d: AE-programma
Veelgestelde vragen
Het focusbevestigingslampje <o> knippert en het onderwerp
is niet scherp in beeld.
Richt het midden van het AF-kader op een gedeelte met goed contrast
en druk de ontspanknop vervolgens half in (pag. 46). Ga iets achteruit
als u te dicht bij het onderwerp bent en probeer het nogmaals.
Soms knipperen meerdere AF-punten tegelijk.
Deze AF-punten zijn allemaal scherp. Zolang het AF-punt dat op het
gewenste onderwerp is gericht oplicht, kunt u de opname maken.
Het focusbevestigingslampje <o> brandt niet.
In de AI Servo AF-modus geeft dit aan dat de camera voortdurend
scherpstelt op een bewegend onderwerp. (De Indicator AF-status <i>
wordt weergegeven, maar het focusbevestigingslampje <o> gaat niet
branden.)
Let op: de focusvergrendeling (pag. 67) werkt niet in de AI Servo AF-
modus.
Er wordt niet op het onderwerp scherpgesteld als u de
ontspanknop half indrukt.
Wanneer de focusinstellingsknop op het objectief op <MF> (handmatige
scherpstelling) staat, zet u deze op <AF> (automatische scherpstelling).
De sluitertijd- en diafragmaweergave knipperen.
Omdat het te donker is, kan het onderwerp onscherp worden door
beweging van de camera (bewegingsonscherpte). Het gebruik van een
statief of een Canon Speedlite uit de EX-serie (pag. 194) (afzonderlijk
verkrijgbaar) wordt aanbevolen.
De flitser is gebruikt, maar het onderste gedeelte van de
opname is onnatuurlijk donker.
Als er een kap op het objectief is bevestigd, kan deze het flitsbereik
belemmeren. Als het onderwerp dichtbij is, verwijdert u de kap voordat
u een flitsopname maakt.
170