Wi-Fi- afstand bedienen printer met EOS Utility * Gebruik de nieuwste firmware. De CANON iMAGE GATEWAY-webservices worden niet in alle landen en gebieden ondersteund. Voor informatie over de ondersteunde landen en gebieden raadpleegt u de website van Canon (www.canon.com/cig).
Pagina 3
* Digital Living Network Alliance (7) m Opnamen naar een webservice versturen (pag. 125) Deel opnamen met vrienden en familie of deel opnamen met behulp van een reeks webservices via CANON iMAGE GATEWAY, een online fotoservice voor Canon-gebruikers (gratis registratie is vereist).
Zorg bij het gebruik van draadloze functies voor adequate beveiliging, naar uw eigen inzicht en op uw eigen risico. Canon is niet aansprakelijk voor eventueel verlies of schade als gevolg van onbevoegde toegang of andere schendingen.
In deze handleiding worden ‘draadloos’ en ‘Wireless LAN’ gebruikt als een algemene aanduiding voor Wi-Fi en de draadloze functies van Canon. De term ‘toegangspunt’ verwijst naar Wireless LAN-terminals (toegangspunten voor Wireless LAN, routers voor Wireless LAN, enzovoort) die verbinding met Wireless LAN faciliteren.
De structuur van deze handleiding Deze handleiding bestaat uit de volgende vijf delen: ‘Aan de slag’, ‘Gemakkelijke verbinding’, ‘Geavanceerde verbinding’, ‘Bij verbinding’, ‘Referentie’. Nadat u de verbinding hebt voorbereid in ‘Aan de slag’, volgt u het onderstaande diagram en raadpleegt u de overeenkomstige pagina’s die u nodig hebt. (pag.
Inhoudsopgave Inleiding Wat u met de draadloze functies kunt doen........2 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt..5 De structuur van deze handleiding ........... 6 Aan de slag Stroomdiagram voor de bediening..........12 Voorbereiding en basisbediening Een bijnaam opgeven ..............14 Basisbediening en -instellingen ............17 NFC-functie..................22 Voorbereiding voor smartphones............
Pagina 8
Inhoudsopgave Gemakkelijke verbinding met EOS Utility Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding ......46 Gemakkelijke verbinding met een printer Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding ......52 Geavanceerde verbinding Stroomdiagram voor de Wireless LAN-functie (Geavanceerde verbinding)..................56 Voorbereiding voor webservices ............ 58 Verbinding maken door een netwerk te selecteren Het type toegangspunt controleren ..........
Pagina 9
Inhoudsopgave Bij verbinding Verbinding maken met een smartphone De camera met een smartphone bedienen........90 Opnamen naar een smartphone versturen ........93 Opnamen voor weergave specificeren ...........99 Opnamen naar een andere camera overbrengen Opnamen naar een camera versturen ..........104 De camera op afstand bedienen met EOS Utility EOS Utility gebruiken..............
Pagina 10
Inhoudsopgave Verbindingsinstellingen controleren en bedienen Verbindingsinstellingen controleren, wijzigen of verwijderen ..138 Draadloze communicatie-instellingen wissen....... 141 Scherm Info bekijken..............142 Referentie Problemen oplossen Reageren op foutmeldingen ............146 Problemen oplossen..............159 Opmerkingen over de draadloze functie ........160 Netwerkinstellingen controleren ........... 162 Referentie Het netwerk handmatig instellen ..........
Stroomdiagram voor de bediening In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een bijnaam opgeeft (ten behoeve van identificatie) en hoe de basisbediening van de draadloze functies werkt. Volg de procedures hieronder. Geef een bijnaam op. (pag. 14) Stel een bijnaam in voor de camera. U kunt 1 tot 10 tekens opgeven, bijvoorbeeld uw naam.
Voorbereiding en basisbediening In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een bijnaam opgeeft (ten behoeve van identificatie) die noodzakelijk is voor het gebruik van de draadloze functies en de basisbediening van de camera.
Een bijnaam opgeven Stel eerst een bijnaam voor de camera in (ten behoeve van identificatie). Wanneer de camera draadloos op een ander apparaat is aangesloten, wordt de bijnaam op dat apparaat weergegeven. U kunt pas de draadloze functies instellen als u een bijnaam hebt ingevoerd. Selecteer [Inst.
Pagina 15
Een bijnaam opgeven Voer een bijnaam in. Voor instructies over het invoeren van tekens raadpleegt u de volgende pagina. U kunt 1 tot 10 willekeurige tekens gebruiken. Verlaat de instelling. Wanneer u klaar bent, drukt u op de ...
Een bijnaam opgeven Het virtuele toetsenbord gebruiken Het invoergebied wijzigen Druk op de knop <Q> om tussen het bovenste en onderste invoergebied te wisselen. De cursor verplaatsen Druk op de pijltjestoetsen <Y> <Z> in het bovenste gebied om de cursor te verplaatsen.
Basisbediening en -instellingen De basisbediening voor het gebruik van de draadloze functies van de camera wordt hier beschreven. Volg de procedures hieronder. Selecteer [Inst. draadloze communicatie]. Selecteer op het tabblad [51] de optie [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Wi-Fi/NFC].
Pagina 18
Basisbediening en -instellingen Selecteer de Wi-Fi-functie waarmee u verbinding wilt maken. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> of <Y> en <Z> om een item te selecteren. Als u de verbindingsinstellingen niet hebt vastgelegd, wordt het instelscherm weergegeven. ...
Pagina 19
Basisbediening en -instellingen [Wi-Fi-functie] De volgende Wi-Fi-functies zijn beschikbaar: Beelden tussen camera’s verzenden Verbinden met smartphone Afstandsbediening (EOS Utility) Afdrukken van Wi-Fi-printer Beelden op DLNA-apparaten bekijken Uploaden naar webservice [Beelden n. smartphone verz.] Wanneer de camera op een smartphone is aangesloten, gebruikt u deze functie om opnamen die op de camera zijn opgeslagen, naar de smartphone te verzenden.
