schakelen, vooral als de auto zwaar is
belast. Zie "Koppelvergrendeling"
onder Schakelen naar parkeerstand
0 225.
Waarschuwing
Het is gevaarlijk om de auto te
verlaten als de schakelhendel niet
volledig in de stand P (Park) staat
en de handrem niet stevig is aange-
trokken. De auto kan dan wegrollen.
Verlaat daarom de auto niet als de
motor draait. Als de motor nog
draait, kan de auto plotseling gaan
rijden. Voor u en anderen bestaat
dan gevaar voor persoonlijk letsel.
Om ervoor te zorgen dat de auto,
ook op een tamelijk vlakke onder-
grond, niet kan gaan rijden, moet u
de handrem aantrekken en de
schakelhendel naar stand P (Park)
bewegen. Zie Schakelen naar
parkeerstand 0 225 en Rij-eigen-
schappen en tips voor slepen 0 277.
Waarschuwing
Als u over een vierwielaandrijving
beschikt, kan de auto onbelemmerd
rollen - zelfs als de keuzehendel in
de stand P (Park) staat - als de
tussenbak in N (Neutral) staat. Zorg
er dus voor dat de tussenbak in een
rijversnelling staat, Tweewielaan-
drijving hoog of Vierwielaandrijving
hoog of Vierwielaandrijving laag -
niet in N (Neutral). Zie Schakelen
naar parkeerstand 0 225.
R : Gebruik deze versnelling om
achteruit te rijden.
Voorzichtig
De versnellingsbak kan beschadigd
raken als naar R (Reverse,
Achteruit) wordt geschakeld terwijl
de auto vooruit rijdt. De reparatie-
kosten hiervoor worden niet gedekt
door de autogarantie. Schakel pas
naar R (Reverse, Achteruit) als de
auto stilstaat.
RIJDEN EN BEDIENEN
Om het voertuig heen en weer te laten
schommelen, teneinde los te raken uit
sneeuw, ijs of zand, zonder hierbij de
versnellingsbak te beschadigen, zie Als
de auto vast is komen te zitten 0 215.
N : In deze stand is de motor niet
gekoppeld met de wielen. Om de
motor opnieuw te starten wanneer de
auto al rijdt, gebruikt u alleen N
(neutraal).
Waarschuwing
Het is gevaarlijk om naar een
aandrijfversnelling te schakelen als
de motor met hoog toerental draait.
De auto kan dan vooruit schieten,
tenzij u het rempedaal stevig hebt
ingetrapt. U kunt dan de macht
over het stuur verliezen en
personen of obstakels raken.
Schakel daarom niet naar een
aandrijfversnelling als de motor met
hoog toerental draait.
229