Waarschuwing
Omdat airbags zich met grote
kracht en in een oogwenk opblazen,
kan iedereen die zich in de directe
omgeving ervan bevindt levensge-
vaarlijk letsel oplopen. Ga niet
onnodig dicht bij een airbag zitten
door op de rand van de stoel plaats
te nemen of voorover te buigen.
Veiligheidsgordels helpen u op uw
plaats te houden vóór en tijdens
een ongeval. Draag altijd een veilig-
heidsgordel, zelfs met airbags. De
bestuurder moet zo ver mogelijk
naar achteren zitten als de correcte
bediening van de auto toelaat. De
veiligheidsgordels en de frontair-
bags voorin werken het best,
wanneer u zo goed mogelijk tegen
de rugleuning en rechtop zit met
beide voeten op de vloer.
Waarschuwing
(Vervolg)
Inzittenden in auto's met een
frontairbag midden mogen niet op
of tegen de middelste armsteun
voor of middenconsole leunen of
slapen.
Inzittenden mogen niet tegen het
portier of de zijruiten leunen of
rusten op zitplaatsen met zijairbags
in de stoelen en/of gordijnairbags.
Waarschuwing
Kinderen die tegen of heel dicht bij
een airbag zitten die afgaat, kunnen
zwaar of dodelijk letsel oplopen. Zet
kinderen altijd goed vast in de auto.
Zie Oudere kinderen 0 102 of Baby's
en kleine kinderen 0 104 om te lezen
hoe dat moet.
STOELEN EN VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Er zit een lampje Airbag gereed met
een airbagsymbool in de instrumen-
tengroep.
Het systeem controleert het elektrisch
gedeelte van de airbags op storingen.
De lamp wijst u op elektrische
storingen. Zie Lampje airbag ingescha-
keld 0 152.
91