Pagina 20
Basisbediening en -instellingen Als opnamen met meervoudige belichting, videosnapshot of time-lapse- movie is ingesteld, kunt u [51: Inst. draadloze communicatie] niet selecteren. Aandachtspunten bij interfacekabelverbindingen Als een Wireless LAN-verbinding actief is, kunt u de camera niet gebruiken door deze te verbinden met Connect Station, een computer, een GPS-ontvanger of een ander apparaat met een kabel.
Basisbediening en -instellingen Status draadloze verbinding De status van de draadloze verbinding wordt weergegeven op het LCD-scherm en het LCD-paneel van de camera. LCD-paneel Verbindingsstatus Wi-Fi-functie Geen verbinding Verbonden Verbindingsfout (Knippert) Wi-Fi-functie LCD-scherm Creatieve modi Basismodi Wi-Fi-functie Sterkte van draadloos signaal Sterkte van Verbindingsstatus Wi-Fi-functie...
NFC-functie Als u een smartphone met NFC-functie of Connect Station gebruikt, kunt u het volgende doen: Houd een smartphone tegen de camera om deze gemakkelijk draadloos met elkaar te verbinden (pag. 29). Tijdens het afspelen van opnamen op de camera kunt u een ...
Pagina 23
NFC-functie Als u draadloze communicatie tot stand brengt met de NFC-functie, raadpleegt u de volgende pagina’s. Draadloos verbinden met een smartphone: pagina 29* Opnamen naar een smartphone versturen: pagina 93 Verbinden met Connect Station: pagina 42 * Raadpleeg pagina’s 24 en 28 wanneer u verbinding maakt met een smartphone.
Voorbereiding voor smartphones Om [q] (Verbinden met smartphone) te gebruiken, hebt u een smartphone met iOS of Android nodig. Daarnaast moet de toepassing Camera Connect (gratis) op de smartphone zijn geïnstalleerd. U kunt Camera Connect downloaden uit de App Store of van ...
Stroomdiagram voor de draadloze functie (Gemakkelijke verbinding) Connect Smartphone Camera EOS Utility Printer Station Een bijnaam opgeven voor de camera (pag. 14) Camera Connect installeren op een EOS Utility installeren Connect Station smartphone op een computer instellen (pag. 24) Een compatibele camera Een compatibele printer instellen (pag.
Gemakkelijke verbinding met een smartphone Als u de camera met een smartphone verbindt, kunt u het volgende doen: • Bekijk opnamen die op de camera zijn opgeslagen, op een smartphone of sla bekeken opnamen op een smartphone op. • Bedien de camera om opnamen te maken of camera- instellingen te wijzigen met behulp van een smartphone.
Verbindingsmethode Als de smartphone NFC ondersteunt: Zie pagina 29. U kunt gemakkelijk verbinding maken via de NFC-functie. Als de smartphone NFC niet ondersteunt: Zie pagina 32. Breng een verbinding tot stand door [Gemakkelijke verbinding] te selecteren. Smartphones die zijn voorzien van het symbool p, bieden ondersteuning voor NFC.
Automatisch verbinding maken via de NFC-functie Gebruik de NFC-functie om verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een smartphone. De procedure voor verbinding via NFC is als volgt. (1) Schakel de camera en de smartphone in. (2) Schakel de NFC-functie in op de camera en de smartphone. (3) Houd de smartphone tegen de camera om de verbinding tot stand te brengen.
Pagina 30
Automatisch verbinding maken via de NFC-functie Maak verbinding met de camera. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het hier links weergegeven scherm op het LCD- scherm van de camera. Wanneer u verbinding maakt met dezelfde smartphone, wordt dit scherm niet De apparaatnaam is opnieuw weergegeven.
Pagina 31
Automatisch verbinding maken via de NFC-functie Zo nodig kunt u ook “Aandachtspunten bij de NFC-functie” (pag. 23) doornemen. Let goed op dat u de smartphone of de camera niet laat vallen wanneer u ze tegen elkaar houdt. Duw de smartphone niet met kracht tegen de camera. Hierdoor kunnen ...
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding De camera en een smartphone kunnen rechtstreeks met elkaar worden verbonden via een draadloze verbinding. Er is geen toegangspunt nodig, zodat u gemakkelijk een draadloze verbinding tot stand kunt brengen. Om de verbinding tot stand te kunnen brengen, moet u een aantal handelingen op de smartphone uitvoeren.
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Handelingen op de smartphone Maak vanuit de smartphone Scherm van smartphone (voorbeeld) verbinding met de camera. Schakel de Wi-Fi-functie van de smartphone in en selecteer de SSID (netwerknaam) die op het LCD- scherm van de camera wordt weergegeven.
Pagina 34
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Start Camera Connect op de smartphone. Wanneer het scherm [Wachten op verbinding] op het LCD-scherm van de camera verschijnt, start u Camera Connect op de smartphone. Selecteer de camera waarmee u verbinding wilt maken op de smartphone.
Pagina 35
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Handelingen op de camera-2 Maak verbinding met de camera. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het hier links weergegeven scherm op het LCD- scherm van de camera. Druk op de knop <B> om het ...
ingebouwde draadloze functies die in 2012 en later op de markt zijn gebracht en beeldoverdracht tussen camera’s ondersteunen. Let op: de camera kan niet met Canon- camcorders worden verbonden, ook niet als deze ingebouwde draadloze functies hebben. De camera kan niet op Canon-camera’s zonder ingebouwde ...
Verbinding maken met een camera Registreer de camera waarmee u draadloos verbinding wilt maken. De camera kan met slechts één andere camera tegelijk worden verbonden. Selecteer [Inst. draadloze communicatie]. Selecteer op het tabblad [51] de optie [Inst. draadloze communicatie] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 39
Verbinding maken met een camera Selecteer de opnamen die u wilt overbrengen. Selecteer opnamen op de verzendende camera (pag. 104). Bedien de camera die de opnamen ontvangt niet. De instellingen voor verbinding met een camera zijn nu geconfigureerd. Voor bedieningen na het instellen van een verbinding raadpleegt u pagina 103.
