262
RIJDEN EN BEDIENEN
Het display voor de parkeerhulp voor
en achter op de instrumentengroep
kan voorzien zijn van balken die
"afstand tot obstakel" aangeven. Ook
kan informatie over de positie van het
obstakel worden weergegeven.
Naarmate het object dichterbij komt,
branden er meer balkjes en verandert
de kleur van de balkjes van geel in
geel in rood.
Wanneer eerst een obstakel achter de
auto wordt gedetecteerd, komt er een
geluidssignaal van achteren of trillen
beide zijden van de Safety Alert Seat
tweemaal. Wanneer een object zeer
dichtbij is (<0,6 m (2 ft) aan de achter-
kant van de auto of <0,3 m (1 ft) aan
de voorkant van de auto), klinkt er
afhankelijk van waar het object zich
bevindt een ononderbroken pieptoon
aan de voor- of achterkant of trillen
bij een stoel met veiligheidswaarschu-
wing beide stoelzijden vijf keer. De
pieptonen van de parkeerhulp voor
(FPA) hebben een hogere toonhoogte
dan die van de parkeerhulp
achter (RPA).
Waarschuwing kruisend verkeer
achter (RCTA)
Bij een auto met RCTA wordt bij het
inschakelen van R (achteruit) een rode
gevarendriehoek weergegeven met een
pijl naar links of naar rechts, om te
waarschuwen tegen kruisend verkeer
vanaf de linker- of rechterkant. Het
systeem detecteert objecten vanaf de
linker- of rechterkant tot op 20 m (65
ft) vanaf de auto. Wanneer een object
wordt gedetecteerd, klinken er drie
pieptonen vanaf de linker- of rechter-
kant, of trilt de Safety Alert Seat
driemaal aan de linker- of rechterkant,
afhankelijk van de richting van het
gedetecteerde voertuig.
Ga bij het achteruitrijden met een
aanhanger behoedzaam te werk,
aangezien de detectiegebieden van het
RCTA achter aan de auto bij het
trekken van een aanhanger niet langer
worden.
Systeem in- of uitschakelen
Druk op
op de middenconsole om
de parkeerhulp voor en achter en het
waarschuwingsfunctie voor kruisend
verkeer tegelijkertijd in of uit te
schakelen. Het lampje naast de knop
gaat branden wanneer de systemen
aanstaan en dooft wanneer de
systemen zijn uitgeschakeld.
Via Persoonlijke instellingen zet u de
parkeerhulp voor en achter uit, aan of
aan met trekstang. Zie "Parkeerhulp"
onder Personalisering voertuig 0 169.
Als de parkeerhulp via Persoonlijke
instellingen is uitgeschakeld, werkt de
parkeerhulpknop niet. Selecteer in het
menu Persoonlijke instellingen de
optie Aan om de parkeerhulp weer in