Inhoudsopgave
Advertenties
U kunt Engelse maateenheden op de
instrumentengroep in metrieke
eenheden wijzigen. Zie "Cluster
Settings Menu" (instelmenu instru-
mentengroep) bij Dashboard 0 147.
OFF (uit) : Druk op OFF om de venti-
lator in of uit te schakelen. Bij de
optie off (uit) blokkeert het systeem
de luchtstroom in het interieur. Bij de
optie on (aan) of als er andere toetsen
zijn ingedrukt, of er aan knoppen
wordt gedraaid, schakelt de klimaatre-
geling in en wordt op de huidige
instellingen geregeld.
w
x
/
: De temperatuur kan apart
voor de bestuurder en de passagier
worden geregeld. Druk op de pijltjes-
toetsen om de temperatuur te
verhogen of verlagen. Houd de toetsen
ingedrukt om de temperatuur versneld
te verhogen of te verlagen.
U kunt de temperatuur aan bestuur-
ders- en passagierszijde ook aanpassen
door op de knoppen op het aanraak-
scherm te drukken.
SYNC : Raak SYNC op het klimaatre-
gelingsdisplay aan om alle klimaatzo-
ne-instellingen te koppelen aan de
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
bestuurdersinstellingen. Draai aan de
temperatuurknop voor de bestuurders-
zijde om de gesynchroniseerde tempe-
ratuur te wijzigen. Bij het aanpassen
van de passagiersinstellingen
verschijnt de knop SYNC wanneer de
temperaturen worden ontkoppeld.
Achterin : Raak indien aanwezig Rear
op het klimaatregelingsdisplay voorin
aan om het klimaatregelingsscherm
achterin te openen. U kunt de instel-
lingen voor de klimaatregeling
achterin vervolgens bijstellen vanaf de
passagiersstoel voorin.
Handmatige bediening
z 9 y
: Raak de ventilatorregeling
op het klimaatregelingsdisplay aan of
druk op de ventilatorregelingstoetsen
om de ventilator sneller of minder
snel te laten draaien. Raak de ventila-
torregeling aan of houd deze
ingedrukt om de snelheid sneller aan
te passen. De instelling voor de venti-
latorsnelheid wordt weergegeven. Bij
eventueel aanpassen van de ventilator-
snelheid werkt de automatische venti-
latorregeling niet meer en kunt u de
ventilator met de hand bedienen. Druk
op AUTO om terug te keren naar
automatische regeling.
Druk om de ventilator en het klimaat-
regelsysteem uit te schakelen op OFF
op de klimaatregeling op de midden-
console. Er stroomt in geen enkele
luchttoevoerstand lucht meer, behalve
om te ontdooien.
De maximale automatische ventilator-
snelheid kan op laag, middelhoog of
hoog worden gezet. Zie "Klimaat- en
luchtkwaliteit" bij Personalisering
voertuig 0 169 voor het instellen van
de automatische maximale ventilator-
snelheid.
Regeling luchtverdeling : Druk,
terwijl de klimaatregelingsinformatie
is weergegeven, op de gewenste lucht-
verdeling op het klimaatregelingsdis-
play aan om de richting van de
luchtstroom te wijzigen. De knop voor
de geselecteerde luchtverdelingsmodus
brandt. Als u op een van de knoppen
voor de luchtverdeling drukt, wordt de
luchtverdelingsregeling automatisch
geannuleerd en kan de richting van de
195
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