Gemakkelijke verbinding met Connect Station Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) is een apparaat waarmee u foto’s en movies kunt importeren om ze te bekijken op uw televisie, smartphone, enzovoort of om ze via een netwerk te delen. U kunt foto’s en movies makkelijk op Connect Station opslaan door deze camera tegen Connect Station te houden.
Opnamen opslaan In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een draadloze verbinding tussen de camera en Connect Station (afzonderlijk verkrijgbaar) tot stand kunt brengen. Als u opnamen op een andere manier wilt opslaan, raadpleegt u de instructiehandleiding voor Connect Station. Stel de camera van tevoren in op gebruik van de NFC-functie ...
Pagina 43
Opnamen opslaan Zo nodig kunt u ook “Aandachtspunten bij de NFC-functie” (pag. 23) doornemen. Tijdens het opslaan van beelden kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop helemaal in. Laat de camera niet op Connect Station vallen en duw de camera niet ...
Gemakkelijke verbinding met EOS Utility In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera rechtstreeks met een computer verbindt. Installeer EOS Utility op de computer voordat u een verbinding tot stand brengt. Om verbinding te maken met een Wi-Fi-toegangspunt of ...
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding De camera en een computer kunnen rechtstreeks met elkaar worden verbonden via een draadloze verbinding. Er is geen toegangspunt nodig, zodat u gemakkelijk een draadloze verbinding tot stand kunt brengen. Om een verbinding tot stand te brengen, moet u een aantal ...
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Handelingen op de computer Maak vanuit de computer Scherm van computer (voorbeeld) verbinding met de camera. Selecteer in de draadloze instellingen van de computer de SSID (netwerknaam) die op het LCD- scherm van de camera wordt weergegeven.
Pagina 48
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Klik op [Connect/Verbinden]. Selecteer de camera waarmee u verbinding wilt maken en klik op [Connect/Verbinden]. Handelingen op de camera-2 Selecteer [OK]. Selecteer [OK] en druk op <0>. Het volgende bericht wordt weergegeven. “******” staat voor de laatste zes cijfers van het MAC-adres van de camera waarmee u verbinding maakt.
Pagina 49
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Maak verbinding met de camera. Wanneer de camera de computer detecteert waarop u in stap 8 op [Connect/Verbinden] hebt geklikt, wordt het scherm links weergegeven. Selecteer [OK] en druk op <0>. Het scherm [DWi-Fi aan] verschijnt. Als u wilt terugkeren naar het menu, ...
Gemakkelijke verbinding met een printer In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera rechtstreeks met een printer verbindt. Een verbinding is mogelijk voor draadloze compatibele printers die ondersteuning bieden voor PictBridge (Wireless LAN). Om verbinding te maken met een Wi-Fi-toegangspunt of ...
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding De camera en een printer kunnen rechtstreeks met elkaar worden verbonden via een draadloze verbinding. Er is geen toegangspunt nodig, zodat u gemakkelijk een draadloze verbinding tot stand kunt brengen. Om verbinding tot stand te brengen, moet u een aantal handelingen op de printer uitvoeren.
Pagina 53
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Selecteer [Gemakkelijke verbinding]. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Stel de Wi-Fi-instellingen van de SSID (netwerknaam) printer in om een verbinding tussen de camera en de printer tot stand te kunnen brengen.
Pagina 54
Verbinding maken met Gemakkelijke verbinding Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken. Wanneer er een lijst met gedetecteerde printers wordt weergegeven, selecteert u de gewenste printer en drukt u op <0>. Sommige printers kunnen een pieptoon laten horen. Wanneer er 16 of meer printers ...
Stroomdiagram voor de Wireless LAN-functie (Geavanceerde verbinding) Smartphone EOS Utility Printer Bijnaam vastleggen (pag. 14) Camera Connect EOS Utility installeren op een installeren op een smartphone (pag. 24) computer Elk apparaat verbinden met een Wi-Fi-toegangspunt* De camera verbinden met een Wi-Fi-toegangspunt (pag.
Pagina 57
Mediaspeler Webservice Bijnaam vastleggen (pag. 14) • Registreren bij CANON iMAGE GATEWAY (pag. 58) • Webservices vastleggen op de camera (pag. 59) Elk apparaat verbinden met een Wi-Fi-toegangspunt* De camera verbinden met een Wi-Fi-toegangspunt (pag. 61) Opnamen opslaan en delen Opnamen bekijken (pag.
geregistreerde webservices, kan de werking afwijken van de beschrijving in deze handleiding of is besturing niet mogelijk. Uw registratie als lid vindt u in de Help van de CANON iMAGE GATEWAY-site. Voor webservices die met de draadloze functies van deze camera’s kunnen...
Voorbereiding voor webservices Instellingen voor het gebruik van webservices configureren Start EOS Utility op de computer, meld u aan bij CANON iMAGE GATEWAY en configureer de instellingen op de camera voor toegang tot webservices. Raadpleeg de EOS Utility instructiehandleiding voor meer informatie.
Verbinding maken door een netwerk te selecteren In dit gedeelte wordt voornamelijk uitgelegd hoe u een verbinding tot stand brengt met behulp van een Wi-Fi- toegangspunt. Wanneer u verbinding maakt met een Wi-Fi-toegangspunt, kunt u de volgende voorzieningen benutten: • Verbinding maken met een smartphone •...
Het type toegangspunt controleren Controleer ten eerste of het toegangspunt ondersteuning biedt voor WPS*, waarmee u een gemakkelijke verbinding tussen Wi-Fi-apparaten tot stand kunt brengen. Als u niet weet of het gebruikte toegangspunt WPS-compatibel is, raadpleegt u de instructiehandleiding of andere documentatie die bij het toegangspunt hoort.
