Inhoudsopgave
Advertenties
Waarschuwing
(Vervolg)
Stel de klimaatregeling zo in
dat de lucht in de auto circu-
leert en stel de aanjagersnel-
heid in op de hoogste stand.
Zie Klimaatregelsystemen .
Zie voor meer informatie over CO
motoruitlaat 0 227.
Om brandstof te besparen kunt u de
motor telkens korte tijd laten draaien
om de auto op te warmen en onder-
tussen de geopende ruit een stukje
dichtdoen. Beweging helpt ook om
warm te blijven.
Als het lang duurt voordat hulp
arriveert, kunt u terwijl de motor
draait het gaspedaal iets intrappen,
zodat deze iets sneller draait dan stati-
onair. Hierdoor blijft de accu geladen,
zodat u de auto opnieuw kunt starten
en kunt seinen met de koplampen.
Maar geef niet te veel gas om brand-
stof te besparen.
Als de auto vast is komen
te zitten
Laat de wielen langzaam en
voorzichtig ronddraaien om de auto
los te krijgen als het vastzit in zand,
modder, ijs of sneeuw. Zie "Auto heen
en weer schommelen om los te raken"
verderop in dit hoofdstuk.
Met de Traction Control kunt u een
vastgelopen auto vaak weer loskrijgen.
Zie Tractieregeling/Elektronische stabili-
teitsregeling (ESC) 0 242. Zie als TCS
de auto niet kan loskrijgen "Auto heen
en weer schommelen om los te raken"
verderop in dit hoofdstuk.
Waarschuwing
Als de wielen van de auto met hoge
snelheid ronddraaien, kunnen ze
exploderen en u en anderen
verwonden. De auto kan oververhit
raken, wat brand in de motorruimte
kan veroorzaken of waardoor andere
schade kan ontstaan. Laat de wielen
zo min mogelijk spinnen en vermijd
snelheden boven 56 km/h (35 mph).
RIJDEN EN BEDIENEN
Voor informatie over het gebruik van
sneeuwkettingen, zie Sneeuwkettingen
0 344.
De auto heen en weer bewegen
om los te raken
Draai het stuurwiel naar links en
rechts om het gebied rond de
voorwielen vrij te maken. Schakel bij
auto's met vierwielaandrijving naar
Vierwielaandrijving hoog. Schakel het
TCS uit. Schakel achter- en vooruit
tussen R (Reverse, Achteruit) en een
vooruitversnelling en laat de wielen zo
min mogelijk spinnen. Wacht met
schakelen totdat de wielen niet meer
draaien, zodat slijtage van de versnel-
lingsbak wordt voorkomen. Als u de
wielen langzaam voor- en achteruit
laat ronddraaien, ontstaat een schom-
melbeweging waarmee de auto los kan
komen. Als de auto na een paar
pogingen niet loskomt, moet het
wellicht worden losgetrokken. Zie De
auto slepen 0 360.
215
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
