u deze afdrukt. Als u eerst het bijsnijden instelt en vervolgens de afdrukinstellingen, is het mogelijk dat u het bijsnijden opnieuw moet instellen.
  • Pagina 142: Printerfouten

    wAfdrukken Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden gedeelte van de opname niet wordt afgedrukt zoals u hebt aangegeven. De afgedrukte foto wordt korreliger naarmate u het bijsnijdkader verkleint. Bij een korrelige opname wordt het bijsnijdkader rood. Kijk op het LCD-scherm van de camera als u de opname bijsnijdt.
  • Pagina 143: Digital Print Order Format (Dpof)

    W Digital Print Order Format (DPOF) Stel het afdruktype in en of de datum en het bestandnummer moeten worden afgedrukt. De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecteerd om te worden afgedrukt. (Deze kunnen niet afzonderlijk worden ingesteld.) De afdrukopties instellen.
  • Pagina 144 W Digital Print Order Format (DPOF) Standaard Er wordt één afbeelding afgedrukt. Er worden meerdere miniatuurafbeeldingen Index afgedrukt per blad. Afdruktype Zowel de standaard- als de indexafdrukken Beide worden gemaakt. Bij [Aan] wordt de datum van de opname op de Datum afdruk weergegeven.
  • Pagina 145 W Digital Print Order Format (DPOF) Een afdruktaak opgeven Sel.Beeld Selecteer een voor een opnamen en voeg ze aan de overdrachtsopdracht toe. Druk op de knop <I> voor een weergave van drie opnamen. Als u wilt terugkeren naar de weergave van een enkele opname, drukt u op de knop <u>.
  • Pagina 146: Rechtstreeks Afdrukken Met Dpof

    W Rechtstreeks afdrukken met DPOF Met een PictBridge-printer kunt u opnamen eenvoudig met DPOF afdrukken. Het afdrukken voorbereiden. Zie pagina 134. Volg stap 1 - 5 bij "De camera op een printer aansluiten". Selecteer [Print opties] op het tabblad [3]. Selecteer [Print].
  • Pagina 147: Opnamen Overbrengen Naar Een Computer

    Opnamen overbrengen naar een computer U kunt met de camera opnamen op de CF-kaart selecteren en deze vervolgens rechtstreeks naar een pc overzetten. Als de met de camera meegeleverde computersoftware (cd-rom EOS DIGITAL Solution Disk) op uw pc is geïnstalleerd, kunt u de opnamen eenvoudig overzetten.
  • Pagina 148: Opnamen Overbrengen Naar Een Computer

    d Opnamen overbrengen naar een computer Voordat u de camera aansluit op de pc, dient u eerst de EOS DIGITAL Solution Disk-software (op de cd-rom die met de camera is meegeleverd) op de pc te installeren. Voorbereiding voor opnameoverdracht Sluit de camera aan op de pc. Schakel de camera uit en gebruik de meegeleverde interfacekabel.
  • Pagina 149 d Opnamen overbrengen naar een computer Opnamen overbrengen naar een computer De opnamen die naar de pc zijn overgezet, worden gerangschikt op opnamedatum en in Windows opgeslagen in de map [My Pictures/ Mijn afbeeldingen] en in Macintosh in de map [Pictures/Afbeeldingen]. Selecteer de gewenste optie en druk vervolgens op de knop <l>.
  • Pagina 150 d Opnamen overbrengen naar een computer 3 Opnamen selecteren die moeten worden overgezet Op het tabblad [3] kunt u met [Opdracht verplaatsen] selecteren welke opnamen naar een pc moeten worden overgezet. Door op de voorgaande pagina [Opdracht verplaatsen beeld.] te selecteren, zet u de geselecteerde opnamen over.
  • Pagina 151: De Camera Aanpassen Aan Uw Voorkeuren