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een toegangspunt dat compatibel is met WPS. In de PBC-modus (Push Button Connection) kunt u de camera met het toegangspunt verbinden door eenvoudig op de WPS-knop van het toegangspunt te drukken. Als er meerdere toegangspunten in de buurt actief zijn, kan het ...
Pagina 64
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Selecteer een item. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> of <Y> en <Z> om een item te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer [z] (Blden tussen camera’s verz.) wordt geselecteerd, raadpleegt u “Gemakkelijke verbinding”...
Pagina 65
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Selecteer [WPS (PBC-modus)]. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Maak verbinding met het toegangspunt. Druk op de WPS-knop van het toegangspunt. Voor informatie over waar u de knop vindt en hoe lang u deze moet indrukken, raadpleegt u de instructiehandleiding van het toegangspunt.
Verbinding maken via WPS (PBC-modus) Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. Verbinding maken met een smartphone: Hoofdstuk 8 (pag. 77) De camera op afstand bedienen met EOS Utility: Hoofdstuk 9 (pag.
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een toegangspunt dat compatibel is met WPS. Bij de verbindingsmethode met PIN-code (PIN-modus) wordt er een 8-cijferig identificatienummer dat op de camera is opgegeven, op het toegangspunt ingesteld om verbinding tot stand te brengen. Zelfs als er in de omgeving meerdere toegangspunten actief zijn, ...
Pagina 68
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Selecteer [Selecteer een netwerk]. Deze optie wordt weergegeven wanneer [q], [D] of [l] is geselecteerd in stap 3. Ga naar stap 5 wanneer u [o] of [m] selecteert. Selecteer [OK] en druk op <0> om ...
Pagina 69
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Maak verbinding met het toegangspunt. Selecteer [OK] en druk op <0> om verbinding met het toegangspunt te maken. Wanneer er verbinding met het toegangspunt tot stand is gebracht, wordt het volgende scherm weergegeven. Selecteer [Autom.
Pagina 70
Verbinding maken via WPS (PIN-modus) Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. Verbinding maken met een smartphone: Hoofdstuk 8 (pag. 77) De camera op afstand bedienen met EOS Utility: Hoofdstuk 9 (pag.
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Breng een verbinding tot stand door de SSID (of ESS-ID) van het toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken, te selecteren in een lijst met actieve toegangspunten in de buurt. Het toegangspunt selecteren Selecteer [Inst. draadloze communicatie].
Pagina 72
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Selecteer [Selecteer een netwerk]. Deze optie wordt weergegeven wanneer [q], [D] of [l] is geselecteerd in stap 3. Ga naar stap 5 wanneer u [o] of [m] selecteert. Selecteer [OK] en druk op <0> om ...
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk De encryptiesleutel voor het toegangspunt invoeren Stel de encryptiesleutel (wachtwoord) in die voor het toegangspunt is gespecificeerd. Voor informatie over de gespecificeerde encryptiesleutel raadpleegt u de instructiehandleiding van het toegangspunt. De schermen die in stap 6 t/m 8 hieronder zijn weergegeven, ...
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Het IP-adres instellen Selecteer [Autom. instellen]. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm voor de Wi-Fi- functie weer te geven die u in stap 3 hebt geselecteerd (pag. 75). Als [Autom. instellen] een fout ...
Pagina 75
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Instellingen voor de Wi-Fi-functie opgeven In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de schermen voor de Wi-Fi-functie instelt. Lees de pagina waarop de geselecteerde Wi-Fi-functie wordt beschreven. Verbinding maken met een smartphone: Hoofdstuk 8 (pag.
Handmatig verbinding maken met een gedetecteerd netwerk Scherm Verzenden naar Wanneer [m] wordt geselecteerd in [Wi-Fi-functie], wordt mogelijk een scherm weergegeven om een bestemming te selecteren afhankelijk van het type of de instellingen van de webservice die u selecteert. Het registreren van bestemmingen of het opgeven van instellingen dient op een computer te gebeuren.
Wi-Fi-verbinding met een smartphone In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera met een smartphone kunt verbinden via een Wi-Fi- toegangspunt. De instructies in dit hoofdstuk bouwen voort op hoofdstuk 7. Installeer Camera Connect op de smartphone voordat ...
Verbinding maken met een smartphone Deze instructies bouwen voort op hoofdstuk 7. Om de verbinding tot stand te kunnen brengen, moet u een aantal handelingen op de smartphone uitvoeren. Raadpleeg de instructiehandleiding van de smartphone voor meer informatie. Handelingen op de smartphone Start Camera Connect op de smartphone.
Verbinding maken met een smartphone Handelingen op de camera Maak verbinding met de camera. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het hier links weergegeven scherm op het LCD- scherm van de camera. Druk op de knop <B> om het aantal ...
Wi-Fi-verbinding met EOS Utility In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera met een computer kunt verbinden via een Wi-Fi-toegangspunt. De instructies in dit hoofdstuk bouwen voort op hoofdstuk 7. Installeer EOS Utility op de computer voordat u een ...
Verbinding maken met EOS Utility Deze instructies bouwen voort op hoofdstuk 7. Om een verbinding tot stand te brengen, moet u een aantal handelingen op de computer uitvoeren. Raadpleeg de instructiehandleiding van de computer voor meer informatie. De configuratieprocedure is als volgt, met Windows 8.1 hier als ...
Pagina 83
Verbinding maken met EOS Utility Klik op [Connect/Verbinden] op de computer. Selecteer de camera waarmee u verbinding wilt maken en klik op [Connect/Verbinden]. Als er meerdere camera’s worden weergegeven, identificeert u de camera waarmee u verbinding wilt maken op basis van het MAC-adres dat op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven.
Wi-Fi-verbinding met een printer In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera met een printer kunt verbinden via een Wi-Fi-toegangspunt. De instructies in dit hoofdstuk bouwen voort op hoofdstuk 7. Een verbinding is mogelijk voor draadloze compatibele printers die ondersteuning bieden voor PictBridge (Wireless LAN).
