234
RIJDEN EN BEDIENEN
De trek/sleepmodus past het schakel-
patroon van de versnellingsbak
zodanig aan dat deze minder schakelt.
Hierdoor worden bij het afdalen van
steile heuvels of berghellingen,het
trekken of het vervoeren van zware
lasten de prestaties en het rijgedrag
beter en worden de versnellingsbak en
de motor meer gekoeld.
De selectietoets zit aan het uiteinde
van de schakelhefboom. Schakel de
trek/sleepmodus in en uit door op de
toets te drukken. Als de trek/sleep-
modus is ingeschakeld, gaat er een
lampje op de instrumentengroep
branden.
Zie Lampje modus trekken/slepen 0 157
en Wegen in heuvel- en bergachtig
gebied 0 213.
Zie ook "Trek/sleepmodus" onder
Regeling bestuurdersmodus 0 243.
Trek/sleepmodus vloeiend
remmen
Trek/sleepmodus vloeiend remmen is
alleen ingeschakeld als de Trek/sleep-
modus is geselecteerd en de auto niet
in de versnellingskeuzemodus staat.
Zie de eerder vermelde "Trek/sleep-
modus" en Mechanische modus 0 231.
Trek/sleepmodus vloeiend remmen
helpt bij het handhaven van de
gewenste rijsnelheid wanneer u op
neerwaartse hellingen rijdt door met
behulp van de motor en versnelling de
auto te vertragen.
Om de trek/sleepmodus vloeiend
remmen binnen de huidige ontste-
kingscyclus in of uit te schakelen,
houd u de knop Trek/sleep vijf
seconden ingedrukt. Bij het loslaten
van de knop wordt de gewenste
andere modus ingeschakeld. Er
verschijnt een DIC-bericht.
Zie Slepen, uitrusting 0 284.
Zie Automatische transmissie 0 228 en
Cruisecontrole 0 246 voor andere
vormen van vloeiend remmen.
Aandrijfsystemen
Vierwielaandrijving
De vierwielaandrijving schakelt voor
extra tractie de vooras in.
Voorzichtig
Rij niet gedurende een langere
periode in 4 en 4 (indien
aanwezig) op een schoon, droog
wegdek. In deze omstandigheden
kan de aandrijflijn van de auto
voortijdig slijten.
Bij het rijden op een schoon, droog
wegdek in 4 of 4 kan het volgende
gebeuren:
U kunt trillingen in het stuursys-
teem voelen.
Banden kunnen sneller slijten.
De verdeelbak schakelt wellicht
zwaarder en maakt meer geluid.