5
Parametrering van de regelaar
De toegang tot de aandrijfparameters van de regelaar vindt in de regel plaats met de busspecifieke
READ- en WRITE-instructies. Aanvullende instructies kunnen bij alle bussystemen over het
®
MOVILINK
- parameterkanaal uitgevoerd worden. Dit parameterkanaal is bij alle bussystemen
beschikbaar en wordt hieronder nader verklaard.
Bovendien vindt u in de documentatie van de veldbus-optiekaart nog meer programmeertips voor
het gebruik van het MOVILINK
5.1
Procedure van de parametrering
De parametrering van de applicatieregelaar MOVIDRIVE
model Client-Server, d.w.z. de applicatieregelaar levert alleen op commando van het
overkoepelende automatiseringsapparaat de vereiste informatie. De MOVIDRIVE
steeds alleen server-functionaliteit (afbeelding 18:).
CLIENT
Request
Confirmation
Afbeelding 18: procedure van de parametrering volgens het model Client-Server
Voor de parametrering van de applicatieregelaar worden in de regel door de mastermodule resp.
door het overkoepelende automatiseringsapparaat functies als READ of WRITE ter beschikking
gesteld, die toegang verlenen tot de belangrijkste aandrijfparameters met behulp van
gestandaardiseerde functies.
5.1.1 Index-adressering
Alle parameters van de applicatieregelaar MOVIDRIVE
opgenomen. Aan elke parameter is een speciaal nummer (index) gekoppeld, waaronder deze
parameter gelezen resp. geschreven kan worden.
5.1.2 Datalengte/codering
De datalengte voor de parameters van de applicatieregelaar MOVIDRIVE
bytes bij alle parameters. Gedetailleerde informatie over codering, toegangsattibruut enz. kunt u
vinden in het systeemhandboek MOVIDRIVE
®
MOVIDRIVE
Veldbus-protocol
®
- parameterkanaal over de verschillende bussystemen.
®
.
Parametrering van de
®
verloopt in het algemeen volgens het
®
E
Q Q
SERVER
Indication
Response
®
zijn in het handboek MOVIDRIVE
®
bedraagt constant 4
regelaar
heeft zodoende
01102AXX
®
5
29