    De camera aanpassen aan uw voorkeuren Met persoonlijke voorkeuzen kunt u de camerafuncties aan uw persoonlijke voorkeuren aanpassen. U kunt de huidige camera-instellingen ook opslaan onder de standen <w>, <x> en <y> van het programmakeuzewiel. De functies die in dit hoofdstuk worden toegelicht, zijn alleen van toepassing op de Creatief gebruik-modi.
  • Pagina 152: Persoonlijke Voorkeuzen Instellen

    Persoonlijke voorkeuzen instellenN Selecteer [8]. Draai aan het instelwiel <6> om het tabblad [8] te selecteren. Selecteer de groep. Draai aan het instelwiel <5> om C.Fn I - IV te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer het nummer van de Nr.
  • Pagina 153: Persoonlijke Voorkeuzen

    3 Persoonlijke voorkeuzen instellenN Persoonlijke voorkeuzen C.Fn I: Belichting Belichtingsniveau verhoging ISO stappen ISO vergroten Bracketing automatisch annuleren Bracketing volgorde Veiligheidsshift Flits synchronisatie snelheid Av mode C.Fn II: Opname Ruisreductie lange sluitertijd Hoge ISO ruisreductie Lichte tonen prioriteit C.Fn III: Auto focus/Drive Objectiefsturing bij AF onmogelijk Lens AF-stopknopfunctie AF punt selectiemethode...
  • Pagina 154: Persoonlijke Voorkeuze-Instellingen

    Persoonlijke voorkeuze-instellingenN De persoonlijke voorkeuzen zijn ondergebracht in vier groepen op basis van functietype: C.Fn I: Belichting, C.Fn II: Opname, C.Fn III: Auto focus/Drive, C.Fn IV: Bediening/Overig. C.Fn I: Belichting C.Fn I -1 Belichtingsniveau verhoging 0: 1/3-stop 1: 1/2-stop Stelt verhogingen in stappen van 1/2 in voor de sluitertijd, het diafragma, de belichtingscompensatie, AEB enzovoort.
  • Pagina 155: Bracketing Automatisch Annuleren

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn I -4 Bracketing automatisch annuleren 0: Aan De AEB- en WB-BKT-instellingen worden geannuleerd als u de aan- uitschakelaar op <2> zet of de camera-instellingen wist. AEB wordt ook geannuleerd als de flitser gereed is voor gebruik. 1: Uit De instellingen voor AEB en WB-BKT worden gehandhaafd, zelfs als de aan-uitschakelaar op <2>...
  • Pagina 156: C.fn Ii: Beeld

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II: Beeld C.Fn II -1 Ruisreductie lange sluitertijd 0: Uit 1: Automatisch Voor een belichtingstijd van 1 sec. of langer wordt ruisreductie automatisch uitgevoerd wanneer ruis wegens lange belichting wordt gedetecteerd. De instelling [Automatisch] is in de meeste gevallen effectief.
  • Pagina 157: Lichte Tonen Prioriteit

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn II -3 Lichte tonen prioriteit 0: Uitschakelen 1: Inschak. Verbetert de details in lichte tonen. Het dynamische bereik wordt uitgebreid van het standaard 18% grijs naar heldere lichte tonen. De overgang tussen grijstinten en lichte tonen wordt geleidelijker. Bij instelling 1 kan iets meer ruis dan normaal optreden in schaduwrijke partijen.
  • Pagina 158: Lens Af-Stopknopfunctie

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn III -2 Lens AF-stopknopfunctie 0: AF-stop 1: AF-start AF werkt alleen als de knop wordt ingedrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt, wordt de AF van de camera uitgeschakeld. 2: AE-vergrendeling AE-vergrendeling wordt toegepast wanneer u de knop indrukt. Dit komt van pas als u wilt meten en scherpstellen op verschillende delen van de opname.
  • Pagina 159: Af-Hulplicht

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn III -3 AF punt selectiemethode 0: Normaal Druk op de knop <S> en gebruik <9> om het AF-punt te selecteren. 1: Subinstelwiel Zonder eerst op de knop <S> te drukken, kunt u de Multifunctionele knop <9> gebruiken om het gewenste AF-punt te selecteren. Wanneer u op de knop <S>...
  • Pagina 160: Af Tijdens Live View Opname