Verbinding maken met een printer Deze instructies bouwen voort op hoofdstuk 7. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken. Wanneer er een lijst met gedetecteerde printers wordt weergegeven, selecteert u de gewenste printer en drukt u op <0>. Sommige printers kunnen een pieptoon laten horen.
Pagina 88
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera kunt gebruiken nadat een verbinding tot stand is gebracht. Raadpleeg desgewenst de volgende pagina’s. Verbinding maken met een smartphone De camera met een smartphone bedienen ......pag. 90 Opnamen naar een smartphone versturen......pag. 93 Opnamen voor weergave specificeren ........pag.
Verbinding maken met een smartphone Als u de camera met een smartphone verbindt, kunt u het volgende doen: • Bekijk opnamen die op de camera zijn opgeslagen, op een smartphone of sla bekeken opnamen op een smartphone • Bedien de camera om opnamen te maken of camera- instellingen te wijzigen met behulp van een smartphone.
De camera met een smartphone bedienen Met een smartphone waarop Camera Connect is geïnstalleerd, kunt u opnamen bekijken die op de camera zijn opgeslagen en de camera op afstand bedienen om foto’s te maken. Het hoofdvenster van Camera Connect Hier volgt een beschrijving van de belangrijkste functies van Camera Connect.
De camera met een smartphone bedienen De verbinding verbreken U kunt de verbinding op een van de volgende manieren verbreken. Tik op het Camera Connect- scherm van de smartphone op [t]. Selecteer op het scherm [qWi-Fi aan] van de camera de optie [Verbr., afs.].
Pagina 92
De camera met een smartphone bedienen Als de draadloze verbinding wordt verbroken terwijl een movie wordt opgenomen met opnamen maken op afstand, reageert de camera als volgt: • Als de schakelaar voor Live View-opnamen/movie-opnamen is ingesteld op <k>, kunt u gewoon doorgaan met filmen. •...
Opnamen naar een smartphone versturen Bedien de camera om opnamen naar een smartphone te verzenden. De volgende drie verzendmethoden zijn beschikbaar: (1) Maak tijdens het afspelen van een opname verbinding met een smartphone met behulp van de NFC-functie (pag. 93). (2) Selecteer tijdens een draadloze verbinding de optie [Beelden n.
Pagina 94
Opnamen naar een smartphone versturen Houd een smartphone tegen de camera. Houd het symbool p op de smartphone tegen hetzelfde symbool op de camera. Wanneer op het LCD-scherm van de camera het bericht verschijnt dat een verbinding tot stand is gebracht, kunt u de smartphone weg van de camera bewegen.
Pagina 95
Opnamen naar een smartphone versturen (3) Snel instellen tijdens weergave Verzend opnamen vanuit het scherm Snel instellen tijdens het afspelen terwijl de camera draadloos is aangesloten op een smartphone. Sluit de camera draadloos aan op een smartphone. Speel de opname af en druk op de knop <Q>.
Opnamen naar een smartphone versturen Afzonderlijke opnamen overbrengen U kunt opnamen afzonderlijk selecteren en verzenden. Selecteer een opname die u wilt verzenden. Draai aan het instelwiel <5> om de gewenste opname te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <I> drukt, kunt ...
Pagina 97
Opnamen naar een smartphone versturen Selecteer de opnamen die u wilt overbrengen. Draai aan het instelwiel <5> om de gewenste opname te selecteren en voeg <X> toe. Druk op <0> om [X] toe te voegen of te verwijderen. Druk op de knop <I> om ...
Opnamen naar een smartphone versturen Beeldoverdracht beëindigen Om de beeldoverdracht te beëindigen, drukt u op de knop <M> op het scherm voor beeldoverdracht. Als u een verbinding met de NFC- functie tot stand hebt gebracht tijdens het afspelen van een opname, wordt het scherm voor het verbreken van de verbinding weergegeven.
Opnamen voor weergave specificeren U kunt op de camera instellen welke opnamen er op de smartphone worden weergegeven. Opnamen kunnen zowel tijdens de verbindingsinstelling als na beëindiging van de verbinding worden gespecificeerd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie].
Pagina 100
Opnamen voor weergave specificeren Selecteer een item. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm weer te geven. [Alle beelden] Alle opnamen op de geheugenkaart kunnen worden weergegeven. [Beelden v. afgelopen dagen] Geef op basis van de datum aan welke opnamen kunnen worden weergegeven.
Pagina 101
Opnamen voor weergave specificeren [Bestandsnummerreeks] (Select. reeks) Selecteer de eerste en laatste weer te geven opname van de reeks opnamen die op bestandsnummer zijn gesorteerd. 1 Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z> om de eerste opname te selecteren die moet worden weergegeven.
Opnamen naar een andere camera overbrengen Opnamen op deze camera kunnen naar andere Canon- camera’s worden overgebracht met de ingebouwde draadloze functies. Opnamen kunnen alleen worden overgebracht als ze de JPEG- bestandsindeling hebben. Bij movies treedt er mogelijk een verzendfout op of de ...
Opnamen naar een camera versturen Afzonderlijke opnamen overbrengen U kunt opnamen afzonderlijk selecteren en verzenden. Selecteer een opname die u wilt verzenden. Draai aan het instelwiel <5> om de gewenste opname te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <I> drukt, ...
Pagina 105
Opnamen naar een camera versturen Geselecteerde opnamen overbrengen U kunt meerdere opnamen tegelijk selecteren en verzenden. Druk op <0>. Selecteer [Gesel. verz.]. Als u het formaat voor de te verzenden opnamen wilt kiezen, selecteert u [Beeldf. wijz.] en drukt u op <0>.
Pagina 106
Opnamen naar een camera versturen Selecteer [Verzend.]. De geselecteerde opnamen worden verzonden. Wanneer de overdracht is voltooid, wordt het scherm van stap 1 weer weergegeven. Als u daarna nog meer opnamen wilt verzenden, herhaalt u stap 1 t/m 5. Verbreek de verbinding.
