SLOTEN EN ALARM
||
•
Blind Spot Information (BLIS)* - zie para-
graaf "BLIS"
•
Rijbaanassistent (LDW en LKA)* - zie para-
graaf "Rijbaanassistent"
•
Afstandswaarschuwing* - zie paragraaf
"Afstandswaarschuwing"
•
City Safety - zie paragraaf "City Safety"
•
Driver Alert Control (DAC)* - zie paragraaf
"Driver Alert Control"
•
Verkeersbordinformatie* - zie de paragraaf
"Verkeersbordinformatie"
Gerelateerde informatie
•
Transpondersleutel (p. 234)
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 280)
•
Afstandswaarschuwing* (p. 315)
•
Blind Spot Information* (p. 354)
•
City Safety (p. 318)
•
Snelheidsbegrenzer* (p. 270)
•
Rijbaanassistent* (p. 330)
•
Driver Alert Control (p. 328)
•
Verkeersbordinformatie* (p. 311)
5
Het passieve vergrendelingssysteem heeft alleen betrekking op auto's met passieve vergrendeling/ontgrendeling (Passive Entry*).
6
Alleen bij auto's met passieve vergrendeling/ontgrendeling (Passive Entry*).
238
Locatie antennes voor start- en
vergrendelingssysteem
De auto heeft een passief start- en vergrende-
5
lingssysteem
en is daarom voorzien van enkele
antennes die op verschillende locaties zijn inge-
bouwd in de auto.
Antennelocaties.
Onder de bekerhouder voor in de tunnelcon-
sole
Voor aan de bovenkant van het linker achter-
portier
6
Voor aan de bovenkant van het rechter ach-
6
terportier
In het midden van het ruggedeelte van de
6
achterbank
WAARSCHUWING
Personen met een pacemaker mogen niet
dichter dan 22 cm bij de antennes van het
Keyless-systeem komen. Hierdoor voorkomt u
storingen tussen de pacemaker en het Key-
less-systeem.
Gerelateerde informatie
•
Transpondersleutel (p. 234)
•
Bereik transpondersleutel (p. 236)
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.