Bedieningsorganen
voor klimaatregeling
Klimaatregelsystemen
Dubbel automatische klimaatre-
gelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Klimaatregelsysteem achter . . . . . 198
Luchtroosters
Ventilatieopeningen . . . . . . . . . . . . . . 200
Onderhoud
Luchtfilter passagiersruimte . . . . . 201
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202
BEDIENINGSORGANEN VOOR KLIMAATREGELING
Klimaatregelsystemen
Dubbel automatische
klimaatregelsysteem
Met de klimaatregelingsknoppen op de
middenconsole en op het klimaatrege-
lingsdisplay worden de verwarming,
koeling en ventilatie bediend.
Klimaatregelingsknoppen midden-
console
1. Temperatuurregeling aan
bestuurders- en passagierszijde
2. Ventilatorregeling
3. UIT (aanjager)
4. Verwarming en koeling stoelen
bestuurder en passagier
5. Recirculatie
6. Achterruitverwarming
7. Ontwaseming
8. AUTO (automatische regeling)
Klimaatregelingsdisplay
1. Weergave buitentemperatuur
2. Temperatuurregeling aan
bestuurders- en passagierszijde
3. Ventilatorregeling
4. SYNC (temperatuursynchroni-
satie)
5. A/C-modus (airconditioning)
193