De camera op afstand bedienen met EOS Utility Met EOS Utility en een draadloos netwerk kunt u de camera op afstand bedienen. Behalve dat u zo op afstand opnamen kunt maken, zijn er nog diverse andere camerafuncties beschikbaar wanneer draadloze communicatie wordt gebruikt in plaats van een interfacekabel.
EOS Utility gebruiken Raadpleeg de EOS Utility instructiehandleiding voor informatie over het gebruik van EOS Utility. Naast het maken van opnamen op afstand zijn er nog diverse andere camerafuncties beschikbaar. Raadpleeg de Camera-instructiehandleiding om te weten te komen hoe u de EOS Utility instructiehandleiding kunt verkrijgen.
EOS Utility gebruiken De verbinding verbreken Selecteer op het scherm [DWi-Fi aan] de optie [Verbr., afs.]. Als het scherm [DWi-Fi aan] niet wordt weergegeven, selecteert u het tabblad [51] 9 [Inst. draadloze communicatie] 9 [Wi-Fi-functie]. Selecteer [Verbr., afs.] en selecteer ...
Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer U kunt opnamen afdrukken door de camera draadloos te verbinden met een printer die ondersteuning biedt voor PictBridge (Wireless LAN).
Printen Afzonderlijke opnamen printen U kunt opnamen afzonderlijk selecteren en printen. Selecteer een opname die u wilt printen. Draai aan het instelwiel <5> om de gewenste opname te selecteren en druk vervolgens op <0>. Wanneer u op de knop <I> drukt, kunt ...
Printen Opties opgeven bij printen U kunt bij het printen de gewenste opties opgeven. Druk op <0>. Selecteer [Printopties]. Het scherm [Printopties] wordt weergegeven. Stel de gewenste printopties in. Raadpleeg voor meer informatie over de instellingsprocedure het gedeelte “Digital Print Order Format (DPOF)”...
Pagina 114
Printen Verbreek de verbinding. Druk op de knop <M> om terug te keren naar het scherm van stap 1. Druk nogmaals op de knop <M>, om het bevestigingsvenster weer te geven. Selecteer [OK] en druk vervolgens op <0> om de verbinding te verbreken.
Afdrukinstellingen Geef desgewenst instellingen op voor het afdrukken. De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie. Scherm met printinstellingen Hiermee stelt u de afdrukeffecten in (pag. 117). Hiermee schakelt u het afdrukken van datum of bestandsnummer in of uit (pag.
Afdrukinstellingen Q Het papierformaat instellen Selecteer het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst en druk vervolgens op <0>. Het scherm met papier type wordt weergegeven. Y De papier type instellen Selecteer het type papier dat in de ...
Afdrukinstellingen De afdrukeffecten instellen (Beeld optimaliseren) De schermweergave kan per printer verschillen. Selecteer de optie en druk vervolgens op <0>. Selecteer het gewenste afdrukeffect en druk vervolgens op <0>. Afdrukeffect Omschrijving Printen met de standaardkleuren van de printer. De Exif- EAan gegevens van de opname worden gebruikt voor het maken van automatische correcties.
Afdrukinstellingen Het afdrukken van de datum en het bestandsnummer instellen Selecteer [ ] en druk vervolgens op <0>. Stel de printinstellingen naar wens in en druk vervolgens op <0>. Het aantal exemplaren instellen Selecteer [ ] en druk vervolgens ...
Afdrukinstellingen De opname bijsnijden U kunt de opname bijsnijden en alleen een vergrote versie van het bijgesneden gedeelte printen, net alsof de compositie opnieuw is bepaald. Stel het bijsnijden in vlak voordat u de opname print. Als u de printinstellingen wijzigt nadat u het bijsnijden hebt ingesteld, moet u het bijsnijden wellicht opnieuw instellen voordat u kunt printen.
Pagina 120
Afdrukinstellingen Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat het bijgesneden gedeelte van de opname niet wordt geprint zoals u hebt opgegeven. De geprinte foto wordt korreliger naarmate u het bijsnijdkader verkleint. Kijk op het LCD-scherm van de camera tijdens het bijsnijden van de ...
Opnamen bekijken met een mediaspeler Opnamen op een geheugenkaart in de camera kunnen via een Wi-Fi-toegangspunt op een televisie worden bekeken. Deze functie vereist een televisie, spelcomputer, smartphone of een andere mediaspeler die compatibel is met DLNA*. In deze handleiding wordt de term “mediaspeler”...
Er kan een ander pictogram worden weergegeven. Dit is afhankelijk van de mediaspeler. Zoek in dat geval naar het pictogram met de naam Canon EOS **. Selecteer het pictogram Canon EOS ** < Canon EOS **>.
Pagina 123
Pictogrammen met labels zoals “1-100” bevatten opnamen die zijn gegroepeerd op bestandsnummer in de geselecteerde map (***CANON). Datuminformatie die voor opnamen wordt weergegeven, is gebaseerd op de informatie die aan de opnamen is toegevoegd.
Opnamen naar een webservice versturen U kunt opnamen met uw familie en vrienden delen door deze vanaf de camera naar een op de camera geregistreerde webservice te sturen of door koppelingen van de online albums te versturen. Afzonderlijke opnamen overbrengen U kunt opnamen afzonderlijk selecteren en verzenden.
Pagina 127
Opnamen naar een webservice versturen Wanneer het scherm met de [Gebruiksvoorwaarden] wordt weergegeven, leest u het bericht zorgvuldig en selecteert u [Akkoord]. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> om omhoog en omlaag te bladeren door het scherm. Geselecteerde opnamen overbrengen U kunt meerdere opnamen tegelijk selecteren en verzenden.
Pagina 128
Opnamen naar een webservice versturen Selecteer [Beeldf. wijz.]. Stel deze in als dit nodig is. Wanneer YouTube als bestemming is geselecteerd, wordt [Beeldf. wijz.] niet weergegeven. Selecteer op het weergegeven scherm een beeldformaat en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Verzend.].
