: Schakelt de parkeerlichten en
alle overige verlichting in, behalve de
koplampen.
: Schakelt koplampen in samen
met de parkeerlichten en de instru-
mentenverlichting.
Bij het inschakelen van de koplampen
met een draaiende motor, gaan de
koplampen 10 minuten na het
uitschakelen van het contact automa-
tisch uit. Bij het inschakelen van de
koplampen bij uitgeschakeld contact
blijven de koplampen 10 minuten
branden voordat ze automatisch uit
gaan, om te voorkomen dat de accu
wordt ontladen. Zet de lichtschakelaar
uit en weer aan om de koplampen nog
eens 10 minuten te laten branden.
®
IntelliBeam
-systeem
Indien voorzien schakelt dit systeem
de grootlichtfunctie van de koplampen
automatisch in en uit afhankelijk van
de verkeerssituatie.
Het systeem schakelt het groot licht
in, wanneer het buiten donker is en er
geen tegenliggers zijn.
Dit lampje
op de instrumenten-
groep gaat branden wanneer het Intel-
liBeam-systeem actief is.
IntelliBeam activeren
Om het IntelliBeam-systeem te
activeren, moet u met de richtingaan-
wijzerhendel in de neutrale stand de
lichtschakelaar naar de stand AUTO
draaien. Het blauwe lampje voor
ingeschakeld groot licht verschijnt op
de instrumentengroep wanneer het
groot licht brandt.
Rijden met IntelliBeam
Het systeem activeert het groot licht
alleen bij ritten op snelheden hoger
dan 40 km/h (25 mph).
Middenboven aan de voorruit zit een
sensor die het systeem automatisch
aanstuurt. Houd dit gebied van de
voorruit schoon voor optimale werking
van het systeem.
VERLICHTING
Het groot licht blijft (automatisch)
branden, totdat een van de onder-
staande situaties zich voordoet:
Het systeem detecteert de
koplampen van een naderende
tegenligger.
Het systeem detecteert de achter-
lichten van een voorligger.
Het is buiten dermate licht dat
ontsteking van het groot licht niet
nodig is.
De rijsnelheid daalt tot onder 20
km/h (12 mph).
Het IntelliBeam-systeem kan
worden uitgeschakeld met de
schakelaar grootlicht/dimlicht of
lichtsignalen. In dat geval moet u
de schakelaar grootlicht/dimlicht
binnen twee seconden aan en uit
zetten om het IntelliBeam-systeem
opnieuw in te schakelen. Het
lampje op de instrumentengroep
gaat branden om aan te geven dat
IntelliBeam opnieuw geactiveerd
is. Zie Koplampschakelaar groot-
licht/dimlicht 0 184 en Lichtsignaal
0 184.
183