Alarmsysteem deactiveren
Om het alarmsysteem te deactiveren
of het alarm uit te schakelen als het is
afgegaan:
Druk op
op de RKE-zender.
Ontgrendel de auto via het Keyless
Entry-systeem.
Start de motor.
Om te voorkomen dat het alarm per
ongeluk afgaat:
Vergrendel de auto nadat alle
inzittenden zijn uitgestapt.
Ontgrendel een portier altijd met
de RKE-zender of gebruik het
Keyless Entry-systeem.
Het ontgrendelen van het bestuur-
dersportier met de sleutel deacti-
veert niet het systeem en zet het
alarm ook niet uit.
Poging tot inbraak herkennen
Als
op de RKE-zender wordt
ingedrukt en de claxon klinkt drie
keer, is er eerder een alarm opgetreden
terwijl het alarmsysteem geacti-
veerd was.
Als het alarm geactiveerd is, verschijnt
er een bericht op het DIC.
Hellingsensor en inbraaksensor
sirene
Naast de standaardfuncties van het
anti-diefstalsysteem beschikt dit
systeem over een anti-inbraakalarm,
hellingsensor en inbraaksensor.
De sirene produceert een akoestisch
alarmsignaal dat verschilt van de
claxon. De sirene heeft zijn eigen
stroombron en kan een alarmsignaal
geven, als er met de accu van de auto
wordt geknoeid.
De hellingsensor kan het alarm laten
afgaan bij detectie van autobeweging,
zoals een wijziging in de positie van
de auto.
De inbraaksensor bewaakt het
interieur van de auto en kan het alarm
activeren als de sensor ervan consta-
teert dat een onbevoegd persoon zich
toegang tot de auto probeert te
verschaffen. Laat geen passagiers of
dieren in de auto achter wanneer de
inbraaksensor is ingeschakeld.
SLEUTELS, PORTIEREN EN RUITEN
Doe het volgende alvorens het
anti-diefstalsysteem en de inbraak-
sensor in te schakelen:
Let erop dat alle portieren en
ruiten helemaal dichtstaan.
Zet alle losse spullen, zoals zonne-
brillen, vast.
Controleer of er geen voorwerpen
voor de sensoren aan de plafond-
console voorin hangen.
Sluit de dvd-schermen voordat u
uitstapt.
Deactiveringsschakelaar
hellings- en inbraaksensoren
49