niet op de trap reageert op een
andere manier of start de auto. De
functie werkt dan weer.
Bij het sluiten van de achterklep via
deze functie is er een korte vertraging.
De achterlichten gaan knipperen en er
klinkt een geluidssignaal. Loop weg
van de achterklep voordat deze
beweegt.
Elektrisch bediende treden
Waarschuwing
Leg nooit handen of andere
lichaamsdelen tussen de uitge-
schoven elektrische treeplanken en
de auto. U of anderen kunnen
ernstig letsel oplopen.
Waarschuwing
Stap nooit op een bewegende
treeplank. U of anderen kunnen
ernstig letsel oplopen.
Schakel de treeplanken uit voordat u
de auto opkrikt of iets eronder legt.
Bij teveel opgehoopte ijsvorming
schuiven de elektrische treeplanken
mogelijk niet uit. Controleer de stand
van de treeplank voordat u uitstapt.
Schakel als dit gebeurt de elektrische
treeplanken uit, verwijder het ijs,
schakel de treeplanken in en contro-
leer vóór gebruik of ze goed werken.
Houd handen, kinderen, dieren,
voorwerpen en kleding uit de buurt
van de elektrische treeplanken
wanneer deze bewegen. De
treeplanken bewegen bij een
obstructie bij het openen of sluiten in
de tegengestelde richting. Verwijder de
obstructie en open en sluit het portier
aan dezelfde kant om de beweging van
de treeplanken af te maken. Als de
obstructie niet wordt verwijderd,
blijven de treeplanken onderweg uitge-
schoven.
Instellingen wijzigen:
1. Raak
aan.
2. Raak het pictogram
Treeplanken aan.
SLEUTELS, PORTIEREN EN RUITEN
De opties zijn:
UIT : Hiermee schakelt u de elektri-
sche treeplanken uit, zodat ze niet
uitschuiven.
AAN : Bij het openen van een portier
schuiven de elektrische treeplanken
uit. Bij het sluiten van een portier
worden de treeplanken na drie
seconden automatisch ingetrokken.
Uitgebreid : Hiermee blijven de
treeplanken uitgeschoven wanneer de
auto in P (Parkeerstand) of N
(Neutral) staat. Deze instelling is
handig voor het reinigen van de
treeplanken.
47