Pagina 129
Foto’s van andere modellen worden zonder aanpassing van het formaat verzonden. Wanneer u CANON iMAGE GATEWAY op een computer of een ander apparaat opent, kunt u de uploadgeschiedenis bekijken van de webservices waarnaar de opnamen zijn verzonden.
Opnieuw verbinding maken en instellingen toevoegen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de camera opnieuw verbindt met het apparaat waarvoor u een verbinding tot stand hebt gebracht en hoe u meerdere verbindingsinstellingen kunt vastleggen.
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een Wi-Fi-functie waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer de Wi-Fi-functie waarmee u verbinding wilt maken. Druk op de pijltjestoetsen <W> ...
Pagina 133
Opnieuw verbinding maken Bedien het doelapparaat. q Smartphone Activeer de Wi-Fi-functie op de smartphone en start Camera Connect. Als de bestemmingsinstelling van de smartphone is gewijzigd, herstelt u deze om verbinding te kunnen maken met de camera of hetzelfde toegangspunt als de camera. z Verbinden met een andere camera Voer de verbindingsprocedure ook op de doelcamera uit.
Opnieuw verbinding maken Verbinding maken vanuit het scherm Snel instellen U kunt het scherm Snel instellen gebruiken om opnieuw verbinding te maken met Wi-Fi-functies waarvoor de bestemmingsinstellingen zijn vastgelegd. Er zijn twee functies beschikbaar voor opnieuw verbinden vanaf Snel instellen: [q] (Verbinden met smartphone) en [D] (Afstandsbediening (EOS Utility)).
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie verbindingsinstellingen voor elke Wi-Fi-functie vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Selecteer de Wi-Fi-functie waarmee u verbinding wilt maken. Druk op de pijltjestoetsen <W> en <X> ...
Verbindingsinstellingen controleren en bedienen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de verbindingsinstellingen kunt controleren of wijzigen, hoe u de instellingen kunt verwijderen, hoe u de instellingen voor de draadloze functie kunt wissen enzovoort.
Verbindingsinstellingen controleren, wijzigen of verwijderen Instellingen die op de camera zijn opgeslagen, kunt u controleren, wijzigen en verwijderen. Als u instellingen wilt wijzigen of verwijderen, verbreekt u eerst de verbinding. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie].
Pagina 139
Verbindingsinstellingen controleren, wijzigen of verwijderen Controleer of wijzig de instellingen. Selecteer een item en druk op <0>. Controleer of wijzig vervolgens de instellingen die op het scherm verschijnen. [Wijzig inst.] Wijzig de instellingen. Wanneer u [Wijzig inst.] selecteert, wordt er een scherm weergegeven waarin u verbindingsinstellingen kunt configureren.
Verbindingsinstellingen controleren, wijzigen of verwijderen Instellingen verwijderen Selecteer [Verwijder instellingen] in stap 3 op pagina 138 om verbindingsinstellingen te verwijderen die op de camera zijn opgeslagen. Selecteer [Verwijder instellingen]. Selecteer de instellingen die u wilt verwijderen. Selecteer [OK] in het ...
Draadloze communicatie-instellingen wissen Alle draadloze communicatie-instellingen kunnen worden gewist. Door de draadloze communicatie-instellingen te wissen, kunt u voorkomen dat anderen ermee aan de haal gaan wanneer u de camera uitleent. Selecteer [Wis instellingen]. Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen], selecteer [Wis instellingen] en druk op <0>.
Scherm Info bekijken Op het scherm [Info bekijken] kunt u de inhoud van de foutmelding en het MAC-adres controleren. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel [Wi-Fi/NFC] in op [Inschakelen] en selecteer vervolgens [Wi-Fi-functie]. Druk op de knop <B>. Het scherm [Info bekijken] wordt weergegeven.
Reageren op foutmeldingen Wanneer zich een verbindingsfout voordoet, kunt u op een van de volgende manieren meer informatie over de fout weergeven. Verhelp vervolgens de oorzaak van de fout aan de hand van de voorbeelden in dit hoofdstuk. Druk op het scherm [Info bekijken] op <0> (pag. 142). ...
Pagina 147
Reageren op foutmeldingen 11: Verb.doel niet gevonden Controleer in het geval van [q] of Camera Connect wordt uitgevoerd. Maak verbinding met behulp van Camera Connect (pag. 34 en 78). Kijk in het geval van [l] of de printer is ingeschakeld. ...
Pagina 148
Reageren op foutmeldingen 21: Geen adres toegewezen door DHCP server Controleren op de camera Het IP-adres op de camera is ingesteld op [Autom. instellen]. Is dit de juiste instelling? Als u geen DHCP-server gebruikt, stelt u het IP-adres op de ...
Pagina 149
Reageren op foutmeldingen 22: Geen respons van DNS server Controleren op de camera Komt het IP-adres van de DNS-server op de camera overeen met het werkelijke IP-adres van de DNS-server? Stel het IP-adres in op [Handm. Instellen]. Stel vervolgens op de ...
Pagina 150
Reageren op foutmeldingen 23: Device met zelfde IP-adres bestaat op gesel. netwerk Controleren op de camera Gebruikt een ander apparaat in het cameranetwerk hetzelfde IP-adres als de camera? Wijzig het IP-adres van de camera om te voorkomen dat twee ...
Pagina 151
Reageren op foutmeldingen 61: Geselect. SSID wireless LAN network niet gevonden Zijn er obstakels tussen de camera en de antenne van het toegangspunt? Verplaats de antenne van het toegangspunt zo dat deze duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt (pag. 160). Controleren op de camera Zijn de SSID-instelling van de camera en die van het ...
Reageren op foutmeldingen 63: Wireless LAN-verificatiefout Zijn de camera en het toegangspunt zo ingesteld dat ze dezelfde verificatiemethode gebruiken? De camera ondersteunt de volgende verificatiemethoden: [Open systeem], [Shared key] en [WPA/WPA2-PSK] (pag. 62). Zijn de camera en het toegangspunt zo ingesteld dat ze ...
