2
Functioneel overzicht
2
De applicatieregelaar MOVIDRIVE
koppeling met overkoepelende automatiseringssystemen via de verschillende veldbussen zoals
bijv. . I
Het daaronder liggende gedrag van de regelaar, het zogenaamde apparaatprofiel, is onafhankelijk
van de veldbus en zodoende universeel.
Afbeelding 1: typische bus-configuratie in het veld
Via de veldbus-interface biedt MOVIDRIVE
functies. De besturing van de applicatieregelaar vindt plaats via de snelle cyclische procesdata. Via
dit procesdatakanaal heeft u de mogelijkheid, naast de invoer van setpoints, zoals bijv. gewenst
toerental, integratortijd voor snel-/ en kruipgang etc. ook verschillende aandrijvingsfuncties zoals
bijvoorbeeld vrijgave, regelaarblokkering, stop, snelstop enz. te verwerken. Gelijktijdig kunt u via
dit kanaal echter ook actuele waarden uit de applicatieregelaar teruglezen, zoals bijvoorbeeld het
actuele toerental, de stroom, status van de regelaar, foutnummer of ook referentiemeldingen.
In combinatie met de in de applicatieregelaar geïntegreerde volgorde- en positioneerbesturing
IPOS
worden. In dit geval worden de procesdata niet door de applicatieregelaar verwerkt, maar direct
door het IPOS
Terwijl de uitwisseling van de procesdata in de regel cyclisch plaatsvindt, kunnen de
aandrijfsparameters acyclisch met de functies als READ en WRITE gelezen, resp. geschreven
worden. Deze uitwisseling van parameterdata biedt u applicaties, waarbij alle belangrijke
aandrijfparameters in het overkoepelende automatiseringsapparaat zijn opgeslagen, zodat er geen
handmatige parametrering in de applicatieregelaar zelf moet worden doorgevoerd.
De toepassing van een veldbussysteem verlangt voor de aandrijftechniek aanvullende
bewakingsfuncties zoals bijv. de bewaking van de tijd van de veldbus (veldbus Time-out) of ook
wel speciale nooduit-concepten. U kunt bijvoorbeeld de bewakingsfuncties van de MOVIDRIVE
doelgericht op uw toepassing afstemmen. Zo kunt u bijv. bepalen, welke foutreactie de
applicatieregelaar moet uitvoeren als zich een busfout voordoet. Voor veel toepassingen zal een
snelstop zinvol zijn. U kunt echter ook de laatste setpoints laten opslaan, zodat de aandrijving met
de laatst geldende setpoints verder gaat (bijv. transportband).
6
Functioneel overzicht
B
, PROFIBUS-DP, PROFIBUS-FMS enz.
NTER
US
E
Q
Digitaal I/O
plus
kan het procesdatakanaal ook als directe verbinding tussen plc en IPOS
plus
-besturingsprogramma.
®
biedt u door zijn krachtige universele veldbus-interface de
Visualisatie
Analoog I/O
®
u een digitale toegang tot alle aandrijfparameters en
E
Q
E
Q
01091ANL
plus
gebruikt
®
MOVIDRIVE
Veldbus-protocol
®