STARTEN EN RIJDEN
Rijstanden
De gekozen rijstand past de rijeigenschappen
van de auto aan om de rijbeleving te verbeteren
en ondersteuning te bieden in bepaalde omstan-
digheden.
Dankzij de rijstanden kunt u in uiteenlopende rij-
omstandigheden snel gebruik maken van de ver-
schillende autosystemen en instellingen. De vol-
gende systemen worden aangepast voor opti-
male rijeigenschappen in de verschillende rijstan-
den:
•
Besturing
•
Motor/versnellingsbak/vierwielaandrijving
•
Remmen
•
Luchtvering en schokdemping
•
Bestuurdersdisplay
•
Klimaatinstellingen
Kies de rijstand die zich het beste leent voor de
actuele rijomstandigheden. Let erop dat u de
rijstanden mogelijk niet in alle situaties kunt kie-
zen.
374
Rijstand kiezen
1. Druk op de rijstandknop DRIVE MODE.
> Er verschijnt een pop-upmenu op het mid-
dendisplay.
2. Rol het wiel omhoog of omlaag totdat de
gewenste rijstand gemarkeerd is.
3. Druk op de rijstandknop of rechtstreeks op
het touchscreen om uw keuze te bevestigen.
> Op het bestuurdersdisplay verschijnt de
gekozen rijstand.
Wanneer een rijstand niet te selecteren is, ver-
schijnt daarover een melding, bijvoorbeeld:
•
Niet kiesb. door handgesch.
•
Niet kiesb. door lage accu
•
Niet kiesb. door lage temp.
•
Niet kiesb. door beperkingen
•
Niet kiesb. door hoge snelh.
Mogelijke rijstanden
WAARSCHUWING
Let erop dat de auto bij elektrische aandrij-
ving geen motorgeluid produceert, waardoor
spelende kinderen, voetgangers, fietsers en
huisdieren u mogelijk niet opmerken. Dit geldt
in het bijzonder wanneer u op lage snelheden
rijdt, zoals op parkeerterreinen.
WAARSCHUWING
Laat de auto niet met geactiveerde rijstand in
een ongeventileerde ruimte en uitgescha-
kelde brandstofmotor staan - de motor start
automatisch bij een laag energieniveau in de
hybride-accu en de uitlaatgassen kunnen dan
ernstig letsel veroorzaken bij mensen en die-
ren.
.