4. Steek het open uiteinde van het
verlengstuk (7) door het gat in de
achterbumper (8) (openingsgat
liftas).
5. Til de band iets omhoog. Contro-
leer of de borging in de wielope-
ning zit.
6. Breng de band volledig omhoog
tegen de onderkant van de auto
door de wielsleutel rechtsom te
draaien tot u twee klikken hoort
of u het twee keer voelt
overslaan. De kabel kan niet te
vast worden gedraaid.
7. Controleer of het wiel veilig is
opgeborgen. Duw, trek en
probeer vervolgens het wiel te
draaien. Wanneer het wiel
beweegt, gebruikt u de
wielsleutel om de kabel te
spannen.
8. Breng het slot van het reserve-
wiel weer aan.
9. Monteer de afdekking van de
liftasopening weer.
Breng indien aanwezig de
trekhaakklep weer aan en draai
de borgingen rechtsom.
VERZORGING VAN DE AUTO
Het opbergen van de gereedschappen:
1. Berg de gereedschappen
(wielsleutel, krikhendel en
krikhendelverlengstukken) op in
de gereedschapstas.
2. Zet de wielblokken en de krik
samen met de vleugelmoer in
elkaar.
3. Plaats de krik en de wielblokken
in het bekledingspaneel aan
bestuurderszijde boven de
wielkast.
4. Draai de krikknop rechtsom
totdat de krik stevig vastgezet is
in de bevestigingsbeugel. Zorg
ervoor dat de gaten in de voet
van de krik op de pen in de
bevestigingssteun worden
geplaatst.
5. Gebruik de borgbeugel om de
gereedschapstas aan het tapeinde
vast te maken en draai de
vleugelmoer rechtsom om het
vast te zetten.
6. Sluit de klep van het afwerkings-
paneel.
355