Autodimfunctie*
Als het licht dat van achteren in de spiegel valt te
fel is, wordt de achteruitkijkspiegel automatisch
gedimd. Bij een spiegel met autodimfunctie ont-
breekt het hendeltje voor handmatig dimmen.
De achteruitkijkspiegel is voorzien van twee sen-
soren (één aan de voorkant en één aan de ach-
terkant) die samenwerken om hinderlijke lichtin-
val te identificeren en te verhelpen. De sensor
aan de voorkant registreert omgevingslicht, terwijl
de sensor aan de achterkant de koplampen van
achterliggers registreert.
N.B.
Als de sensoren door bijvoorbeeld parkeerver-
gunningen, transponders, zonnekleppen of
voorwerpen op de achterbank of in de baga-
geruimte dusdanig worden gehinderd dat er
geen licht op de sensoren valt, gelden er
beperkingen voor de autodimfunctie van de
achteruitkijkspiegel en buitenspiegels.
Alleen een achteruitkijkspiegel met autodimfunc-
tie is mogelijk uitgerust met een kompas.
Gerelateerde informatie
•
Buitenspiegels instellen (p. 159)
Kompas*
In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk-
spiegel zit een display waarop wordt aangege-
ven in welke richting de voorkant van de auto
wijst.
Achteruitkijkspiegel met kompas.
Er worden acht verschillende kompasrichtingen
met Engelse afkortingen weergegeven:
(noord),
NE
(noordoost),
E
(oost),
S
SW
W
(zuid),
(zuidwest),
(west) en
west).
Kompas activeren/deactiveren
Het kompas wordt automatisch geactiveerd, wan-
neer u de auto start of wanneer het elektrische
systeem van de auto in contactslotstand II staat.
Om het kompas te deactiveren/activeren:
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
–
Druk met een recht gebogen paperclip of
iets dergelijks het knopje aan de onderzijde
van de achteruitkijkspiegel in.
Gerelateerde informatie
•
Kompas kalibreren* (p. 162)
•
Contactslotstanden (p. 362)
•
Ontwaseming van ruiten en buitenspiegels
activeren/deactiveren (p. 192)
N
SE
(zuidoost),
NW
(noord-
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
161