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn III -6 AF tijdens Live view opname 0: Uitschakelen 1: Inschak. U kunt het Live View-beeld tijdens het maken van Live View-opnamen net zo lang als u wilt onderbreken door de knop <p> ingedrukt te houden. C.Fn III -7 Spiegel opklappen Voorkomt het trillen van de camera door de spiegelbeweging, die hinderlijk...
  • Pagina 161: Af-Aan/Ae Vergrendeling Knop

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn IV -2 AF-AAN/AE vergrendeling Knop 0: Uitschakelen 1: Inschak. De functies van de knoppen <p> en <A/y> worden verwisseld. Druk, als 1 is ingesteld, op de knop <p> om de opname-index weer te geven of de beeldweergave te verkleinen. C.Fn IV -3 SETknop functie bij opname U kunt aan <0>...
  • Pagina 162 3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn IV -5 Matglas De camera heeft verwisselbare matglazen. Deze persoonlijke voorkeuze dient te worden ingesteld zodat de belichtingscorrectie overeenkomt met het bijbehorende matglas. 0: Ef-A 1: Ef-D 2: Ef-S Kenmerken van matglas Ef-A: Standaardprecisiemat Standaardmatglas dat met de camera wordt geleverd. Voor een heldere zoeker en eenvoudig handmatig scherpstellen.
  • Pagina 163: Live View Belichtingssimulatie

    3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN C.Fn IV -6 Voeg originele data toe 0: Uit 1: Aan De gegevens die aangeven dat de opnamen origineel zijn, worden automatisch aan de opnamen toegevoegd. Als de opnamegegevens van een opname waaraan verificatiegegevens zijn toegevoegd, worden weergegeven (pag.
  • Pagina 164: My Menu Vastleggen

    My Menu vastleggenN U kunt sneller toegang krijgen tot functies door maximaal zes veelgebruikte menu's en persoonlijke voorkeuzen vast te leggen. Selecteer [My Menu instellingen]. Selecteer op het tabblad [9] de optie [My Menu instellingen] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Registreer].
  • Pagina 165: Gebruikersinstellingen Voor De Camera Vastleggen

    Gebruikersinstellingen voor de camera vastleggenN Onder de standen <w>, <x> en <y> van het programmakeuzewiel kunt u de meeste van de huidige camera-instellingen vastleggen, zoals uw favoriete opnamemodus, menu's, persoonlijke voorkeuzen enzovoort. Selecteer [Cameragebruikersinstelling]. Selecteer [Cameragebruikersinstelling] op het tabblad [7] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Registreren].
  • Pagina 167: Referentie

    Referentie Dit hoofdstuk bevat naslaginformatie over de functies van de camera, systeemaccessoires en andere zaken. Het hoofdstuk bevat achterin een index om het opzoeken te vereenvoudigen.
  • Pagina 168: B Camera-Instellingen Controleren

    B Camera-instellingen controleren Wanneer de camera gereed is om opnamen te maken, drukt u op de knop <B>. Dan worden "Camera-inst." en "Opnamefunc." weergegeven. Als "Opnamefunc." wordt weergegeven, kunt u de ISO-waarde en andere opnamefuncties instellen via het LCD-scherm. Geef "Camera-inst." en "Opnamefunc."...
  • Pagina 169: Opnamefuncties

    B Camera-instellingen controleren Opnamefuncties <A> Belichtingsvergrendeling <D> Flitser gebruiksklaar <d> Flitsbelichtingsvergrendeling Diafragma <e> High-speed flitssynchronisatie Sluitertijd Ingebouwde flitser herstellen (BEZIG) Batterijcontrole ISO-waarde Opnamemodus Flitsbelichtingscompensatie Indicator belichtingsniveau Picture Style Drive mode Opnamekwaliteit Max. opnamen AF mode Witbalans Maximale opnamereeks Lichtmeetmodus Tijd Als u op de knop <m>, <o>, <n>...
  • Pagina 170: Een Gewoon Stopcontact Gebruiken

