WAARSCHUWING
Kruip nooit onder de auto als deze op een krik
staat.
Laat nooit passagiers in de auto zitten als
deze op een krik staat. Bij het verwisselen van
een wiel langs de kant van de weg moeten
eventuele passagiers op een veilige plek gaan
staan.
9. Breng de auto zo ver omhoog dat het wiel
van de grond komt. Verwijder de wielbouten
en til het wiel eraf.
Gerelateerde informatie
•
Bij het verwisselen van wielen (p. 484)
•
Auto opnemen (p. 503)
•
Wiel monteren (p. 487)
•
Gereedschap in bagageruimte (p. 490)
Wiel monteren
Instructie voor het monteren van wielen bij het
verwisselen van wielen.
WAARSCHUWING
Kruip nooit onder de auto als deze op een krik
staat.
Laat nooit passagiers in de auto zitten als
deze op een krik staat. Bij het verwisselen van
een wiel langs de kant van de weg moeten
eventuele passagiers op een veilige plek gaan
staan.
1. Reinig de contactvlakken tussen het wiel en
de naaf.
2. Breng het wiel aan. Haal de wielbouten ste-
vig aan.
3. Breng de auto zo ver omlaag dat het wiel
niet meer ongehinderd kan draaien.
WIELEN EN BANDEN
4. Draai de wielbouten kruiselings vast. Het is
belangrijk dat u de wielbouten stevig aan-
haalt. Haal aan met 140 Nm. Controleer het
aanhaalkoppel met een momentsleutel.
5. Plaats de kunststof doppen terug op de wiel-
bouten.
N.B.
•
Plaats na het oppompen van een band
altijd het ventieldopje terug om schade
aan het ventiel door grind, vuil e.d. te
voorkomen.
•
Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen
ventieldopjes kunnen roesten en zijn
moeilijk los te draaien.
}}
487