Er is dan een koord of weefsel
zichtbaar in het rubber van
de band.
Het profiel of de zijkant is
gebarsten, vertoont sneetjes of
is dermate diep ingescheurd
dat koordlaag of karkas zicht-
baar is.
De band heeft een bult, uitstul-
ping of breuk.
De band heeft een gat, snede
of andere beschadiging die niet
goed kan worden gerepareerd
vanwege de grootte of de
locatie van de beschadiging.
Banden verwisselen
De banden moeten worden gerou-
leerd met de intervallen die in het
onderhoudsschema staan aange-
geven. Zie Gepland onderhoud
0 376.
Banden worden gerouleerd om
ervoor te zorgen dat de banden
gelijkmatig slijten. De eerste keer
rouleren is de belangrijkste.
Wanneer u een abnormale slijtage
vaststelt, rouleer de banden dan
zo spoedig mogelijk, kijk of de
bandenspanning correct is en
controleer de banden of velgen op
beschadigingen. Gaat de abnor-
male slijtage na het rouleren door,
laat dan de wieluitlijning contro-
leren. Zie Wanneer nieuwe banden
nodig zijn 0 340 en Wiel vervangen
0 344.
VERZORGING VAN DE AUTO
Gebruik dit rouleerschema om de
banden te rouleren.
Gebruik de reserveband niet bij
het roteren van de banden.
Nadat de banden zijn gerouleerd,
moet u de bandenspanning van de
voor- en achterbanden aanpassen,
dit volgens de aanbevolen banden-
spanning op het informatielabel
voor banden en laadvermogen. Zie
Bandenspanning 0 332 en Belas-
tingslimieten auto 0 216.
Reset het bandenspanningscontro-
lesysteem. Zie Werking banden-
spanningscontrolesysteem 0 334.
339