3 Fijnafstelling van het scherpstelpunt bij automatische scherpstelling
Als [Alles even veel] wordt geselecteerd, is aanpassing van de automatische
scherpstelling niet mogelijk voor de groothoekstand en telestand van zoomlenzen.
Maak de aanpassing.
4
Draai aan het instelwiel <5> om de
aanpassing door te voeren. Het
instelbare bereik is ±20 stappen.
Door een instelling in de richting van
"–:
" te kiezen, brengt u het scherpstel-
punt meer naar voren ten opzichte van het
standaard scherpstelpunt.
Door een instelling in de richting van
"+:
" te kiezen, brengt u het
scherpstelpunt meer naar achteren ten
opzichte van het standaard scherpstelpunt.
Druk na het doorvoeren van de
aanpassing op <0>.
Draai aan het instelwiel <5> om
[Alles even veel] te selecteren en
druk vervolgens op <0>. Het menu
wordt weer weergegeven.
Controleer het resultaat van de
5
aanpassing.
Maak een opname en geef deze weer
(pag. 250) om het resultaat van de
aanpassing te controleren.
Wanneer de resulterende opname
wordt scherpgesteld voor het gewenste
punt, maakt u de aanpassing naar de
"+:
"-kant. Wanneer de resulterende
opname wordt scherpgesteld achter
het gewenste punt, maakt u de
aanpassing naar de "–:
Voer de aanpassing indien nodig
nogmaals uit.
"-kant.
105