Als u zowel RAW als JPEG selecteert, wordt de opname in zowel RAW-
als in JPEG-indeling tegelijkertijd op de kaart vastgelegd met de
geselecteerde opnamekwaliteit. De twee opnamen worden opgeslagen
met hetzelfde bestandsnummer (bestandsextensie .JPG voor .JPEG en
.CR2 voor RAW).
Overeenkomstig het geselecteerde beeldformaat wordt het pictogram
<p> of <1> rechts in de zoeker weergegeven.
De pictogrammen voor het beeldformaat geven het volgende aan:
1 (RAW), 41 (Middelgroot RAW), 61 (Klein RAW), JPEG, 3
(Groot), H (Middelgroot 1), 5 (Middelgroot 2), 6 (Klein).
RAW
RAW-opname is de uitvoer van onbewerkte gegevens die afkomstig
zijn van de beeldsensor en zijn omgezet in digitale gegevens. De
opnamegegevens worden ongewijzigd op de kaart opgeslagen en u
kunt de volgende kwaliteitsinstelling kiezen: 1, 41 of 61.
Een 1-opname kan worden verwerkt met [32: RAW-
beeldverwerking] (pag. 290) en opgeslagen als een JPEG-bestand.
(41- en 61-opnamen kunnen niet met de camera worden
verwerkt.) De RAW-opname zelf blijft ongewijzigd, maar u kunt de
RAW-opname verwerken op basis van verschillende verwerkingsopties
om hiermee elk gewenst aantal JPEG-afbeeldingen te maken.
Met Digital Photo Professional (meegeleverde software, pag. 410)
kunt u alle RAW-opnamen op verschillende manieren aanpassen en
er onder andere JPEG-, TIFF-opnamen mee genereren, waarin die
aanpassingen zijn opgenomen.
RAW-opnamen kunnen mogelijk in software van derden niet worden
weergegeven. We raden u aan om de meegeleverde software te gebruiken.
De opnamekwaliteit instellen
125