196
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
luchtstroom handmatig worden
ingesteld. Druk op AUTO om terug te
keren naar automatische regeling.
Om de huidige stand te veranderen,
kiest u een van de volgende mogelijk-
heden:
: De lucht wordt naar de luchtroos-
ters in het dashboard geleid.
: De lucht wordt tussen de lucht-
roosters in het dashboard en de vloer
verdeeld.
: De lucht wordt naar de lucht-
roosters in de vloer geleid.
-
: Hiermee worden de ruiten
condens- of vochtvrij gemaakt. De
lucht wordt naar de luchtroosters van
de voorruit en de vloer geleid.
0
: De voorruit wordt sneller
condens- of ijsvrij gemaakt. De lucht
wordt naar de voorruit geleid. Druk op
0
de knop
om de functie in of uit te
schakelen. Bij het wijzigen van de
luchtverdelingsstand wordt ook de
ontwasemingsfunctie (ontdooifunctie)
uitgeschakeld.
A/C-modus : Raak AC Mode op het
klimaatregelingsdisplay aan om de
automatische airconditioning in of uit
te schakelen. Wanneer de ventilator is
uitgeschakeld of de buitentemperatuur
onder het vriespunt daalt, zal de airco
niet functioneren.
Druk op AUTO om terug te gaan naar
de automatische regeling. De airco zal
dan, indien nodig, inschakelen.
Automatische luchtrecirculatie :
Wanneer het controlelampje AUTO
brandt, wordt de lucht, indien noodza-
kelijk, automatisch gerecirculeerd om
het voertuiginterieur snel te kunnen
koelen.
Het klimaatregelsysteem kan een
sensor hebben om luchtvervuiling te
detecteren. Bij gebruik van de automa-
tische luchtrecirculatie kan de lucht-
kwaliteitsregeling worden
ingeschakeld. Voor het aanpassen van
de gevoeligheid van de luchtkwaliteits-
sensor, zie "Klimaat- en luchtkwaliteit"
onder Personalisering voertuig 0 169.
: Druk erop om te wisselen
tussen recirculatie van de lucht in de
auto of de aanvoer van buitenlucht.
Het controlelampje in de knop gaat
branden, wanneer de recirculatie actief
is. Zo koelt de lucht in de auto snel af
en neemt de toestroom van buiten-
lucht en eventuele geurtjes af.
Als u op deze knop drukt, wordt de
automatische recirculatie geannuleerd.
Druk op AUTO om terug te gaan naar
de automatische regeling; de recircu-
latie wordt zo nodig automatisch
gestart.
De modus voor handmatige recircu-
latie is niet beschikbaar in de ontdooi-
of ontwasemingsstand.
Automatische ontwaseming : De
klimaatregeling maakt gebruik van
een sensor waarmee automatisch een
hoge luchtvochtigheid in de auto
wordt gedetecteerd. Bij detectie van
een hoge luchtvochtigheid kan het
klimaatregelsysteem de toevoer van
buitenlucht aanpassen, de airco
inschakelen en meer lucht op de
voorruit richten. Wanneer de klimaat-
regeling niet detecteert dat de ruiten
mogelijk beslaan, zal het teruggaan
naar normaal bedrijf. Zie "Klimaat- en