Sew Eurodrive MOVIDRIVE Handboek pagina 13
Verberg thumbnails
Zie ook voor MOVIDRIVE:
- Technische handleiding (60 pagina's) ,
- Technische handleiding (308 pagina's) ,
- Technische handleiding (64 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Toewijzing
Betekenis
SLIP
Met de instelling SLIP interpreteert de applicatieregelaar MOVIDRIVE
overgedragen procesuitgangsdatawoord als waarde voor de slipcompensatie.
Met de invoer van de slipcompensatie via de veldbus worden automatisch de
parameters P324 Slipcompensation 1 resp. P334 Slipcompensation 2
gedeactiveerd.
De invoer van de slipcompensatie via het procesdatakanaal is alleen in de
bedrijfssoort VFC-N-CONTROL technisch zinvol, daar met de wijziging van de
slipcompensatie een indirecte beïnvloeding van het koppel mogelijk is.
Het bereik van de waarden van deze slipcompensatie is identiek aan dat van de
parameter P324 Slipcompensation 1 en komt overeen met een toerentalbereik
van 0-500 r/min.
Ligt de met de procesdata ingevoerde slip buiten dit bereik dan wordt bij een te
laag opgegeven waarde het minimum en bij een te hoog opgegeven waarde het
maximum actief.
RAMP
Met de instelling RAMP interpreteert de applicatieregelaar MOVIDRIVE
overgedragen setpoint als acceleratie- resp. als deceleratie-integrator.
De ingevoerde waarde komt overeen met een tijd in milliseconden en heeft
betrekking op een toerentalverandering van 3000 r/min.
De snelstop- en noodstopfunctie wordt door deze procesintegrator niet
beïnvloed. Bij de overdracht van de procesintegrator via het veldbussysteem
worden de integratoren t11, t12, t21 en t22 gedeactiveerd.
CONTROL WORD 1/
Het invoeren van de procesuitgangsdata met stuurwoord 1 of stuurwoord 2
CONTROL WORD 2
maakt de activering mogelijk van bijna alle aandrijvingsfuncties over het
veldbussysteem. De beschrijving van de stuurwoorden 1 en 2 kunt u in het
hoofdstuk "Definitie stuurwoord" vinden.
SPEED [%]
Met de instelling SPEED [%] interpreteert de applicatieregelaar MOVIDRIVE
in dit procesdatawoord overgedragen waarde als procentueel toerental-setpoint.
Het relatieve toerental-setpoint heeft altijd betrekking op de op dat moment
geldende maximumbegrenzing van het toerental, d.w.z. of P301/312 of MAX.
SPEED of PO toerentalbegrenzing.
IPOS PO-DATA
De instelling IPOS PO-DATA heeft tot gevolg, dat de applicatieregelaar dit
procesuitgangsdatawoord niet voor de verwerking van het setpoint gebruikt. De
inhoud van het met IPOS PO-DATA geprogrammeerde procesuitgangsdatawoord
wordt door het systeem van de regelaar genegeerd en staat uitsluitend ter
beschikking voor verwerking in het IPOS
Binnen IPOS
procesuitgangsdata van de interfaces. Meer informatie kunt u vinden in het
handboek Volgorde- en positioneerbesturing IPOS
Aanwijzing:
Positie-setpoints moeten consistent overgedragen worden. Anders zou de servoregelaar
ongedefinieerde posities innemen, daar bijv. nog een oud setpoint Low en een reeds nieuw setpoint
High van de positie gezamenlijk geldig zouden zijn!
Meer informatie voor het aanhouden van de data-consistentie en de daarmee verbonden
programmeertechnieken kunt u vinden in het handboek dat behoort bij de master-besturing van
uw automatiseringsapparaat.
®
MOVIDRIVE
Veldbus-protocol
plus
plus
heeft u met het commando GetSys PO-Data direct toegang tot de
®
het
®
het
besturingsprogramma.
plus
.
Besturing en setpoint-
opdracht
Schalering
1 digit = 0,2/min
1 digit 1ms
®
de
4000
hex
= 100 % n
max
Tot 48 bit
kunnen
individueel
gecodeerd
tussen het
overkoepelende
automatise-
ringsapparaat en
plus
IPOS
uitgewisseld
worden.
3
13
Advertenties
Inhoudsopgave
