R RAW-opnamen met de camera verwerken
RAW-beeldverwerkingsopties
Helderheid aanpassen
U kunt de helderheid van de opname aanpassen met maximaal
±1 stop in stappen van 1/3-stop. Het effect van de instelling is
zichtbaar in de weergegeven opname.
Witbalans (pag. 141)
U kunt de witbalans selecteren. Selecteer [P] en draai het aan instelwiel
<6> om de kleurtemperatuur in te stellen op het instellingenscherm.
Het effect van de instelling is zichtbaar in de weergegeven opname.
Beeldstijl (pag. 133)
U kunt de beeldstijl selecteren. Om parameters zoals Scherpte in te
stellen, drukt u op <0> om het instellingenscherm weer te geven.
Draai aan het instelwiel <6> om de beeldstijl te selecteren. Draai aan
het instelwiel <5> om de parameter te selecteren die u wilt aanpassen
en draai vervolgens aan het instelwiel <6> om de gewenste instelling
op te geven. Druk op <0> om terug te keren naar het scherm van stap
3. Het effect van de instelling is zichtbaar in de weergegeven opname.
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 150)
U kunt de optie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid) instellen. Het effect van de instelling is zichtbaar in de
weergegeven opname.
Hoge ISO-ruisreductie (pag. 151)
U kunt ruisreductie instellen voor hoge ISO-snelheden. Het effect van de
instelling is zichtbaar in de weergegeven opname. Indien het moeilijk is om
het effect te zien, drukt u op de knop <u> om het beeld te vergroten. (Druk
normaals op de knop <u> om naar de normale weergave terug te keren.)
3 Beeldkwaliteit (pag. 121)
Stel de opnamekwaliteit in wanneer u de opname converteert naar
JPEG. Om het opnameformaat en de JPEG-kwaliteit in te stellen,
drukt u op <0> om het instellingenscherm weer te geven. Draai
aan het instelwiel <5> om de parameter te selecteren die u wilt
aanpassen en draai vervolgens aan het instelwiel <6> om de
gewenste instelling op te geven. Om de instelling op te slaan en
terug te keren naar het scherm van stap 3, drukt u op <0>.
292