    Een gewoon stopcontact gebruiken Met de AC-adapterset ACK-E2 (afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u de camera aansluiten op een gewoon stopcontact en hoeft u het batterijniveau niet in de gaten te houden. Sluit de DC-stekker aan. Plaats de stekker van de gelijkstroomkoppeling in de aansluitbus van de AC-adapter.
  • Pagina 171: De Batterij Voor Datum/Tijd Vervangen

    De batterij voor datum/tijd vervangen De datum/tijd-batterij (back-up) onderhoudt de datum en tijd van de camera. De levensduur van de batterij is ongeveer 5 jaar. Als de datum/tijd wordt gereset wanneer de batterij wordt vervangen, vervangt u de back-upbatterij door een nieuwe CR2016-lithiumbatterij, zoals hieronder wordt uitgelegd. De datum/tijd-instelling gaat verloren en u moet de correcte datum en tijd opnieuw instellen.
  • Pagina 172: Functiemogelijkhedentabel

    Functiemogelijkhedentabel o: Automatisch ingesteld k: Door gebruiker in te stellen : Niet selecteerbaar Basisgebruik Creatief gebruik Programmakeuzewiel JPEG RAW + JPEG Automatisch Handmatig Standaard Portret Landschap Neutraal Natuurlijk Monochroom Gebruiker sRGB Adobe RGB Automatische witbalans Vooraf ingestelde witbalans Handmatige witbalans Instelling van kleurtemperatuur Witbalanscorrectie...
  • Pagina 173 Functiemogelijkhedentabel o: Automatisch ingesteld k: Door gebruiker in te stellen : Niet selecteerbaar Basisgebruik Creatief gebruik Programmakeuzewiel Meervlaks Deelmeting Spot Gemiddelde meting met nadruk op midden Programmakeuze Belichtingscompensatie AE-vergrendeling Preview scherptediepte Afzonderlijke opnamen Continu-opnamen, hoge snelheid Continu-opnamen, lage snelheid Zelfontspanner (10 sec.) Zelfontspanner (2 sec.) Automatisch Handmatig...
  • Pagina 174: Handleiding Problemen Oplossen

    Handleiding Problemen oplossen Raadpleeg bij problemen eerst de Handleiding Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center. Voeding De batterij kan niet worden opgeladen met de meegeleverde batterijoplader.
  • Pagina 175 Handleiding Problemen oplossen Opname Er kunnen geen opnamen worden gemaakt of opgeslagen. (pag. De CF-kaart is niet goed geplaatst. Vervang de CF-kaart als die vol is of wis overbodige opnamen om ruimte vrij te maken. pag. 28 en 124 Als u probeert om scherp te stellen in de modus 1-beeld AF terwijl het focusbevestigingslampje <o>...
  • Pagina 176: Opnamen Bekijken En Gebruiken

    Handleiding Problemen oplossen Er kunnen geen Live View-opnamen worden gemaakt. Gebruik bij het maken van Live View-opnamen een CF-kaart (het wordt niet aanbevolen om een CF-kaart te gebruiken die functioneert als een harde schijf, zoals een MicroDrive). Een dergelijke CF-kaart functioneert in een lager temperatuurbereik dan normale CF-kaarten.
  • Pagina 177: Foutcodes

    CF-kaart opnieuw of formatteert u deze. Hiermee is het probleem wellicht verholpen. Als de fout zich blijft voordoen, is er mogelijk een moeilijker op te lossen probleem. Schrijf de foutcode op en neem contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center.
  • Pagina 178: Systeemoverzicht

