Inhoudsopgave
Advertenties
138
INSTRUMENTEN EN KNOPPEN
Claxon
a
Druk op
op het stuurwiel om de
claxon te laten klinken.
Ruitenwisser/sproeier
De knop voor de voorruitenwisser zit
op de richtingaanwijzerhendel.
U bedient de voorruitenwissers door
z
aan de ring met
FRONT erop te
draaien.
1
: Snel wissen.
w
: Langzaam wissen.
INT : Draai als Rainsense uitge-
z
schakeld is de ring
FRONT
omhoog voor vaker wissen of omlaag
voor minder vaak wissen. Als
Rainsense ingeschakeld is, zie
Rainsense verderop in dit hoofdstuk.
OFF (uit) : Voorruitenwissers uitscha-
kelen.
8
: Voor één enkele wisslag draait u
8
en laat u los. Voor meerdere
wisslagen houdt u de strook op
langer vast.
Ontdoe de ruitenwisserbladen vóór
gebruik van ijs en sneeuw. Vastge-
vroren ruitenwisserbladen voorzichtig
losmaken of ontdooien. Vervang
beschadigde ruitenwisserbladen. Zie
Wisserblad vervangen 0 313.
Bij veel sneeuw of ijs kan de ruiten-
wissermotor overbelast raken. Een
interne circuitonderbreker van de
motor stopt de motor totdat deze
afgekoeld is.
Parkeren van de ruitenwisser
Als het contact naar OFF (uit)
wordt gedraaid terwijl de wissers
w
1
op
,
of
INT staan, zullen
ze direct stoppen.
z
Als
FRONT vervolgens binnen 10
minuten, of voordat het bestuurder-
sportier is geopend, in stand OFF
wordt gezet, zullen de wissers opnieuw
starten en naar de onderkant van de
voorruit bewegen.
Als het contact wordt uitgeschakeld
8
terwijl de wissers bezig zijn om de
voorruit te wassen of omdat ze door
Rainsense zijn geactiveerd, zullen de
wissers doorgaan tot ze de onderkant
van de voorruit hebben bereikt.
Rainsense
Bij Rainsense detecteert een sensor
midden boven bij de voorruit de
hoeveelheid neerslag op de voorruit.
De frequentie van de voorruitenwisser
wordt op basis hiervan geregeld.
Houd dit gedeelte van de voorruit
schoon om het systeem optimaal te
laten functioneren.
INT : Draai aan de ring
FRONT op de ruitenwisserhendel om
de gevoeligheid bij het inschakelen
van Rainsense aan te passen.
z
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