Reageren op foutmeldingen 65: Wireless LAN-verbinding verbroken Zijn er obstakels tussen de camera en de antenne van het toegangspunt? Verplaats de antenne van het toegangspunt zo dat deze duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt (pag. 160). De draadloze verbinding is om een of andere reden verbroken ...
Pagina 154
Reageren op foutmeldingen 68: Kan niet verbinden met wireless LAN-terminal. Start opnieuw. Hebt u de WPS-knop (Wi-Fi Protected Setup) op het toegangspunt lang genoeg ingedrukt? Houd de WPS-knop zo lang ingedrukt als in de instructiehandleiding van het toegangspunt staat beschreven. Probeert u verbinding te maken in de buurt van het toegangspunt? ...
Reageren op foutmeldingen 102: Kon geen bestanden verzenden Heeft de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden genoeg ruimte? Controleer de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden. Vervang de kaart of zorg ervoor dat er genoeg ruimte beschikbaar is.
Reageren op foutmeldingen 105: Kon geen bestanden ontvangen. Kaart schrijfbeveiligd Is de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden vergrendeld? Controleer de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden. Maak de vergrendeling ongedaan. Probeer vervolgens de gegevens opnieuw te verzenden.
Controleer de verbindingsstatus van het netwerk. 126: Kon geen verbinding maken met server Er wordt onderhoud gepleegd aan CANON iMAGE GATEWAY of de belasting is tijdelijk geconcentreerd. Probeer later opnieuw verbinding te maken met de webservice. ...
Pagina 158
Reageren op foutmeldingen 127: Er is een fout opgetreden Tijdens het verbinden met de webservice heeft zich een ander probleem voorgedaan dan foutmelding 121 t/m 126. Probeer opnieuw verbinding te maken met de webservice. 141: Printer is bezig. Probeer opnieuw verbinding te maken.
Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center. Kan geen gebruikmaken van een apparaat dat via een interfacekabel is aangesloten.
Opmerkingen over de draadloze functie Als de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of andere problemen optreden bij het gebruik van de draadloze functies, kunt u de volgende suggesties voor oplossingen proberen. Installatielocatie van het toegangspunt en de antenne Bij gebruik binnenshuis installeert u het apparaat in de ruimte waar ...
Opmerkingen over de draadloze functie Beveiliging Als de beveiligingsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen de volgende problemen optreden. Bekijken van de overdracht Derden met slechte bedoelingen kunnen Wireless LAN- overdrachten opsporen en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt.
Netwerkinstellingen controleren Windows Open de [Opdrachtprompt] van Windows, typ ipconfig/all en druk op de <Enter>-toets. Het IP-adres dat aan de computer is toegewezen wordt samen met het subnetmasker, de gateway en de DNS-serverinformatie weergegeven. Mac OS Open in Mac OS X de toepassing [Terminal], typ ifconfig -a en druk op <Return>.
Het netwerk handmatig instellen U kunt de netwerkinstellingen voor de Camera access point modus handmatig instellen. Stel [SSID], [Kanaal instelling] en [Encryptie instellingen] in op de schermen die worden weergegeven. Selecteer [Handmatige verbinding]. Selecteer [OK] en druk op <0> om ...
Pagina 165
Het netwerk handmatig instellen Selecteer de gewenste encryptie- instelling. Voor encryptie selecteert u [AES]. Selecteer [OK] en druk op <0>. Wanneer [AES] is geselecteerd, wordt het virtuele toetsenbord (pag. 16) weergegeven. Voer een willekeurige encryptiesleutel van acht tekens in en druk op de knop <M>...
Het IP-adres handmatig instellen Stel de IP-adresinstellingen handmatig in. De weergegeven items kunnen variëren. Dit is afhankelijk van de Wi-Fi-functie. Selecteer [Handm. Instellen]. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Selecteer het item dat u wilt instellen.
Pagina 167
Het IP-adres handmatig instellen Selecteer [OK]. Wanneer u alle nodige items hebt ingesteld, selecteert u [OK] en drukt u op <0>. Het instellingenscherm voor de Wi-Fi-functie wordt weergegeven. Indien u niet zeker weet wat u moet invoeren, raadpleegt u de pagina “Netwerkinstellingen controleren”...
Opnamen bekijken met Opnamen kunnen worden bekeken met een mediaspeler een mediaspeler: die compatibel is met DLNA. Opnamen versturen Opnamen op de camera en koppelingen naar opnamen naar een webservice: kunnen worden verzonden naar geregistreerde webservices. Alle bovenstaande gegevens zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. ...
Het gebruik van Wireless LAN is in bepaalde landen en regio’s aan restricties gebonden en illegaal gebruik kan volgens landelijke of lokale wetgeving strafbaar zijn. Kijk op de website van Canon waar het gebruik van Wireless LAN is toegestaan, zodat u de regelgeving hieromtrent niet overtreedt.
Canon Inc. verklaart hierbij dat deze DS126591 voldoet aan de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC. Neem contact op met het onderstaande adres voor de originele conformiteitsverklaring: CANON EUROPA N.V. Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, Nederland CANON INC.
Camera access point modus ..76 Opmerkingen........ 160 Camera Connect.......24, 90 Opnamen naar een andere camera overbrengen ......37, 103 CANON iMAGE GATEWAY ....58 Opnamen overbrengen .. 93, 104, 126 Connect Station.......41 Opnamen voor weergave ....99 Opnamen weergeven ..... 90, 121 DLNA ..........121...
Pagina 172
Index Verbinding maken met een smartphone......27, 77, 89 Verbindingsmethode met PIN-code.........67 Verborgen modus ......62 Wi-Fi-printer ......51, 85, 111 WPS (Wi-Fi Protected Setup) ..62 PBC-modus ........63 PIN-modus .........67...