278
RIJDEN EN BEDIENEN
De aanhanger moet zijn uitgerust
met remmen die zijn afgestemd op
het beoogd gebruik. Een beladen
aanhanger met een gewicht van
meer dan 900 kg (2000 lb) moet
zijn voorzien van een eigen
remsysteem dat op alle assen
werkt. Aanbevolen wordt om een
aanhangerrem te gebruiken die
beantwoordt aan de norm
CAN3-D313 van de Canadian
Standards Association (CSA), of
een vergelijkbare norm.
Trek geen aanhanger tijdens de
eerste 800 km (500 mijl) van de
auto, om schade aan de motor,
assen of andere onderdelen te
voorkomen.
Rij vervolgens gedurende de eerste
800 km (500 mijl) dat een
aanhanger wordt getrokken, niet
sneller dan 80 km/h (50 mph) en
rij niet weg met volgas.
Auto's kunnen in stand D (Drive)
trekken. Schakel de transmissie
naar een lagere versnelling
wanneer de transmissie te vaak
schakelt bij hoge belastingen en/of
heuvelachtige omstandigheden.
Gebruik de adaptieve cruisecontrol
niet tijdens slepen.
Zet de parkeerhulp uit wanneer u
met een aanhanger rijdt.
Bij het trekken/slepen moet de
automatische remfunctie voor
voorliggers in de stand "Uit"
worden gezet. Zie Automatisch
vooruit remmen (FAB) 0 267.
Waarschuwing
Wanneer u een aanhanger trekt,
kunnen uitlaatgassen zich ophopen
aan de achterzijde van de auto en
binnendringen wanneer de achter-
klep, kofferdeksel of de achterste
zijruiten geopend zijn.
Houd rekening met de volgende
zaken wanneer u een aanhanger
trekt:
Rijd niet met geopende
achterklep, kofferdeksel of
achterste zijruit.
Waarschuwing
(Vervolg)
Open de luchtuitlaten op of
onder het instrumenten-
paneel.
Stel het klimaatregelsysteem
zodanig in dat alleen buiten-
lucht binnenkomt. Zie
"Klimaatregelingen" in de
index.
Voor meer informatie over koolmo-
noxide, zie motoruitlaat 0 227.
Voor het trekken van een aanhanger is
een bepaalde mate van ervaring nodig.
De combinatie waarmee u rijdt, is
langer en reageert niet zo snel als de
auto zelf. Maak uzelf vertrouwd met
de rij- en remeigenschappen van de
combinatie voordat u de weg opgaat.
De constructie, banden en remmen
van de aanhanger moeten geschikt
zijn voor de te vervoeren lading.
Tekortkomingen aan de aanhanger
kunnen ertoe leiden dat de combinatie
op onverwachte of onveilige wijze
reageert.