Inhoudsopgave
Advertenties
198
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Sensor
De zoninstraling wordt gemeten door
de zonnesensor die bovenop het
instrumentenpaneel bij de voorruit zit.
Voor een optimaal comfort gebruikt
de klimaatregeling de sensorinfor-
matie om de temperatuur, aanjager-
snelheid, recirculatie en luchtverdeling
aan te passen.
Als deze sensor is afgedekt, kan het
automatische klimaatregelsysteem
niet goed werken.
Klimaatregelsysteem
achter
Indien aanwezig, bevindt de klimaatre-
geling achterin zich aan de achterkant
van de middenconsole. De instellingen
kunnen worden gewijzigd met de
klimaatregelingsknoppen en het
klimaatregelingsdisplay achterin.
Knoppen voor klimaatregeling
achterin
1. Stoelverwarming achter
2. AUTO (automatische regeling)
3. Temperatuurregeling
4. Ventilatorregeling
5.
(Aan/Uit)
6. Regeling luchtverdeling
Klimaatdisplay achter
1. Weergave buitentemperatuur
2. Temperatuurknop klimaatrege-
ling achterin
3. Ventilatorregeling
4. SYNC (temperatuursynchroni-
satie)
5. REAR
(Aan/Uit)
6. AUTO achterin (automatische
regeling)
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