    Systeemoverzicht Oculairverlengstuk EP-EX15 ST-E2 220EX 430EX 580EX II Macro Ring Lite Macro Twin Lite Rubberframe Eb MR-14EX MT-24EX Dioptrische Standaard- aanpassingslenzen E-serie accessoires Matglas Ef-A Oogschelp Eb Brede draagriem Hoekzoeker C EW-100DGR Matglas Ef-D Ef-S CR2016-lithiumbatterij Batterijoplader Batterij voor datum/tijd CG-580 of CB-5L BP-511A Batterij...
  • Pagina 179 Systeemoverzicht Afstandsbediening Afstandsbediening Draadloze met timer TC-80N3 RS-80N3 afstandsbediening LC-5 EF-S-lenzen EF-lenzen TV/Video Wireless File Videokabel Transmitter VC-100 WFT-E3 USB externe media EOS DIGITAL EOS DIGITAL USB GPS-apparaat Solution Disk Software Instruction Manuals Disk Toegangspunt Interfacekabel draadloos LAN Adapter draadloos LAN IFC-200U Ethernet-poort Interfacekabel IFC-500U...
  • Pagina 180: De Batterijgreep Gebruiken

    De batterijgreep gebruiken Lees de volgende informatie door als u van plan bent de camera te gebruiken met de batterijgreep BG-E2, die oorspronkelijk speciaal is gemaakt voor de EOS 20D en EOS 30D. Ga voor andere instructies dan de hieronder beschreven onderwerpen "Het deksel van het batterijcompartiment openen"...
  • Pagina 181: Specificaties

    Wireless File Transmitter WFT-E3 is bevestigd Grootte beeldsensor: 22,2 x 14,8 mm Compatibele lenzen: Canon EF-lenzen (inclusief EF-S-lenzen) (voor deze lenzen geldt dat bij een analoge camera de brandpuntsafstand met ongeveer 1,6 moet worden vermenigvuldigd) Lensvatting: EF-vatting van Canon • Beeldsensor Type: Grote, ultragevoelige CMOS-sensor uit één stuk met hoge resolutie...
  • Pagina 182 Specificaties Opnamefuncties: Als de WFT-E3 is bevestigd, kunt u als volgt opnamen maken op de CF- kaart en externe USB-media die op de WFT-E3 zijn aangesloten: (1) Standaard (2) Automatisch schakelen tussen opnamemedia (3) Afzonderlijke opnamen volgens opnamekwaliteit (4) Beelden met hetzelfde formaat opnemen Back-ups maken van opnamen: ingeschakeld met WFT-E3 bevestigd •...
  • Pagina 183 Specificaties AF-puntselectie: Automatische selectie, handmatige selectie Weergave van geselecteerd AF-punt: Ingespiegeld in zoeker en aangegeven op het LCD-paneel AF-hulplicht: Kleine serie flitsen door de ingebouwde flitser Effectief bereik: Circa 4,0 m in het midden, ongeveer 3,5 m aan de buitenkant •...
  • Pagina 184 Maximale opnamereeks: JPEG (Groot/Fijn): circa 75, RAW: circa 17 RAW+JPEG (Groot/Fijn): circa 14 * Gebaseerd op de testnormen van Canon met een CF-kaart van 1 GB, continu-opnamen met hoge snelheid, ISO 100 en Picture Style Standaard * Afhankelijk van het onderwerp, het merk van de CF-kaart, de...
  • Pagina 185 Specificaties • LCD-scherm Type: TFT-kleurenmonitor van vloeibare kristallen Monitorformaat: 3,0 inch Pixels: circa 230.000 Dekking: circa 100% Aanpassing helderheid: 7 niveaus Interfacetalen: • Opnameweergave Weergaveformaat: Eén opname, Eén opname en opnamekwaliteit, opname-informatie, histogram, indexweergave met 4 of 9 opnamen, vergrote weergave (ongeveer 1,5x - 10x), opnamerotatie, opnamesprong (met 1, 10 of 100 opnamen of op datum) Overbelichtingswaarschuwing: Beschikbaar (overbelichte gedeelten worden knipperend weergegeven) •...
  • Pagina 186: Gebruiksomgeving

