INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
||
•
"
Schakel stembegeleiding uit
gesproken aanwijzingen uitschakelen.
•
Schakel stembegeleiding in
"
geschakelde gesproken aanwijzingen
weer starten.
Gerelateerde informatie
•
Stembediening (p. 118)
•
Stembediening gebruiken (p. 118)
•
Instellingen voor stembediening (p. 119)
124
Handmatig bediende voorstoel
" - De
Voor optimaal zitcomfort hebben de voorstoelen
" - De uit-
verschillende instelmogelijkheden.
Zet de voorkant van de zitting hoger/lager*
door omhoog/omlaag te pompen.
Zet de stoel vooruit/achteruit door de hand-
greep omhoog te tillen en de juiste afstand
tot het stuurwiel en de pedalen in te stellen.
Controleer of de stoel na het verstellen in de
nieuwe stand geblokkeerd staat.
Pas de lendensteun* aan door op de knop
omhoog/omlaag/vooruit/achteruit te druk-
ken.
Hele stoel hoger/lager zetten door de hand-
greep omhoog/omlaag te bewegen.
Pas de hellingshoek van het ruggedeelte aan
door aan de knop te draaien.
WAARSCHUWING
Stel de stand van de bestuurdersstoel in voor-
dat u gaat rijden en nooit tijdens het rijden.
Controleer of de stoel vergrendeld staat om
letsel te voorkomen bij hard afremmen of een
aanrijding.
Gerelateerde informatie
•
Elektrisch bediende voorstoel* (p. 125)
•
Multifunctionele voorstoel* (p. 127)
•
Elektrische stoelverwarming* activeren/deac-
tiveren (p. 201)
•
Veiligheidsgordel (p. 63)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.