    Specificaties • Voeding Batterij: Een batterij van het type BP-511A, BP-514, BP-511 of BP-512 * Wisselstroom via de AC-adapterset ACK-E2 * Als batterijgreep BG-E2N of BG-E2 is bevestigd, kunnen AA-batterijen worden gebruikt Levensduur batterij: [Aantal opnamen • ongeveer] Opnameomstandigheden Temperatuur Geen flits 50% flits Bij 23 °C...
  • Pagina 187 Specificaties Luchtvochtigheid tijdens gebruik: 85% of lager Afmetingen (B x H x D): 91 x 67 x 31 mm Gewicht: Circa 115 g • Batterijoplader CB-5L Compatibele batterij: Batterij BP-511A, BP-514, BP-511 of BP-512 Netsnoerlengte: Circa 1,8 m Oplaadtijd: BP-511A, BP-514: circa 100 min. BP-511, BP-512: circa 90 min.
  • Pagina 188: Handelsmerken

    EW-73B Lenskoker: LP1116 Alle bovenstaande specificaties zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. De specificaties en het uiterlijk van de camera kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Als er zich een probleem voordoet met een lens van een ander merk die is bevestigd op de camera, dient u contact op te nemen met de fabrikant van de lens.
  • Pagina 189 (AEEA) raadplegen. Ga voor meer informatie over het inzamelen en recyclen van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur naar www.canon-europe.com/environment. (EER: Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg...
  • Pagina 190: Index

    Index Index Cijfers stappen van 1/2 ...... 154 Bestandsgrootte .....57, 117, 181 1-beeld AF ........76 Bestandsnummer ......72 Continu/auto reset/m-reset Beveiligen (wisbeveiliging) ..123 AC-adapterset ......170 Bulb ..........96 A-DEP (automatische scherptediepte AE) ..91 Ruisreductie ......156 Adobe RGB ........74 AEB (reeksopnamen met automatische belichting) ..94 AE-diafragmaprioriteit ....88 w, x, y ......
  • Pagina 191 Index Filtereffect (monochroom) ....64 Kijktijd .......... 125 geel/oranje/rood/groen Kleurruimte ........74 Flitsbelichtingscompensatie ...101, 169 sRGB/Adobe RGB stappen van 1/2 .......154 Kleurtemperatuur ......69 Flitsbelichtingsvergrendeling ..102 Kleurtoon ....... 63, 140 Flitser Kleurverzadiging ....63, 140 2e gordijn sync......103 Klok Datum/tijd Effectief bereik ......100 Externe Speedlite ....104, 105 Flitsbelichtingscompensatie ..101...
  • Pagina 192 Index MF (handmatige scherpstelling) ..80 Flitser uit ........54 Handmatige belichting ....90 Multifunctionele knop ....34, 78 Landschap ........ 50 My Menu ........164 Nachtportret ......53 Portret ........49 Program AE ......84 Nachtportret ........53 Sport ......... 52 Namen van onderdelen ....16 Opnamesprong ......119 Natuurlijk ........62 Originele data (opnameverificatie) ...
  • Pagina 193 Index Roteren (opname) ..120, 126, 141 sepia/blauw/paars/groen Ruisreductie .........156 Transportmodus Enkelbeeld/continu Zelfontspanner ......82 Scherpstellen .......157 Tv (AE-sluiterprioriteit) ....86 AF mode ......76, 169 Tv, bekijken via AF-hulplicht ......79, 159 Videosysteem (NTSC/PAL) .. 39, 122 AF-punt weergeven ..117, 159 AF-puntselectie ..78, 159, 169 Handmatige scherpstelling ..80 Uitschakelen ........
  • Pagina 196 PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland CANON UK LTD CANON DANMARK A/S For technical support, please contact the Canon Help Desk: Knud Højgaards Vej 1, DK-2860 Søborg, Denemarken P.O. Box 431, Wallington, Surrey, SM6 0XU, UK Tlf: 70 15 50 05...

Inhoudsopgave